Ferm Boezinge viert honderdste verjaardag: “Ooit hadden we meer dan 200 leden”
Een duik in de geschiedenis toont aan dat de Boezingse afdeling van de Algemeene Belgische Boerinnenbond opgericht werd op 16 januari 1921 met aan het roer voorzitster Hélèna Pecceu. Voor een gesprekje trokken we naar de Langemarkseweg bij Marijke Vanderschaeghe (54) die samen met Hilde Deraedt (50) het voorzitterschap deelt en waar we met gewezen voorzitsters Arlette Pype (79) en Ludwina Bentein (68) 100 jaar Ferm Boezinge proberen te reconstrueren.
“Op 16 januari 1921 werd, een jaar na de oprichting van de mannelijke collega’s van de Boezingse Landelijke Gilde, ook onder impuls van pastoor Jules Vanneste, de damesafdeling gesticht, onder de naam Boerinnenbond van Boezinge’. Hélèna Pecceu, een van de notabelen van de parochie, nam het eerste voorzitterschap op zich”, blikt Arlette terug.
De fundamenten van de landelijke vereniging werden eerder gelegd door een zekere Paul De Vuyst die in 1906 een aantal leraressen van de landbouwhuishoudschool in Alveringem wist te overtuigen een landbouwkring op te richten, een initiatief dat al gauw navolging kende. In 1911 werd, in de schoot van de Belgische Boerenbond, de Algemeene Belgische Boerinnenbond opgericht en werd het tijdschrift De Boerin verspreid.
Godsdienstopvoeding
“In de christelijk geïnspireerde activiteiten stond godsdienstopvoeding centraal en was er vooral aandacht voor de typische functies van de vrouw in het landelijk leven, zoals hygiëne, om de kindersterfte op het platteland tegen te gaan, het verbeteren van de voeding, de verzorging van zuigelingen en een goede scholing voor meisjes op den buiten . De vergaderingen waren toen vooral bedoeld om iets te leren .
Na de bevrijding werd gestart met de gezinswerking
De oorlogsjaren zetten de activiteiten op een laag pitje, al bleven bepaalde activiteiten wel lopen. “Na de bevrijding werd gestart met de gezinswerking en verschoof de aandacht naar de modernisering van de gezinswoning en wijzigde het doelpubliek van de organisatie van een loutere boerinnenaangelegenheid naar een vrouwenbeweging die zich openstelde voor alle landelijke vrouwen”, pikt Ludwina in.
Moderne aanpak
In 1968 nam Andrea Devrieze het voorzitterschap over van haar moeder Febronie Pattyn en algauw onderging de vereniging een inhoudelijke metamorfose. Ook niet-boerinnen werden toegelaten en vormingswerk stond voorop onder de nieuwe naam KVLV of Katholiek Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen, later Katholieke Vereniging voor Landelijke Vrouwen.
De vereniging bloeide, het dorp werd per bestuurslid in wijken ingedeeld en Agnes Demyttenaere gaf na jaren het secretariaatswerk door aan Anne Vandenberghe en ook Andrea gaf de fakkel door aan Arlette Pype, op een moment dat het pakket aan voordrachten en kooklessen aftakelde omdat de televisie heel wat vrouwen aan de beeldbuis kluisterde. “Toch slaagden we erin om met een moderne aanpak van lesgeven nog een groot aantal leden te boeien. Ons ledenaantal kende een piek met meer dan 200 leden. De eeuwwisseling bracht heel wat uitdagingen. Er waren steeds minder landbouwers, maar toch bleven onze kook-, bak- en naaicursussen een ruim publiek interesseren. Het Lichtmisfeest, het ledenfeest waarop alle jonge moeders in de bloemen worden gezet is nog altijd een van de hoogtepunten van onze werking. Ludwina nam van 1998 tot 2019 het roer van Arlette over en het accent van de activiteiten werd almaar meer verlegd naar ontspanning.”
Vandaag telt de afdeling nog 122 leden, die door een enthousiaste bestuursploeg van 14 aangestuurd worden onder het duo-voorzitterschap van Marijke en Hilde. “Het eeuwfeest vindt plaats op zondag 29 augustus. We starten met een misviering en daarna schuiven we aan voor de receptie en het feestmaal in domein De Lissewal. Onze leden kunnen binnenkort een persoonlijke uitnodiging verwachten.”
(RL)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier