Verantwoordelijke abortuscentrum Oostende: “Bij een goede wet zien we abortuscijfers dalen”

Françoise Dedrie, centrumverantwoordelijke van abortuscentrum LUNA in Oostende. © Peter Maenhoudt
Stefanie Vandewalle

De afgelopen week beroerde de versoepeling van de abortuswet de gemoederen. Het vraagstuk maakte de federale formatie nóg moeilijker dan die al was. Ook bij het abortuscentrum in Oostende volgen ze de vorming van de wet op de voet. “Bij een goede abortuswet zien we dat de abortuscijfers dalen”, aldus Françoise Dedrie, centrumverantwoordelijke van LUNA Antwerpen en Oostende.

Samengevat houdt het wetsvoorstel rond de versoepeling van de abortuswet een uitbreiding van de abortustermijn in van twaalf naar achttien weken. Ook wordt de huidige bedenktijd van zes dagen tussen het eerste consult en de eigenlijke abortus ingekort tot twee dagen.

LUNA, de fusie van Nederlandstalige abortuscentra Brussel, Gent, Antwerpen, Hasselt en Oostende, beaamt al jaren vragende partij te zijn voor de versoepeling van de wet. “In 2015 al stelden wij die vraag”, weet Françoise Dedrie, centrumverantwoordelijke van LUNA Antwerpen en Oostende.

Niets is volgens haar namelijk zo stabiel als de abortuscijfers. “Door de huidige wetgeving moeten er jaarlijks een aantal vrouwen naar het buitenland om daar een zwangerschap te laten onderbreken. Het gaat hierbij niet om veel vrouwen, hun aantal schommelt rond de 500. In onze ogen zijn dat wel genoeg vrouwen om de wet te versoepelen. Zeker omdat het net om die vrouwen gaat die zich in een kwetsbare positie bevinden. Wij weten dat, wij kennen en zien de verhalen van die groep vrouwen dagelijks in onze centra, ook hier in Oostende.”

Onderzoek

“In 2018 werd hier onderzoek naar uitgevoerd. Hieruit bleek wel degelijk dat het grotendeels vrouwen in een sociaal zwakke positie betreft. Maar uiteraard zeggen cijfers niet alles. Waar het voor ons, zorgverleners, om gaat is in de eerste plaats het verhaal van elke individuele zwangere vrouw, die met twijfels zit of net heel zeker weet dat ze die zwangerschap niet wenst. Vrouwen die ongewenst zwanger worden en hun zwangerschap willen onderbreken onder de 12 weken hebben sowieso pech.”

“Willen ze dat om uiteenlopende redenen nà de cruciale twaalf weken, dan betekent dat echter diepe ellende. Niet alleen kost het hen dan 8- à 900 euro, maar ook moeten ze de grens over, wat voor velen een grote stap is. Zeker in coronatijden, wanneer er geen treinverkeer naar Nederland voorhanden is en je aan de grens een bewijs van essentiële verplaatsing moet tonen. Dan moeten aantonen dat je een afspraak met een abortuscentrum hebt, hoe vernederend is dat?”, klinkt het.

Zorg op maat

Tegenstanders van de versoepeling van de abortuswet stellen dat er intenser ingezet moet worden op preventie. Ook wordt gevreesd dat er door het inkorten van de bedenktijd van minimum zes naar minimum twee dagen ondoordacht gehandeld zou worden.

Centrumverantwoordelijke Françoise Dedrie: “Het aantal spiralen dat jaarlijks geplaatst wordt is aanzienlijk. Hoe intens we ook begeleiden in de zoektocht naar de juiste anticonceptie, soms kunnen we er niet rond dat die anticonceptie bij momenten faalt. Daarnaast zijn vrouwen niet altijd bedacht op een zwangerschap. Vaak merken ze het niet, of te laat, net omdat ze anticonceptie (blijven) gebruiken. Soms ook heeft een zwangere net méér bedenktijd nodig om uit te maken welke kant men met die zwangerschap uit wil. Ook daar blijkt de abortustermijn van 12 weken soms te kort.”

“Wetenschappelijk ligt de grens van levensvatbaarheid van een foetus op 24 weken. In Nederland is abortus mogelijk bij een zwangerschap tot 22 weken. Daar werkt men in principe tot die levensvatbaarheid. In dat opzicht is 18 weken een goed compromis om zo ruim mogelijk zorg te bieden aan die groep vrouwen die die zorg nodig heeft. Medisch gezien moeten we er niet flauw over doen dat een chirurgische abortus ingrijpender is voor de vrouw dan een abortus in een eerder stadium van de zwangerschap. Het klopt dat Belgische gynaecologen weinig ervaring hiermee hebben, al kunnen ze er uiteraard voor opgeleid worden.”

Stem van de vrouw

“Ook hier is het onze wens om vrouwen de keuze te geven in hoe en op welke manier ze hun zwangerschap willen afbreken”, gaat Françoise verder. “Fundamenteel echter blijft de kwestie dat ze die zwangerschap niet willen. Of er nu twee of zes dagen bedenktijd aangeboden wordt, speelt daar minder een rol in. Van 80 procent van de ongewenst zwangere vrouwen ligt de beslissing al bij de eerste consultatie vast. Dan nog eens zes dagen moeten wachten is voor sommigen een extra belasting. Omgekeerd hebben anderen weer meer bedenktijd nodig.”

“Belangrijk is om de stem van de vrouw zelf hierin te vertrouwen, samen met die van de psychosociaal hulpverlener, de arts en de partner die de vrouw hierin begeleiden. Het uitgangspunt voor ons is altijd zorg op maat. Wat we zeker willen behouden is het minimum van twee consultaties tussen het uiten van de wens tot abortus en het uitvoeren van de abortus zelf. Ook de nazorg blijft in die zin ongewijzigd. Mensen blijven altijd welkom bij ons, zelfs na tien jaar nog. Wat wij wel vroegen is om als hulpverlener de plicht om bij het eerste consult adoptie als alternatief voor te stellen, te schrappen. Een ongewenste zwangerschap moeten uitdragen is voor veel vrouwen hallucinant zwaar”, stelt mevrouw Dedrie.

Gepolitiseerd

Of het abortuscijfer met een soepelere wetgeving niet omhoog zal gaan, vroegen we haar. “Niemand stelt zijn abortus uit. Dat bewijst Nederland. Daar doet men al jaren verre abortussen, en die groep blijft klein. De enige reden dat het abortuscijfer in Nederland hoger ligt, is door de groep buitenlandse vrouwen die er een verre abortus komen uitvoeren. Bij een goede abortuswet gaan de abortuscijfers omlaag. Persoonlijk vind ik het jammer dat het abortusdossier momenteel volledig gepolitiseerd wordt. De discussie rond de abortuswet gaat momenteel puur om regeringsvorming en helaas niet meer om het thema en de bezorgdheid of en hoe iemand een goede ouder kan zijn. Niet abortus is het probleem, maar de zwangerschap is dat. De vraag blijft hoe België als rijk, goed georganiseerd land goede zorg kan bieden zodat een aantal vrouwen jaarlijks niet elders hulp zou moeten zoeken”, besluit Françoise Dedrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier