José Vandekerckhove neemt na 40 jaar als voorzitter afscheid van Oostendse Schaakkring: “Nog niet verklappen wie mijn opvolger wordt”

Na 40 jaar stopt José als voorzitter van de schaakclub. © ZB
Redactie KW

Na vier decennia als voorzitter van de Koninklijke Oostendse Schaakkring neemt José Vandekerckhove (74) afscheid. Onder zijn leiding groeide de oudste schaakclub van West-Vlaanderen uit tot een hechte en inclusieve gemeenschap, waar schaken meer betekende dan alleen een sport. Toch laat hij er geen twijfel over bestaan: “Veertig jaar is lang genoeg geweest.”

José werd geboren in 1950 in Izegem en had lange tijd niets met schaken. Sterker nog, als jonge twintiger wist hij nauwelijks hoe de stukken bewogen. Maar een krantenartikel waar toevallig zijn oog op viel, veranderde zijn leven. “In 1972 was ik in Londen en bezocht ik een tentoonstelling over Toetanchamon in The British Museum”, steekt José van wal wanneer we elkaar ontmoeten in het clublokaal in de Koninklijke Stallingen. “Er stonden honderden mensen in de rij en het was kokend heet. Ik kocht een krant, niet om te lezen, maar om mezelf tegen de zon te beschermen. Later, in mijn hotelkamer, begon ik erin te bladeren en zag ik een artikel over de Amerikaanse schaak-grootmeester Bobby Fischer. Iets aan dat verhaal fascineerde me. De volgende dag kocht ik mijn eerste schaakbord.”

Vanaf dat moment werd José gegrepen door het schaakspel. Terug in België stortte hij zich op de studie van het spel, speelde partijen tegen zichzelf en begon boeken te lezen over tactiek en strategie. En zoals dat bij een echte gepassioneerde organisator hoort, duurde het niet lang voor hij ook een schaakclub oprichtte. “In Izegem heb ik een club opgericht, en toen ik in 1983 naar Oostende verhuisde, ben ik meteen lid van de schaakclub geworden. Oostende voelde meteen als thuis. Het is een heerlijke stad. Twee jaar na mijn aankomst werd ik voorzitter van de Koninklijke Oostendse Schaakkring. De vorige voorzitter, die kort daarvoor overleden was, had me gevraagd om het voorzitterschap op me te nemen. Ik heb hem dat beloofd, en ik heb woord gehouden.”

Toen José de club overnam, zag de schaakwereld er anders uit dan vandaag. “Schaken was toen nog een elitesport. Een prestigeproject. De leden waren heren met plastrons, en de sfeer was formeel. Maar ik wist: als deze club wil overleven, moet ze openstaan voor iedereen. Dus heb ik die sfeer snel doorbroken. Ik wilde een club die mensen samenbracht, ongeacht hun achtergrond, opleiding of leeftijd”, vertelt José.

Onder zijn voorzitterschap groeide de club uit tot een diverse gemeenschap. Jong en oud, beginners en ervaren spelers, mannen en vrouwen van verschillende nationaliteiten vonden hun weg naar de Koninklijke Oostendse Schaakkring. “We hebben ongeveer 100 leden en ik schat dat we zo’n 20 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigen. Mensen die niemand anders hebben, vinden hier zeker aansluiting. Dat is het mooiste aan onze club. We zijn een veilige haven. We kweken misschien geen grootmeesters, maar we kweken wel mensen die socialer worden.”

The Queens Gambit

“Stad Oostende beseft hoe belangrijk verenigingen zijn voor mensen. Onze club bestaat intussen 100 jaar, en we blijven een plek waar mensen elkaar ontmoeten en samen genieten van het spel”, legt José uit. In de club blijft de geschiedenis tastbaar. Eén van de eerste schaakborden van de vereniging, gekregen van de Belgische Schaakfederatie in 1936, staat nog steeds in hun vaste stek in de Koninklijke Stallingen aan de Koninginnelaan. “We zijn de oudste schaakclub van West-Vlaanderen, maar we zijn nog steeds springlevend!”

“Onze club is verantwoordelijk voor het ‘Schaken op School’-project, waarmee we jongeren laten kennismaken met het spel. De televisieserie ‘The Queen’s Gambit’ uit 2020 heeft ons ook een enorme instroom van jonge spelers opgeleverd. Sinds die serie zien we opnieuw jongeren die gepassioneerd raken door schaken. En dat is fantastisch”, zegt José enthousiast.

Voor José was schaken altijd een passie, maar nooit het allerbelangrijkste in zijn leven. “Schaken blijft een spel. Als je sportief wilt blijven, moet je ook kunnen verliezen”, zegt hij duidelijk. José speelde zelf jarenlang competitief, maar in 2012 zette hij een punt achter zijn wedstrijden. “Een officiële partij kan vier tot vijf uur duren. Op een bepaald moment merkte ik dat ik begon te verliezen, niet omdat ik slechter werd, maar omdat ik geen tijd meer had om me degelijk voor te bereiden. Al ben ik gestopt met de competitie, ik speel nog dagelijks snelschaken online. De liefde voor het spel blijft.”

Naast schaken heeft José een indrukwekkende carrière opgebouwd als germanist, lector en auteur. “Ik heb twintig jaar aan de KU Leuven gewerkt als lector. Daarnaast heb ik 25 schoolboeken geschreven over Duits en Nederlands. Mijn laatste boek heb ik vorig jaar afgewerkt. En nu ben ik alweer met een nieuw boek bezig, dit keer over taal. Ik ben niet iemand die stilzit”, lacht hij.

Blijven schaken

Hoewel José een onmiskenbare stempel op de club heeft gedrukt, wil hij geen groots afscheid. “Ik wil geen afscheidsfeest. Op het einde van het jaar stop ik, en dat is het. Ik blijf ook geen deel van het bestuur. Veertig jaar is genoeg.” Toch laat hij de club niet zomaar achter. “We blijven actief. Iedere maand organiseren we een speciaal evenement. In mei doen we een schaakkroegentocht, en van 6 tot 9 september 2025 organiseren we een groot internationaal schaaktornooi in De Grote Post. We blijven zichtbaar in het stadsbeeld.”

Zijn opvolger staat al klaar, maar José wil nog niet verklappen wie het wordt. “Dat zal binnenkort geweten worden. Ik doe nog door tot het einde van het jaar.” Met zijn afscheid komt een tijdperk tot een einde, maar José kijkt met een grote glimlach en zonder spijt terug op een geweldige periode. “Het zou menig mens verbazen, maar ik ga het niet missen. Ik heb mijn tijd gehad. Nu is het aan de volgende generatie.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise