“De kustvisserij is nog niet dood.” Met dit in het achterhoofd investeerde de Oostendse kustvisser Michel Deley (59) in de toekomst. Hij redde de Z.55 ‘De Goede Hoop’ van de sloop en maakte er de O.2 Mike Michel Junior van. Maandag vaart het schip voor het eerst uit.
Ruim een jaar lag het Zeebrugse vissersschip Z.55 stil, tot Michel op de proppen kwam om het schip volledig te renoveren tot zijn eigen schip. Daar hing echter een serieus prijskaartje aan vast. “Je mag al snel rekenen op 200.000 euro”, zegt Michel. “Maar daarvoor hebben we wel een beter schip dan het vorige. Al van bij de aankoop kregen we met ons vorige schip problemen, onder andere met de motor. Ondertussen investeerden we al honderdduizenden euro in herstellingen. Mijn motivatie zakte daardoor tot een absoluut dieptepunt.”
Klik
Tot Michel de Z.55 in het vizier kreeg. “Het schip lag al een jaar stil en de licentie werd verkocht”, vervolgt Michel. “Het schip zelf zou gesloopt worden. Toen ik het schip ging bekijken, voelde ik meteen de klik. Het schip had nog een goede motor, maar had wel wat oplapwerk nodig. Ook het kookhuis en de brug waren nog zo goed als nieuw. Het zou jammer geweest zijn om het te slopen. Bovendien voldeed deze motor aan de emissienormen en die van mijn vorig schip niet. Ook dat was een pluspunt. Dus hebben we beslist om het schip van de sloop te redden en er geld in te pompen om het tot de O.2 te maken, met Oostende als thuishaven.”
“Ik heb mijn hele leven gevaren. Ik zie mezelf niet in een fabriek aan de slag gaan”
Van stoppen wil Michel, ondanks zijn leeftijd, nog niet weten. “Het was een nieuw schip of stoppen, maar dat is niet aan mij besteed”, is de visser duidelijk. “Ik ben 59 jaar en zou in principe nog vier jaar moeten werken. Maar waar moet ik heen? Ik heb mijn hele leven gevaren. Ik zie mezelf niet in een fabriek aan de slag gaan. Ik heb altijd gezegd dat als iemand mij een mooie prijs zou bieden voor het schip, dat ik dan zou stoppen. Ik ben te oud geworden om nu nog een andere weg in te slaan.”
Bijgeloof
De kustvisserij krijgt het hard te verduren. Er is de komst van de zeeboerderij, maar ook de toekomstige energie-eilanden en de windmolenparken op zee gooien roet in het eten. “Gemakkelijk is het allerminst geworden, maar als alle vissers ermee stoppen, dan komt er geen vis meer op tafel”, weet Michel. “Toch geloof ik nog steeds in de toekomst van de visserij, ook in dat van de kustvissers. Er zijn natuurlijk allerlei regels en normen bijgekomen, maar niet meer varen is geen optie. Samen met mijn vrouw Jill hebben we nog een jonge zoon die erg veel interesse toont in de visserij. Wie weet wil hij de stiel wel verder zetten. Het is voor die kinderen zoals mijn eigen zoon dat we niet mogen opgeven en dat we de kustvisserij in leven moeten houden.”
Als alles goed gaat vaart Michel komende maandag voor het eerst uit. “Er is een bijgeloof dat zegt dat je na lang stilliggen, niet op vrijdag mag uitvaren. Ik ben dat dus ook niet van plan. Dus vertrekken we maandag voor onze eerste vaarbeurt”, besluit de man.