Roeselaarse Oud-Scouts en Oud-Gidsen blijven samenkomen: “De band is voor eeuwig”
Het basisprincipe van de Roeselaarse Oud-Scouts en Oud-Gidsen is de band van hun jeugd niet verloren laten gaan. “Vooral de jaarlijkse mannen- én vrouwenkampen blijven nog steeds het absolute hoogtepunt”, klinkt het nostalgisch.
Voor de jaren zestig had je als zijtak van Scouting Roeselare de toneelvereniging Ic Dien. “Naar aanleiding van het zilveren jubileum van dat gezelschap, hadden de verantwoordelijken alle oud-scouts van wie ze de adressen konden vinden, uitgenodig d”, zegt Geert Hoedt. “Het waren de eerste voorzitter Albert Vanneste en secretaris Frans Libbrecht die opperden om hier een jaarlijkse gewoonte van te maken en de ex-scouts van Roeselare opnieuw te verenigen.”
“De eerste algemene vergadering van onze Sint-Paulusgilde vond plaats in de vergaderzaal van café Detroit aan de Meensesteenweg. In die periode kwamen ze op regelmatige basis met een man of 30 samen op de zolder van notaris Yves Ameye. Toen was dat zuiver een mannenclub”, weet huidig voorzitter Brigitte Vanwalleghem. “Ze gingen in de koude februarimaand op wintertocht, er werd een mannenkamp georganiseerd en er stond een ‘Happy New Year’ op het programma dat nu nog steeds in het derde weekend van januari plaatsvindt.”
Kamp blijft hoogtepunt
Op het einde van de jaren 70 startten de actieve scouts een gemengde werking op. “Omdat veel oud-scouts een gezin hadden, was het mannen- én vrouwenkamp bewust afzonderlijk. Zo moest er geen opvang voorzien worden voor de kinderen. Die gedachte was waardevol maar is nooit heel efficiënt gebleken”, lacht Brigitte. “Als de vrouwen eind augustus op kamp zijn, hokken de mannen samen en bij het mannenkamp rond Pinksteren, spreken de vrouwen wel eens af.”
“Als 13-jarige is vuur maken, op kamp gaan en twaalf dagen geen gezaag horen van je ouders, ongetwijfeld het hoogtepunt van het jaar. Ook voor ons. Die sfeer van samenhorigheid, is uniek en die mag je bij de oud-scouts blijven beleven.” Vooral de nachtelijke diepgaande gesprekken van de vrouwen zijn volgens Brigitte intenser dan vroeger. Bij de mannen wordt ook wel eens serieus gepraat maar ligt het accent op lachen, onnozel doen en je terug jong voelen.
“Zonder de scouts zou ik een ander mens geweest zijn”, bekent Geert. “Je hebt collega’s van het werk of bent in andere verenigingen geweest maar mijn echte vriendschappen zijn gegroeid bij de scouts. Er ontstaan ook veel koppeltjes. De zonen of dochters van oud-scouts stappen meestal ook in de vereniging. Omdat we samen zoveel meegemaakt hebben, is het een hechte familie en voor buitenstaanders moeilijk om er deel van uit te maken. Die band is voor eeuwig.”
“Als enige voorwaarde om je bij onze vereniging aan te sluiten geldt, dat je zelf ergens in Vlaanderen scoutslid moet zijn geweest. Als je bijvoorbeeld van Limburg naar Roeselare verhuist, mag je lid worden maar dat gebeurt niet zo vaak. Ook aangetrouwde partners worden automatisch lid, zelfs al zijn die bij de Chiro of de KSA geweest.”
“Onze werking staat helemaal los van de actieve scouting”, zegt Geert. ” We maken wel deel uit van de overkoepelende vzw, waar ook Scoutsival onder zit. Als ze hulp nodig hebben, mogen ze steeds bellen. We zijn ook aangesloten bij VOSOG. De Vlaamse Vereniging van Oud-Scouts en Oud-Gidsen.”
“Wat ROSOG (Roeselaarse Oud-Scouts en Oud-Gidsen, red.) uniek maakt, is dat we er in tegenstelling tot veel andere oud-scoutsafdelingen, en verenigingen in het algemeen, in slagen om te blijven vernieuwen. Ons oudste lid is 94 en de jongste 23. Dat vat het zo’n beetje samen.”
“Die sfeer van samenhorigheid, is uniek en die mag je bij de oud-scouts blijven beleven”
“Per leeftijdscategorie bieden we iets aan. Onze senioren kijken enorm uit naar ‘Een dagje anders’. In de voormiddag doen we iets cultureels. We bezoeken een museum, een brouwerij of een kerk en ‘s middags wordt er uitgebreid gegeten zodat er lang bijgekletst kan worden.”
Sociaal leven kreeg duw
De lockdown verliep voor de oud-scouts dramatisch. “Al onze activiteiten werden noodgedwongen afgelast. Met mijn vriendengroep heb ik al zes maanden niet meer samen gezeten. Normaal moest ik nu mijn kampvalies aan het maken zijn”, slikt Brigitte.
“We hopen in januari ons nieuwjaarsfeest te laten plaatsvinden. Dat gaat over een groep van 120 personen. In november is er een tocht gepland die misschien corona-proof zal mogen doorgaan.”
Het bestuur heeft één vrees. “De mensen hebben de voorbije periode geleerd om thuis te blijven. Het sociale leven heeft een serieuze duw gekregen. We vermoeden dat we het verenigingsleven op gang zullen moeten trekken om er terug wat swung in te krijgen. Dat wordt misschien onze grootste uitdaging.” (KK)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier