Veerle Meganck: “Toch nog een politieke carrière? Zeg nooit nooit…”
Na een loopbaan in het onderwijs kwam Veerle Meganck (63) terecht in het architectenbureau van haar man. “Pas toen merkte ik hoeveel ik ervan hou om zelfstandig te zijn”, stelt ze. “Ik weet wat ik wil en engageer me met plezier. Of dat niet zal stilvallen eens we met pensioen zijn? Helemaal niet, het is voor mijn man en mij net een uitgelezen moment om een nieuwe wending aan ons leven te geven.” Een enthousiast gesprek over engagement, stil gekoesterde politieke ambitie en de kracht van grensstad Menen.
Veerle, een kleine dertig jaar geleden switchte je van job. Je stopte als leerkracht LO en startte in het architectenbureau van je man. Hoe kijk je daarop terug?
“Er was op het bureau een extra kracht nodig zodat mijn man zich op z’n taken als architect kon focussen. Ik zou die administratie daarom op mij nemen. Dat was ook een voordeel voor de kindjes. Als er eentje ziek was, kon ik makkelijker in de buurt blijven, want het kantoor ligt naast ons huis. Toch was die beginperiode niet eenvoudig. Op de eerste dag vroeg ik mij af wat ik kon doen. ‘Haal maar een kladblok en ruitjespapier voor mij’, zei mijn man. Was dat het? Had ik daarvoor mijn job opgegeven? Ik had toch meer in mijn mars?”
“Voor ons allebei was het aanpassen, maar uiteindelijk heb ik mijn draai gevonden. Toen de computers hun intrede deden, was het pure secretaressewerk van nota’s uittikken minder aan de orde. Mijn takenpakket veranderde sterk. Mijn man en zoon staan aan het begin van een project, terwijl ik de laatste schakel in het proces ben.”
Heb je er spijt van dat je job hebt opgegeven?
“Ik was heel graag leerkracht LO en heb mijn job altijd graag gedaan. De collega’s miste ik zeker. Anderzijds besefte ik pas erna dat ik echt graag zelfstandig ben. Soms voelden de strikte regels van het onderwijs aan als een keurslijf. Dat is niets voor mij. Ik gaf soms les tijdens de speeltijd zodat ik zeker het jaarprogramma kon afwerken, maar dat werd niet altijd positief onthaald. Jammer. Geef mij maar flexibiliteit.”
Intussen loopt jouw beroepscarrière stilaan ten einde. Hoe kijk je daar tegenaan?
“Al een tiental jaar werkt onze zoon Jelle mee in het bedrijf. Onder zijn impuls werd Safe@Work sterk uitgebouwd. Dat is ons nevenbedrijf voor veiligheidscoördinatie, EPB en stabiliteit. Bruno en ik hebben daarnaast Studar opgericht, een samensmelting van architecten- en ingenieursbureaus die hun knowhow bijeen brachten. Ik werk zowel voor Jelle als voor Bruno.”
“Ik koop zo goed als alles in Menen, dat zouden meer mensen moeten doen”
“De samenwerking met Jelle heeft onze relatie een boost gegeven. Hij heeft een open blik en nieuwe ideeën. Dat is verfrissend. Aan de andere kant ziet Jelle nu ook wat mijn werk inhoudt. Hij kent mijn verantwoordelijkheden en het respect is alleen maar gegroeid. Voor ons is het verhaal bijna ten einde, wij geven de fakkel binnen enkele jaren door.”
Heb je het moeilijk om te stoppen?
“Bruno heeft het er wat lastig mee, ik eigenlijk niet. We hebben onze tijd gehad. Het is nu aan een nieuwe generatie om ideeën te realiseren. Ik gun hen het volle vertrouwen. Met Studar werd een structuur opgericht die de overname en de continuïteit van het bedrijf regelt. Dat is een vijfjarenplan.”
“Ik sta nu tussen de eerste generatie met mijn man en de tweede generatie met onze zoon. Ik vind het leuk dat we ons bedrijf kúnnen doorgeven. Onze passie gaat niet verloren. Wat wij hebben opgebouwd, vormt een fundament voor de volgende generatie.”
Was een politieke carrière iets voor jou geweest?
“Ik heb veel kansen gekregen, maar heb die telkens afgewezen. Nu hoeft het voor mij niet meer.”
En als je met pensioen bent, is dat geen ideaal moment?
“Misschien, want ik vind het een uitermate boeiende wereld. Maar weet je, ik kan me eigenlijk in geen enkel partijprogramma volledig vinden. En het lijkt me toch noodzakelijk dat je je als mandataris achter elk standpunt kan scharen. Ik overweeg geen politieke carrière meer. Tenzij er ooit een lijst van de burgemeester komt, dat zou me wel liggen. Wie weet. Zeg nooit nooit…”
Je bent ook voorzitter van Unizo.
“Unizo is eigenlijk ook politiek, maar niet partijgebonden. Je bent betrokken bij het beleid en doet suggesties. Wat kan anders? Dat ligt me meer dan het harde steekspel van de politiek, denk ik. Ik vermoed ook dat politiek je meer in een keurslijf dwingt dan je zelf wil. En zoals ik al zei: dat wil ik niet. Op geen enkel vlak.”
Vind je het voorzitterschap een hobby of een extra job?
“Noem het een engagement. Je steekt er heel wat energie in, maar krijgt er veel voor terug. Dat laadt me op.”
Sport is wel een grote hobby voor jou?
“Dat klopt, daar heeft mijn opleiding natuurlijk veel mee te maken. Ik heb heel lang tennis gespeeld, maar doordat ik onlangs een nieuwe knie kreeg, moest ik dat op pauze zetten.”
“Onlangs zijn mijn man en ik met golf gestart. Vrienden vroegen ons mee, ook al dachten we dat het echt niets voor ons zou zijn. Maar we vinden het echt fijn. Het is niet zo belastend voor mijn knie. We hebben dus al een hobby voor als we met pensioen zijn (lacht).“
Woon je graag in Menen?
“Eigenlijk ben ik geen rasechte Meense. Mijn ouders hebben lang in Congo gewoond, waar ik ook geboren ben. Terug in België namen ze in Menen een bedrijf over. Zelf hadden ze hier geen roots, mijn moeder kwam van Nieuwpoort en mijn vader van Pervijze. In het weekend gingen we dan ook altijd richting de kust en tijdens de week zat ik op internaat in Kortrijk. Tijdens mijn jeugd had ik dus amper een band met Menen. Ik woonde er, maar dat was het dan ook.”
Hoe heb je Menen dan toch in je hart gesloten?
“Na mijn studies ging ik tennissen in Rekkem. Zo kwam ik met heel wat mensen in contact en heb ik mee de Jonge Kamer Menen opgestart. Dat was een ideale uitvalsbasis om te netwerken en me te integreren. In de Jonge Kamer heb ik enorm veel geleerd, van organiseren tot je engageren en spreken voor een grote groep. Ik kon er echt mezelf zijn en ontdekte nieuwe talenten bij mezelf. Veel van wat ik toen leerde, kan ik nu nog gebruiken bij Unizo.”
Bij Unizo stop je als voorzitter op hetzelfde moment dat je met pensioen gaat. Vind je dat jammer?
“Normaal blijft elke voorzitter vier jaar op post, dus je weet vooraf dat je tijd beperkt is. We zetten heel sterk in op de jeugd en willen een jonge ploeg aan het roer. Daarom ben ik al bezig met de opvolging.”
Menen kampt met heel wat leegstand, voor jonge starters is het niet eenvoudig. Hoe zie je dat evolueren?
“Met een enthousiaste groep ondernemers organiseren we elke twee jaar de ‘Nacht van de OnderMener’. We zetten daarbij ook startende zaken in de spotlights. Maar al te vaak merk ik dat ze er het jaar nadien niet meer bij zijn. Dat is ongelooflijk jammer.”
“In de kleine centrumsteden ziet de kleinhandel af, dat kan je niet ontkennen. Het koopgedrag van de consument is helemaal veranderd: ze kopen online of in shoppingcentra. Volgens mij is de oplossing om bedrijvige kernen te creëren. Je zorgt voor een mix aan handelszaken in het centrum, zodat mensen er echt alles vinden. Zichtbaarheid is heel belangrijk. En een aantrekkelijke markt met genoeg horeca, dat ook.”
