Topondernemer Jurgen Ingels even terug in Roeselare

Jurgen Ingels : "Mensen moeten mij attent maken als ik ooit verander". (foto Stefaan Beel) © Stefaan Beel
Peter Soete

Jurgen Ingels heeft Roeselare al een tijdje achter zich gelaten. De topondernemer en techpionier woont in Sint-Katelijne-Waver, maar komt nu en dan terug naar zijn geboortestad. Zijn ma woont er nog. We dronken koffie met een Leonidas-praline op de Grote Markt.

Je komt nog in Roeselare voor je ma, maar ook voor deze Leonidas-zaak op de Grote Markt?

“Dat laatste is overdreven (lacht). Mijn ma is verhuisd van Beveren naar de Brugsesteenweg in Roeselare en zo kom ik weer meer in het stadscentrum, dat klopt. Ik heb enkele jaren geleden dit pand op de Grote Markt gekocht en ik ben er samen met een bevriende chocolatier uit Diksmuide een Leonidaswinkel en koffiezaak in begonnen. We hebben elk de helft van de aandelen.”

Een toplocatie in Roeselare, dus ook een topomzet?

“In de horeca mag niet veel fout gaan om alles onder druk te zetten. In de technologiesector zijn de marges meer haalbaar. Je hebt één keer de ontwikkelingskost voor de software en die blijft dezelfde als je het product 100 keer of 100.000 keer verkoopt. Het komt er dus op aan om een goed product te hebben én een goede verkoper te zijn (lacht).”

Technologie blijft voor jou de toekomst?

“Absoluut, want nu hebben we nog maar een fractie van de haalbare technologie ontwikkeld in onze maatschappij. Ruimtevaart fascineert me al mijn hele leven. Wel, we staan nog maar aan het begin. Het is mijn frustratie dat wij maar een beperkt aantal jaren te leven hebben. Binnen 5.000 jaar zullen de kinderen tegen elkaar zeggen ‘amai, in het jaar 2000 gingen de mensen nog dood’. Ja, ik ben echt overtuigd dat we ook daar een oplossing voor zullen vinden.”

Herken je het Roeselare van je jeugd nog wel?

“Minder en minder natuurlijk. Er zijn veel gebouwen verdwenen of ze hebben een andere bestemming gekregen, denk maar aan de Bank van Roeselare, de vroegere RTT-gebouwen of de Grand Bazar. Ik merk ook dat er heel veel appartementen worden gebouwd en dat vind ik jammer. Roeselare is veel meer internationaler geworden in vergelijking met mijn jeugd, maar zo is onze maatschappij natuurlijk geëvolueerd. Wel vind ik de stad zeer proper.”

Je kent burgemeester Kris Declercq goed?

“We hebben nog samen in de jeugdraad gezeten, hij voor het College en ik voor de VMS. En Kris was voorzitter, toen al (lacht). We hebben nog een Spel zonder Grenzen voor de Roeselaarse scholen georganiseerd op de Grote Markt en samen hebben we ook enkele fuiven georganiseerd. Dat was twee keer prijs: enerzijds hadden we het plezier van organiseren, kaarten verkopen en medewerkers motiveren en anderzijds stelde mij dat ook in staat om langer uit te gaan op zaterdagavond. Voor een gewone fuif had ik een strikt thuiskomstuur van mijn ouders maar als ik die zelf organiseerde, kon ik blijven tot de laatste.”

Jij bent nu een bekende Belg: topondernemer, gevraagd voor televisieprogramma’s en interviews in De Tijd en Trends. Toch hou je je familie angstvallig uit de schijnwerpers.

“Mijn vrouw en ik willen onze kinderen op een zo normaal mogelijke manier opvoeden. Ik weet nog steeds hoeveel een brood kost, ik zal nooit zotte prijzen betalen voor een fles wijn en ik vlieg nog steeds in economy, uitgenomen als ik naar Nieuw-Zeeland en Azië vlieg. Wij willen onze kinderen ook met hun beide voeten op de grond houden. Ik hoop trouwens dat de mensen die mij omringen me onmiddellijk zullen verwittigen als ik me ooit anders zou gedragen.”

Je ouders waren gewone mensen uit de middenklasse. Heb je daar nadeel van ondervonden?

“Zelfs in 2020 is het nog moeilijk om van sociale klasse te veranderen. Kinderen uit lagere sociale klassen lopen het risico op een achterstand op school, ze hebben een sociale achterstand want hun ouders hebben niet de contacten die deuren voor hen openen, die kinderen hebben ook een financiële achterstand. Toen ik studeerde, werkte ik ook al 30 uren per week in de Quick om mee te helpen betalen. Mijn ouders hadden twee universiteitsstudenten, want mijn broer Benny is handelsingenieur en heeft ook Toegepaste Economische Wetenschappen gestudeerd. Mijn ouders hebben daar veel voor opgeofferd en dat zullen Benny en ik nooit vergeten.”

Maar de ongelijkheid bestaat nog?

“Zeker. Vergelijk het met een loopwedstrijd. Een kind uit een minder gegoed gezin staat mee aan de start maar begint 100 meter verder achteruit voor dezelfde race. Kan hij de race winnen? Ja, als hij een zeer goede loper is. En dat is het leven. Pas op, ik neem niemand iets kwalijk dat dit zo is. Het is gewoon een vaststelling. Mijn kinderen zullen meer kansen krijgen, maar ze zullen nooit mogen vergeten hoe dit komt.”

Je kunt al rentenieren, maar doet het niet?

“In oktober komt mijn boek ’50 lessen voor ondernemers’ uit en ik wil blijven investeren in jonge technologiebedrijven. Van nietsdoen zou ik ongelooflijk ongelukkig worden.”

Bio

Privé

Geboren in Roeselare op 16 maart 1971, gehuwd met Sarie Pieraerts, twee kinderen Timon (17) en Fien (14). Woont in Sint-Katelijne-Waver.

Opleiding

Lager onderwijs in Vikingschool en middelbaar in de VMS. Twee jaar ingenieursstudies in Oostende en dan pol. en soc. wetenschappen aan UFSIA, vervolgens MBA aan Universiteit Antwerpen. Bij Gemeentekrediet van 1996 tot 2001, mede-ontwikkelaar en CFO van Clear2Pay tussen 2001 en 2014, van 2014 tot nu motor van investeringsfonds Smartfin Capital en bestuurder bij verschillende bedrijven.