Johan Degryse is 65 jaar muzikant bij de fanfare St.-Cecilia: Van trom en bugel tot tuba

Redactie KW

Johan Degryse (77) is al 65 jaar lid van de Koninklijke fanfare Sint-Cecilia. Op het gemeentehuis kreeg hij onder een staande ovatie het ereteken opgespeld.

Johan was er al vroeg bij. De fanfare was nog niet lang heropgericht toen hij zijn eerste stappen in de muziek zette. Aanvankelijk leefde hij zich uit op de trommel, maar tijdens zijn jaren trouwe dienst doorzwom hij vele muzikale watertjes. Tijdens de huldiging op het gemeentehuis omschreef voorzitter Lien Dejonckheere hem als een muzikale kameleon. Na al die jaren is Johan de éminence grise geworden van de fanfare. Want wie Johan ziet, denkt onmiddellijk aan het muziekkorps.

Bestuur

Op zijn muzikaal pad bespeelde Johan verschillende instrumenten. Na de trom volgden de bugel en trompet. Met het ouder worden mocht het wat zwaarder en via de trombone eindigde hij bij de tuba, een instrument dat hij nog altijd bespeelt. Zijn muzikale kennis deelde hij ook met anderen. Zo gaf hij bijvoorbeeld enkele jaren instrumenten- en notenleer aan jonge muzikanten. Johan zetelt ook al jaren in het bestuur van de fanfare. Hij heeft duidelijk zijn inbreng gehad in de koers die het korps tijdens haar bestaan volgde.

Een stille werker die niet graag in de spots staat

Johan kan omschreven worden als de stille werker die niet graag in de schijnwerpers staat, maar die voor alle technische problemen raad weet. Ook de praktische organisatie van concerten neemt hij samen met medebestuurslid Jan Pauwels voor zijn rekening. Niets is hem te veel en voor de fanfare is alles mogelijk. Dit jaar had Johan het bijzonder druk. Hij was immers de werfleider bij de uitwerking van het nieuw lokaal van de fanfare in ‘t Zonnerad.

Partituren

Ook partituren kopiëren neemt hij voor zijn rekening. Ontelbare vellen papier zijn door zijn handen gegaan. Daarbij komt nog het opvolgen van het instrumentenbestand.

De staande ovatie toont aan hoe Johan, die getrouwd is met Lieve Borry en met Dries, Tom en Michiel drie zonen heeft, geapprecieerd wordt.

De mooie momenten die hij met de fanfare beleefde zijn talrijk, maar het grootste genot beleeft hij door zelf te spelen, wetende dat het goed gaat met het korps waar hij al zo lang deel van uitmaakt. Hij wordt dan ook terecht een monument genoemd. (NVZ)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier