Vechten motorbendes straks bij ons hun oorlog uit?

De jongste jaren stijgt het aantal leden van motorclubs aanzienlijk en komen er ook meer 'support clubs' bij. (iStock) © Getty Images
Laurens Kindt

Verplaatsen criminele motorbendes als de Hells Angels hun strijdterrein naar West-Vlaanderen? Brecht Vermeulen (N-VA), voorzitter van de Kamercommissie Binnenlandse Zaken, vreest van wel. “In Antwerpen en Limburg zit de politie hen op de hielen. Dan is het logisch dat ze de weg van de minste weerstand kiezen en naar andere provincies uitwijken”, zegt hij. De politicus wil dat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon klaarheid schept.

Motorclubs zijn al sinds jaar en dag in onze provincie aanwezig, ook de ‘1%-clubs’ die door politie en overheid als criminele motorbendes worden beschouwd zoals de Hells Angels of Outlaws. Maar de jongste jaren stijgt het aantal leden van die clubs aanzienlijk en komen er ook meer ‘support clubs’ bij.

Drugnetwerk

Sinds de zware schietpartij in 2009 in Aalbeke, waarbij drie leden van motorbende Outlaws zwaargewond raakten, lijkt het kalm in het bikermilieu. Volgens politicus Brecht Vermeulen (N-VA) is dat maar schijn. De realiteit geeft hem gelijk. Eind maart rolde de politie van Ieper nog een drugnetwerk op rond de Red Devils Motorcycle Club. Begin deze maand viel de politie van Tielt binnen bij leden van No Surrender en hun support club West-Side Brotherhood. Bij die laatste huiszoekingen werd niets bezwarend gevonden, maar het mag duidelijk zijn dat de druk op de ketel zit.

Foto Stefaan Beel
Foto Stefaan Beel© STEFAAN BEEL

Brecht Vermeulen, voorzitter van de Kamercommissie Binnenlandse Zaken, vraagt deze week duidelijkheid aan de minister van Binnenlandse Zaken, partijgenoot Jan Jambon. “De ogen van politie en parket zijn vooral gericht op de provincies Antwerpen en Limburg. Motorbendes als de Hells Angels zijn in Duitsland verboden. Ook Nederland hanteert een strenge aanpak ten opzichte van die bendes. Daarom is er een opbod bezig in die provincies die grenzen aan Duitsland en Nederland. Daar zijn ook al heel wat incidenten gebeurd. Daarom is er eind vorig jaar een ARIEC (Arrondissementeel Informatie en Expertisecentrum, LK) opgericht dat zich bezighoudt met die problematiek en ondersteuning biedt aan de cel Highsider, de gespecialiseerde dienst van de federale politie. Maar die bendes weten dat ook en zoeken dus mogelijkheden om uit te wijken. Dan is het logisch dat ze kijken naar provincies waar de grond nog niet te heet onder hun voeten is: Oost- en zeker ook West-Vlaanderen”, zegt Brecht Vermeulen.

Volgens de politicus is het een fenomeen dat niet alleen door politie en parket moet worden aangepakt maar spelen ook de burgemeesters een rol. “In Limburg doen burgemeesters er alles aan om die bendes en hun clubhuizen bestuurlijk aan te pakken. Men controleert hun activiteiten, ziet na op de financiering van hun clubhuis en houdt de openbare orde nauwlettend in de gaten. Ik vraag me af wat men in West-Vlaanderen gaat doen. Als ik zie dat er in Roeselare zowel een clubhuis van de Outlaws als van de Blue Angels is, dan stel ik me daar toch vragen bij. Hoe financieren die bijvoorbeeld de huur of de aanschaf van hun clubhuis? Ik weet wat we met N-VA betalen voor ons partijkantoor in Roeselare. Dat is niet weinig. Hoe doen die clubs dat dan, terwijl ze vooral bestaan uit mensen die officieel niet werken en leven van een uitkering?”, vraagt hij zich af.

Vechten motorbendes straks bij ons hun oorlog uit?

Het antwoord is volgens Brecht Vermeulen eenvoudig. “Drugs vormen een bron van inkomsten. Vroeger zag je heel vaak autootjes met een Franse nummerplaat op de E17 rijden. Vaak waren dat drugkoeriers die naar Antwerpen of Rotterdam reden. Dat fenomeen is grotendeels weg. Het vermoeden rijst dan ook dat een deel van die koeriersactiviteiten overgenomen is door criminele motorbendes. Die maken zich niet verdacht met een buitenlandse nummerplaat, kennen het terrein zeer goed en kunnen de autostrades – waar vaak ANPR-camera’s hangen – vermijden. Ik ken een ex-lid van een motorbende. Die man zei me dat de motorbende zijn levensonderhoud betaalde: woonst, benzine, eten… Alles. In ruil moest hij af en toe een pakketje rondbrengen met zijn motor. Dat waren geen sinaasappelen, denk ik. In West-Vlaanderen rij je met je motor snel, via kalme wegen, van Nederland naar Frankrijk en terug. Naar onze provincie uitwijken, is voor die bendes de keuze van de minste weerstand.”

“In Antwerpen en Limburg zit de politie de bendes op de hielen. Dan is het logisch dat ze naar andere provincies uitwijken”

Procureur Yves Segaert-Vanden Bussche van het Brugse parket is al twintig jaar bezig met de problematiek van de motorbendes. Hij relativeert de stelling van Brecht Vermeulen. “Ik denk niet dat ze hun criminele activiteiten naar hier gaan verplaatsen. Het is niet zo dat ze een bepaald gat in de markt gaan invullen. Ze zijn er altijd al geweest en ze zullen hier ook blijven.”

Verbieden?

“Bij mijn weten veroorzaken ze weinig last in West-Vlaanderen, maar het kan natuurlijk dat ze hun criminele activiteiten elders ontplooien. Wel is het een feit dat het aantal clubs doorheen de jaren explosief gestegen is. En elke club moet een bepaald aantal leden hebben. Dus het aantal leden is ook aanzienlijk gestegen. Je ziet ook duidelijk dat de provincie verdeeld is: in het noorden zitten de Hells Angels, in het zuiden de Outlaws en ertussenin de Blue Angels en No Surrender. Twintig jaar geleden had je alleen de Hells Angels in West-Vlaanderen. Die markt, als je het zo mag noemen, is enorm gegroeid. De vraag is of de koek nu ook tussen al die bendes verdeeld moet worden”, zegt de procureur.

Drugs en wapens. Dat lijken de twee criminele fenomenen waarmee de motorbendes zich het vaakst inlaten. Waarom kunnen die clubs dan niet gewoon verboden worden? “Het probleem met die motorclubs is dat je ze niet zomaar kan verbieden. Daarvoor moet een rechtbank ze aanzien als een criminele organisatie en dat is niet eenvoudig. Je moet dan kunnen aantonen dat de club is opgericht met de bedoeling om misdrijven te plegen. Als twee leden betrapt wordt op drugs dealen, dan kan je die leden wel veroordeeld krijgen maar je kan niet aantonen dat het in opdracht van de club gebeurd is. De omerta, de zwijgplicht, is heel strikt bij de leden van die bendes. Ze zullen hun club nooit verraden. Op vlak van justitie zijn die bendes dus heel moeilijk aan te pakken. Als de politiek dit als een maatschappelijk probleem aanziet, dan zal men daar zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en de wet aanpassen”, klinkt het.

Cel Highsider viseert criminele motorbendes

De cel Highsider van de federale politie bestaat uit drie mensen die zich voltijds met het fenomeen van criminele motorbendes bezighouden. Om hun anonimiteit te waarborgen, worden de namen van de leden van de cel angstvallig uit alle processen-verbaal gehouden en bij een huiszoeking dragen ze altijd een bivakmuts. “Volgens ons is er geen sprake van een zogenaamd waterbedeffect, waarbij de bendes naar andere provincies uitwijken”, klinkt het bij Highsider. “Het is wel zo dat het aantal chapters van motorbendes op tien jaar tijd verdrievoudigd is en dat hun ledenaantal de afgelopen tien jaar sterk gestegen is. We hebben geen elementen die wijzen op een samenwerking tussen No Surrender en clubs zoals Outlaws, Blue Angels of Hells Angels. Integendeel, deze oudere clubs verzetten zich openlijk tegen de clubs die tot de nieuwe ‘familie’ behoren, zoals No Surrender of Satudarah die in Europa zijn ontstaan”, klinkt het. Voorlopig ziet het er volgens Highsider dus niet naar uit dat West-Vlaanderen het strijdperk der motorbendes zal worden, maar toch houden we maar beter de vinger aan de pols. “Momenteel kijken wij uit naar de evaluatie van het ARIEC in Antwerpen en Limburg. Maar ook in Oost- en West-Vlaanderen zou de oprichting van zo’n ARIEC zeker een meerwaarde betekenen.” (LK)

‘Bikerslang’ voor beginners

1% MC: de benaming voor een motorclub die zich wil onderscheiden van de 99 procent van de motorclubs die zich netjes aan alle regels houdt. Door te stellen dat ze ‘1%’ zijn, stellen deze motorbendes zich volgens justitie buiten de wet. Op hun motorvesten dragen de leden een patch met daarop ‘1%’.

Colors: het logo van de club dat gedragen wordt op de motorvest. Alleen de ‘full members’ mogen dit op de achterkant van hun motorvest dragen. Meestal is het logo vergezeld van de naam van de motorbende en de plaats waar ze gevestigd zijn.

Hangaround: het laagste stadium van lidmaatschap. Als je lid wil worden van een motorclub, begin je als ‘hangaround’.

Prospect: het volgende stadium op de weg naar het volledige lidmaatschap. Als ‘prospect’ ben je aanvaard door de club, maar moet je je toewijding nog bewijzen.

Full member: na het succesvol doorlopen van de eerste twee fases, kan je nu volwaardig lid worden en krijg je ook de colors. Nu kan je ook andere functies binnen de club opnemen, zoals penningmeester (treasurer), wegkapitein (road captain), wapenmeester (sergeant at arms) of president.

Chapter: een lokale afdeling van een motorclub. De Hells Angels noemen hun afdelingen ‘charters’.

Support club: een motorclub die opgericht werd om een al bestaande motorclub te steunen. Volgens de politie doen deze clubs het vuile werk voor de grote clubs.

Good/Bad standing: wie zich misdraagt, kan uit de club gezet worden. Dat gebeurt dan in ‘bad standing’, een oneervol afscheid. De colors moeten teruggegeven worden, vaak wordt de motor eigendom van de club en eventuele tatoeages die verwijzen naar de club moeten worden verwijderd. Wie de club wel eervol kan verlaten, doet dat in ‘good standing’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier