Op 22 mei 1985 een week later dan eerst voorzien werd het tweede deel van de Ring voor het verkeer opengesteld, namelijk het traject tussen de Hogen Doorn en de Gentstraat.
Toen spraken we met politiecommissaris Jacques Callens af om eens die nieuwe verkeerssituatie te bestuderen, want men gebruikte nieuwe verkeerslichten en ook de wegmarkeringen waren totaal nieuw voor voetgangers, fietsers en bromfietsers. Veertig jaar later spreken we opnieuw af met Jacques (89), die van 1 mei 1966 tot 1 januari 1996 politiecommissaris was in Ingelmunster. Van 1973 tot 1994 was hij in de politierechtbank verantwoordelijk voor het openbaar ministerie in het arrondissement Kortrijk.
“Voordien zat het verkeer soms muurvast in het centrum”
Wat herinnert Jacques zich nog uit die periode? “Er waren verkeerslichten met drukknoppen voor de voetgangers. Dat was nieuw. Ooit werkte men daar ook met geluid voor een blinde dorpsgenoot. De bewoners van de Gentstraat waren vragende partij om dat kruispunt van de Gentstraat met de Ring aan te pakken en vooral veilig te maken. Fietsers en voetgangers vroegen een veilige oversteek.”
Goede zaak
Jacques nodigde de pers ter plaatse uit om de werking van die verkeerslichten uit te leggen. “Dat was een nieuwigheid, een aanpassing. Met de politie hielden we een hele periode toezicht om de voetgangers en tweewielers attent te maken op die nieuwe situatie. Of er toch zware ongevallen gebeurden? Toen deden de Rijkswacht en ook de politie de vaststellingen”, zegt hij.
“De aanleg van de Ringlaan was goed voor Ingelmunster, want het centrum werd volledig ontlast. Voordien zat het verkeer soms muurvast in de Bruggestraat, want al het verkeer vanuit Kortrijk, richting Brugge, moest door het centrum passeren. Zonder Ringlaan konden we niets doen, ook geen wielerwedstrijden… We hadden immers geen wegen om een omleiding te doen. Of het moest via landelijke wegen van maar drie meter breed gebeuren.”
(geen mailadres)