Andy (43) en Vanessa (40), vierde generatie kermiskramers uit Langemark, zien ‘de foor’ heropleven: “Toch weten kinderen vaak niet meer wat een flosh is”

Vanessa, Quinten en Andy, voor de opgeruimde kindermolen Musti, net voor ze naar de Lokerse Feesten trokken. © HV
Redactie KW

De familie De Smet uit Langemark is al meer dan 100 jaar actief op de Vlaamse kermissen. Grootvader Leon deed dat met een paardenmolen, een echte, met een paard dat in het midden van molen rondliep om de schommels en koetsen te laten ronddraaien. Ondertussen is de derde generatie, Andy De Smet, ook volop in de weer op de Vlaamse kermissen. Samen met zijn vrouw Vanessa (40) en zoon Quinten stonden ze enkele weken terug nog op de markt van Moorsele, dit weekend staan ze op de Lokerse Feesten.

Het is met de nodige trots dat Andy vertelt over zijn voorgangers. “Ik vind materiaal terug tot 1920, maar waarschijnlijk is onze familie al langer actief. Grootvader Leon begon met de draaimolens. In de jaren ’50 kwamen de autoscooters op. Zo trok mijn pa van 1960 tot 1997 rond met die autoscooters. Die gingen daarna naar mijn zus en broers. We waren met 10 thuis. Enkelen zijn al gestorven, vier kozen niet voor de kermis maar wel voor een zelfstandig bestaan als daklegger of in immobiliën. Ik ben de jongste van het stel. Maar mijn mama van 76 stond nog in haar schietkraam op de kermis van Moorsele”, lacht Andy.

“Nu is de interesse wel terug, maar we stellen vast dat sommige kinderen niet eens weten wat een flosh is” – Kermiskramer Andy

Kermiskramer zijn, dat is een zware stiel, beaamt Andy. “Iedereen ziet het plezier en de mooie momenten als er veel volk staat aan te schuiven om een kaartje te kopen, maar als het regent, dan heb je ook alles klaargezet, opgepoetst en soms vraag je je dan wel eens af: ‘Waarom doen we het allemaal, voor die paar honderd euro?’ Maar het moment dat je de trussel of de flosh aan de haak hangt, de glimlach van de kinderen en de oma’s en opa’s aan de kant ziet, dan weet je het wel.”

Vuurwerk

Of de kermis wel nog voldoende rendeert, vragen wij ons af. Andy vindt van wel, al houdt hij een slag om de arm. “Je kan er je brood mee verdienen, maar het is beter om meerdere attracties te hebben, al kruipt daar natuurlijk veel werk in. We hebben nu drie kindermolens, drie eendjeskramen, twee schietkramen en botsauto’s. Met het nodige personeel en soms heel weinig nachtrust is dit haalbaar. Zo staan we nu op de Lokerse Feesten, komen we terug van Dour, is er kermis en Beselare en in Aarsele. We rijden toch zo’n 30 à 40.000 km per voertuig.”

Wat de mensen niet zien? “Als er ’s avonds nog vuurwerk is, blijven mensen tot 22 uur kijken, en staan er soms nog 30 attracties. Als zij de dag erop naar hun werk vertrekken, is alles opgeruimd, door ons. Sommige criticasters mogen eens een weekje komen meewerken”, zucht Andy.

Corona

Corona was een moeilijke periode voor de kermiskramer. “Markten mochten al doorgaan, café’s en restaurants mochten openen, maar wij stonden vast. En de leningen, die bleven lopen. We zijn enkele collega’s verloren aan zelfdoding. Voor wie altijd onderweg is.. Nu is de interesse wel terug, maar we stellen vast dat sommige kinderen niet eens weten wat een flosh is. De ouders wachten soms tot hun kindje drie is of soms nog ouder om eens een draaimolen te proberen. Wel, die kinderen kennen het niet meer. Soms doen we open voor scholen, directies komen het af en toe zelf vragen. Maar na de zondagmis opendoen is er niet meer bij, tradities verdwijnen.”

“Met kermis kan je je brood verdienen, maar het is beter om meerdere attracties te hebben, al kruipt daar natuurlijk veel werk in”

Wat kan er nog verbeteren? “Meer verdraagzaamheid en respect voor elkaar. Onze plaatsen worden door de gemeentebesturen bepaald, en soms komen mensen zagen hoelang we voor hun deur gaan staan. Dat is dan voor drie of vier dagen per jaar. Of ze lappen het parkeerverbod aan hun laars. Dat zorgt voor ons soms voor uren langer en later werken. Als we maar om 17 uur mogen aankomen, dan hebben we nog vijf uur werk. Dat is nog een beetje doenbaar, maar soms kunnen we pas op 19 uur beginnen door zo’n foutparkeerder, dan is het al middernacht.”

Oldtimers

Of er nog tijd is eigen hobbies? “Voor mij zijn dat oldtimers. Mijn bijzonderste is een Mercedes 280 van 1978. Vooral de herinnering speelt mee. Mijn vader had zo’n auto, ik heb er mijn kinderjaren in doorgebracht. En er staat ook een Mercedes Heckfloss van 1961 in de garage.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier