Met 40.000 vrienden rond het kampvuur: West-Vlaamse jeugdbewegingen organiseren meer dan 600 zomerkampen
Nu de eerste helft van de zomervakantie voorbij is, begint het steeds moeilijker te worden voor ouders om manieren te verzinnen om hun oogappels te entertainen. Gelukkig kunnen ze nog rekenen op de jeugdbewegingen, die net zoals elk jaar tijdens de zomer een kamp organiseren. Tenten opzetten, spaghetti als ontbijt op omgekeerde dag, liedjes bij het kampvuur, waterspelletjes, eigen tafels sjorren en zo vuil als mogelijk mogen terugkomen uit het bos: wie het ooit heeft meegemaakt, weet dat er niets zo’n kampweek kan evenaren.
De West-Vlaamse afdelingen van KSA, Scouts, Chiro, KLJ en Jeugd Rode Kruis organiseren zo’n 611 zomerkampen. Minstens 38 groepen blijven in eigen provincie, de rest trekt vooral naar Limburg, Antwerpen of Wallonië. Enkele wagen zich zelfs aan een buitenlands kamp, zo vertrekken 800 West-Vlaamse KSA’ers eind augustus op Lourdeskamp.
Deze drie kamgangers vertellen met passie over hun eigen KSA-, Chiro- en Scoutsavonturen.
In totaal nemen meer dan 30.838 West-Vlaamse kinderen deel aan het zomerkamp van hun plaatselijke jeugdbeweging. Zij worden begeleid door ruim 9.221 leiders en koks, die volledig op vrijwillige basis hun vakantie inruilen om die meisjes en jongens de tijd van hun leven te bezorgen. Meer dan 40.000 West-Vlamingen gaan deze zomer dus op kamp, maar de reële cijfers liggen sowieso nog hoger, want niet elke koepel registreert het aantal kampinschrijvingen van de lokale bonden.
Heuvelland: dé trekpleister voor jeugdbewegingen
Hoewel onze eigen jeugdbewegingen liever naar verdere oorden trekken, blijft West-Vlaanderen een populaire bestemming voor groepen uit andere provincies. Vooral de dunbevolkte gemeente Heuvelland blijkt met 13 jeugdverblijven en 3 kampeerterreinen al jaar en dag een echte trekpleister te zijn.
“Jaarlijks overnachten er tijdens de zomervakantie zo’n 4.000 jongeren in deze dunbevolkte gemeente, dat was ook tijdens corona niet anders”
Heuvelland is in verhouding tot het aantal inwoners zonder twijfel de populairste kampgemeente van West-Vlaanderen, met een opvallende concentratie van verblijfplaatsen in de deelgemeente Westouter. “Jaarlijks overnachten er in juli en augustus zo’n 4.000 kinderen en jongeren in Heuvelland. Dat was tijdens de voorbije coronazomers niet anders. Voornamelijk de klassieke jeugdbewegingen vinden hun weg naar deze streek, mede omdat zowat al die kampplaatsen een jarenlange traditie kennen in het jeugdtoerisme”, aldus Frederik Vercammen van het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT). (lees verder onder de foto)
En die tradities gaan soms heel ver terug in de tijd. Monsalvaet in Westouter is al actief sinds 1948 en daarmee het oudste jeugdverblijf in de streek. Het werd kort na de oorlog opgericht door de regionale koepel KSA Noordzeegouw. “Door de jaren heen werden er twee kamphuizen bijgebouwd, Lanceloot en Parsifal. Samen vormen die drie nu de KSA Hemen. Elke zomer vinden ongeveer 18 kampen plaats in onze hemen, goed voor een 800-tal kinderen”, vertelt Bert Gilté, voorzitter van de KSA Hemen vzw.
“We bestaan misschien al lang, maar we zorgen dat we mee zijn met onze tijd en moderniseren continu. Er wordt wat meer comfort verwacht dan vroeger op vlak van kookaccommodatie, sanitair, toegankelijkheid… maar het basisconcept blijft al 74 jaar onveranderd: een betaalbare locatie waar kinderen en jongeren als groep zich kunnen amuseren en zelf instaan voor hun eigen activiteiten, maaltijden en schoonmaak.” (lees verder onder de foto)
Een andere eyecatcher in de streek is De Bosgeus in deelgemeente Dranouter. Op de grootste kampplek in de Westhoek kunnen 130 personen binnen in bedden en 50 personen buiten in tenten slapen. Het verblijf is nog niet zo oud als Monsalvaet, maar verwelkomt toch al 23 jaar lang elke zomer zes jeugdbewegingen voor telkens een kamp van tien dagen lang.
“We zitten in een heel populaire streek. De heuvels, geschiedenis, natuur en het landelijke karakter zorgen ervoor dat ook wij elke zomer volledig volgeboekt zijn. We merken dat groepen steeds meer materiaal meebrengen, zoals zetels en een koelwagen, maar de echte kampspirit blijft nog steeds onevenaarbaar”, aldus verantwoordelijke Sofie Gryson.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier