Tijdens de jongste gemeenteraad interpelleerde oppositieraadslid Martine Devisscher (Burgerbelangen) over de zogenaamde ‘inclusieve’ speelpleinwerking in Wingene. “Die werking staat wel erg vaag omschreven op de gemeentelijke webstek”, liet ze horen. En dus wou ze weten hoe een en ander wordt aangepakt.
Raadslid Martine Devisscher is niet erg onder de indruk van wat op de gemeentelijke webstek begrepen wordt onder ‘Toegankelijke werking’. ‘De speelpleinwerking wil zoveel mogelijk streven naar toegankelijkheid voor iedereen’, staat er vol goede bedoelingen. Maar dan: ‘We kunnen helaas niet garanderen dat elk kind met een grotere ondersteuningsnood kan begeleid worden. Zonder voorafgaand gesprek kunnen we de deelname aan de activiteiten niet garanderen.’ Devisscher wou dan ook weten hoeveel kinderen met een beperking de voorbije vijf jaar deelnamen aan inclusieve speelpleinwerking, hoeveel monitoren een specifieke opleiding krijgen en of de weergave op de gemeentelijke webstek niet duidelijker kan.
Extra expertise
Schepen van Jeugd Jens Danneels (CD&V) liet weten dat er de voorbije drie jaar geen enkele vraag of melding was voor speciale ondersteuningsnood voor een kind. “Dat wil niet zeggen dat die behoefte niet bestaat”, liet Danneels snel volgen. “We bekijken elke eventuele vraag van ouders, maar niet alle ouders lichten ons in over de mogelijk bijzondere nood van hun kind. ‘Inclusief’ betekent ‘openstaan’. Niet elk kind heeft een 1 op 1 begeleiding nodig. We zijn steeds op zoek naar extra expertise om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Elk jaar volgen zo’n 15 animatoren een extra opleiding en teambuildings, met workshops en trainingen rond zorgnood.”
“Maar we zijn vragende partij om met de ouders een intake-gesprek te hebben, zodat we samen een geschikte oplossing kunnen vinden. Het welzijn van de kinderen heeft onze hoogste prioriteit en we willen de speelpleinwerking zo toegankelijk mogelijk maken”, klinkt het. (GGM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