“Ik ben blij dat we onze zaak kunnen overdragen: onze passie gaat nu niet verloren”
“Subsidies kunnen stimuleren. Al blijft geld natuurlijk een groot issue en wil iedereen iets realiseren. Maar ik vind dat het stadsbestuur goed bezig is, ook al lijkt het traag te gaan voor de buitenwereld. De ploeg van burgemeester Fournier doet het goed. Ze laten zich omringen en houden de vinger aan de pols. Met de nodige inspanningen gaat de stad de toekomst positief tegemoet. “
Hoe zie je je eigen toekomst?
“Ik ben een echt familiemens, maar niet in de klassieke betekenis van het woord. Ik ga bijvoorbeeld niet op een vaste dag voor de kleinkinderen zorgen, maar ben er wel voor hen. Ik apprecieer heel erg de ambiance van ons gezin: de kleinkindjes die komen logeren, onze kinderen die langskomen of de vrienden van onze jongste zoon die tijdens Grensrock tentjes in onze tuin neerplanten op ‘Camping Carpentier’. Dat is toch geweldig?”
Ben je trots op je kinderen?
“Zeker! Ze engageren zich voor tal van initiatieven en hebben het hart op de juiste plaats. Dat stemt Bruno en mij gelukkig.”
Tot slot: je bent een van onze Leiemadammen. Wat is je band met de Leie?
“Ik ben een kind van de zee, maar evenzeer van de Leie. We woonden vroeger in de Wervikstraat en konden door de velden heen recht naar de Leie. Dat gevoel van vrijheid, dat was onbetaalbaar.”
Veerle is 63 jaar en werd geboren in Belgisch Congo. Toen ze 3 was, kwamen haar ouders terug naar België. Veerle is getrouwd met Bruno Carpentier (63). Ze zijn de ouders van Jelle (36), Femke (33) en Arne (28). Martha (7), Bes (4), Miel (7) en Mon (6) zijn hun kleinkinderen. Ze volgde haar opleiding tot regentaat lichamelijke opvoeding en werkte als lerares LO in Gits en Hooglede. Na de geboorte van Arne kwam ze mee in het architectenbureau van haar man Bruno. Veerle is voorzitter van Unizo Menen. Ze houdt ook van reizen, fietsen en sporten.
Menen
“Ik koop zo goed als alles in Menen en meer mensen zouden dat eigenlijk moeten doen. Ik ben eenrun shopper, geen fun shopper. In de winkelstraten flaneren, is dus niets voor mij. Ik ga efficiënt op mijn doel af als ik iets nodig heb.”
“Menen vind ik een stadje van leute en plezier. Onderscheid is er niet en je loopt altijd wel iemand tegen het lijf die je kent. Ik voel me dan ook een echte Meense.”
Shop
“Ik ga heel graag langs bij Lady Samy in de Barakken. De service die je daar krijgt, die vind je gewoonweg niet bij ketens of als je online winkelt. Dat maakt écht het verschil. Is je broek te lang? Dan korten ze die in terwijl je een koffietje drinkt. Ben je niet meer goed te been? Dan word je opgehaald om naar de winkel te komen. Die vernieuwende ideeën geven Lady Samy een enorme meerwaarde. Daar heb ik veel respect voor.”
Relax
“Ik hou van fietsen langs de Leie. Als het mooi weer is, trekken Bruno en ik er op uit, vaak ook met de kleinkindjes. Menen en de ruime regio hebben heel wat mooie plekjes te bieden. Langs de Leie ligt een prachtig fietspad waar je rustig kan fietsen, zelfs tot in Kortrijk of Waregem. Daarin schuilt heel wat potentieel.”
Lekker
“Zonder twijfel, onze buren van boerderij Vervenne. Hun biologisch geteelde aardbeien en frambozen zijn werkelijk om duimen en vingers bij af te likken.”
“Ook het Aspergehuis in Moorsele is een aanrader. De asperges die je daar eet, komen recht van het veld. Verser kan je ze niet krijgen.”
Verborgen pareltje
“Menen heeft heel wat verborgen pareltjes, maar ik kies toch graag voor de privétuin van de familie Ghesquire-Roussel. Die loopt van de dode Leie tot aan de Leie, inclusief de Kazematten. Voor de tentoonstelling Bastion 10 enkele maanden geleden, konden we uitzonderlijk even binnen. Een mooie ontdekking in Menen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier