Verhaal van altijd bloeiende liefde bij Tuinhier in Kortemark

Tuinen is een werkwoord, en dat hebben ze bij Tuinhier Kortemark onthouden. Al een kleine eeuw zetten ze zich in om iedereen die dat wil de liefde voor bloemen en planten bij te brengen, terwijl ze de bebloeming in de gemeente willen stimuleren. Bestuurslid Paul Roussel verdiepte zich in de historiek, maar kijkt ook naar de toekomst.

“In ons land ontstonden de volkstuinen eind de jaren 1800”, vertelt Paul Roussel (73) uit de Huilaertstraat. “Toen sprak men van Het Werk van den Akker en den Haard, en de tuinactiviteiten vormden een nuttige vrijetijdsbesteding en een adequaat tegengewicht tegen drank en losbandigheid. Al snel kwam er een nationaal bestuur en de eerste betrachting bestond erin aan alle tuinminnende arbeidersgezinnen een lapje grond te verstrekken.”

“In Kortemark werd de plaatselijke vereniging geleid vanuit Torhout, en de gemeenten errond werden beschouwd als een soort van afdelingen. Maar Kortemark trok snel de zelfstandige toer op, met in 1935 bestuursleden zoals Jules Lambrecht, Lucien Astaes en Oscar Vogels. De ledenvergaderingen vonden plaats in het gekende Klein Zaaltje in de Nieuwstraat. Een van de belangrijkste activiteiten was de bedeling van allerhande zaai- en pootgoed, vooral aardappelen en meststoffen. Begrijpelijk dat dit door de leden zeer gewaardeerd werd.”

Bebloemingsactie

“In 1948 telde de vereniging 34 leden, die samen 200 aren grond bewerkten. Elk lid kon zich ook tegen twintig frank – een halve euro – abonneren op het maandblad De Volkstuin, een tijdschrift dat nu nog altijd heel geliefd en gewaardeerd is bij vele Volkstuinders. Het Klein Zaaltje werd te klein en men week uit naar café Het Handelshuis in de Handzamestraat, bij Jules Vantyghem, later bij Fernand Godderis en Marie-Christine Deceuninck. Sedert 2014 vinden de bijeenkomsten plaats in OC De Kouter.”

“In 1987 startten we met de jaarlijkse algemene bebloemingsactie in Kortemark. Ieder jaar is onze vereniging in de weer om de bebloeming in de gemeente te stimuleren. Hierbij wordt iedere inwoner, lid of geen lid, uitgenodigd om zijn huis, bedrijf, hoeve of winkel extra op te fleuren.”

Doe het zelf

“In 2014 veranderde de naam van Werk voor Volkstuinen naar Tuinhier. Die naam verwijst allereerst naar tuinieren in de breedste zin van het woord”, zegt Paul Roussel. “De Hier slaat op Vlaanderen, maar ook op de eigen tuin. Tuinhier wil een aanspreekpunt zijn voor elke tuinliefhebber die deskundige informatie en praktische ondersteuning wil. Ten slotte wil de nieuwe naam ook het groepsgevoel aanwakkeren. Tuinhier is een vereniging waarbij elke tuinliefhebber zich graag aansluit.”

Met de nieuwe slogan ‘Wat je zelf tuint, is top!’ willen we het gevoel van verjonging en dynamiek nog versterken

“”De nieuwe slogan Wat je zelf tuint, is top! wil het gevoel van verjonging en dynamiek nog versterken. Ze speelt in op de doe-het-zelftrend en maakt van tuinen een actief en attractief werkwoord. Tuinieren is gezond, leuk, lekker, voordelig en gemakkelijker dan je denkt.”

Siertuinen

“In de ruim 95 jaar bloeiende organisatie Tuinhier Kortemark denken we ook aan de toekomst. Het werkaccent is ondertussen wat verlegd. Vroeger stond vooral de moestuin centraal, nu wat meer de siertuin, vijvers, kamerplanten… We willen een belangrijke bijdrage leveren tot een zinvolle vrijetijdsbesteding en tot de realisatie van een aangenaam en gezond leefmilieu, onder meer door het organiseren van praktische voordrachten.”

“We willen, naast de 110 gezinnen die lid zijn, nog nieuwe leden aantrekken en hen uitnodigen naar onze bijeenkomsten. Het lidgeld bedraagt 23 euro, en daarvoor krijgen ze de leerrijke bijeenkomsten en een maandblad. Verder zijn er de jaarlijkse bedrijfsbezoeken, de tuinkeuringen en de feestvergadering in december. Tuinhier Kortemark is en blijft een vereniging waar iedereen zich thuis voelt en waar de liefde voor de bloemen en planten wordt gestimuleerd”, besluit Paul Roussel.

(JD)