Vijf clubleden nemen heft in eigen handen en baten voortaan zelf Ostend City Park uit

Bekend bij alle Oostendenaars, maar toch niet bekend genoeg: de horecazaak Ostend City Park, die bij de Ostend Tennis Club hoort. De vorige uitbater heeft een stapje terug gezet, en vijf leden van de club hebben zelf het heft in handen genomen. Ze fristen de zaak op en willen er the place to be van maken. “Je hebt hier meteen een vakantiegevoel.”

“Onze zaak Ostend City Park werd jaren uitgebaat door Pierre Daen”, vertelt Steven Nagels. Hij neemt voortaan de uitbating van de zaak over, samen met Francis Bosschem, Tom Verhaeghe, Manu Beuselinck en Wim Quinet. “Pierre heeft dat jarenlang fantastisch gedaan, maar hij besloot dat de tijd rijp was om het was rustiger aan te doen. Hij heeft 45 jaar in de horeca gewerkt, dat kan dus tellen.”

Nieuwe dynamiek

De vijf zijn al een aantal jaar dikke vrienden en besloten samen de zaak nieuw leven in te blazen. “In overleg met Pierre hebben we beslist de uitbating van de zaak zelf in handen te nemen. Zo is de continuïteit ook gegarandeerd. Het is zeker geen verwijt naar de vorige uitbater, absoluut niet, maar we voelden wel dat het Ostend City Park wat uitgeblust aan het raken was. Een nieuwe dynamiek kon zeker geen kwaad.”

Ostend City Park werd overgenomen op 13 februari en vorige week opende de vernieuwde zaak officieel de deuren. “We hebben heel wat geïnvesteerd in de vernieuwing”, gaat Steven Nagels verder. “Het is een prachtig gebouw, met een mooie traditie, maar een opknapbeurt was geen overbodige luxe.” Tom Verhaeghe vult aan. “Dit is een architecturaal pareltje en daar wilden we echt de nadruk op leggen. Het pand dateert uit het begin van de twintigste eeuw.”

Steven Nagels en Manu Beuselinck zetelen in het bestuur van Ostend Tennis Club, en dat is belangrijk voor de uitbating. “Op die manier blijft de sport verbonden met de zaak en omgekeerd”, klinkt het. Ostend Tennis Club heeft een groot verleden en is ook een van de grootste clubs in Vlaanderen. “En al zeker een van de grootste sportclubs in Oostende”, knikt Francis Bosschem.

Duizend leden

“We hebben duizend leden. Vandaag tellen we veertien gravelterreinen, zes indoorvelden en vier padelterreinen. Binnenkort komen er nog twee padelterreinen bij. Padel is een van de populairste sporten tegenwoordig. In Oostende waren we trouwens een van de eerste clubs van Vlaanderen met een padelveld”, somt Bosschem op.

De vijf vrienden zullen niet zelf instaan voor de dagelijkse uitbating van de zaak. “Om een hele dag achter de bar te staan, daar krijgen we thuis geen toestemming voor”, lachen ze. Daarom trokken ze Charlotte Badjoko aan. Zij heeft twaalf jaar ervaring in de horeca. “Vroeger heb ik nog onder meer in de Brazza gewerkt en ik heb ook nog een eigen zaak uitgebaat. Het is hier geen nachtzaak, al kan er soms wel tot in de late uurtjes gefeest worden. Het sprak me hier meteen aan. Ik geloof in het concept en vind dat er heel wat potentieel is.”

Voor iedereen

Wat de nieuwe uitbaters willen benadrukken, is dat Ostend City Park er voor iederéén is. “Juist, niet enkel voor clubleden of sporters”, zeggen ze. “We merken dat de zaak niet genoeg bekendheid heeft. En dat terwijl het terras een van de zaligste en meest zonovergoten plekjes van Oostende is. Je hebt hier meteen een vakantiegevoel. We willen graag ook meer inzetten op feesten. Wie dat wil kan – behalve in de drukke zomermaanden – de zaak afhuren voor een communie, lentefeest, jubileum. Een trouwfeest? Waarom niet. Oostende kan zéker nog wat extra feestzalen gebruiken.”

“We pakken daarnaast ook uit met een lunchkaart. Een lichte kaart, met ook wat tapas en snacks. En op vrijdag houden we een culinaire thema-avond, zoals bijvoorbeeld een Italiaanse avond”, geeft het vijftal mee.

“We willen van een laag tempo naar een hoog tempo”, stelt Tom Verhaeghe. “We bekijken het stap voor stap, zien wat de mogelijkheden zijn. We willen ons niet vergalopperen. Centraal staan kwaliteit en correcte prijzen.”

“Maar niet vergeten: de combinatie met sport is wat dit uiteindelijk tot een uniek plekje maakt in Oostende”, besluit Francis Bosschem.