Toekomstfestival Over Morgen met Katrien Vermeire: “Onze toekomst? Onder water!”
Hoe leven we in 2050? Op die vraag wil ‘Over Morgen’ een antwoord geven. Het toekomstfestival laat inwoners van West-Vlaanderen aan het woord over identiteit en over hoe zij leven en werken hier ervaren. Fotografe Katrien Vermeire heeft in de eerste plaats een band met de zee. In West-Vlaanderen maar ook op andere plekken in de wereld.
Katrien Vermeire (44) groeide op in De Haan, studeerde fotografie en sloeg vervolgens, gesteund door de Vierjaarlijkse Prijs voor Beeldende Kunst die de Provincie West-Vlaanderen haar in 2003 toekende, haar vleugels uit. Sindsdien is haar werk te zien op groeps- en solotentoonstellingen in ons land maar ook ver daarbuiten. Naast haar eigen artistieke werk engageerde ze zich onder meer voor fotografische en audiovisuele projecten in samenwerking met het FotoMuseum, het Havenbedrijf van Antwerpen en de Vlaamse Opera. Momenteel woont ze samen haar man en hun vijfjarige zoontje in Oostende.
Wim Opbrouck, curator van het festival Over Morgen, vroeg Katrien om portretten te maken van ‘gewone’ West-Vlamingen, die in het vernieuwde Provinciaal Hof tussen de staatsieportretten van de verschillende provincieraadsvoorzitters zullen worden opgehangen. Daarnaast toont ze er ook de film String Figures die ze in 2016 maakte. Een project met touwfiguren in de hoofdrol, dat voortvloeide uit haar belangstelling voor ‘spelen’, een onderwerp dat ze eerder al verkende in een film over de typische strandactiviteit waarbij strandbloemen geruild worden voor schelpen.
Hoe vul jij het begrip ‘identiteit’ in?
“Ik ben letterlijk aan het strand opgegroeid, een plek die me vertrouwd is en die tegelijk een poort op de wereld opent. Ik was er altijd omringd door kinderen die van overal kwamen, en denk wel dat ik daardoor op een andere manier in contact kwam met anderen. Op een heel vrije manier ook, we konden gaan en staan waar we wilden aan zee. Ik vermoed dus dat dit anders is dan opgroeien in een dorp waar je nauwelijks in contact komt met de buitenwereld.”
De zee geeft me het gevoel dat ik er thuishoor maar ook dat ik er altijd opnieuw kan vertrekken
“Die kustcontext heeft een invloed gehad op wie ik vandaag ben. Daarom ook ging ik voor het fotoproject voor Over Morgen op zoek naar kinderen die ik fotografeerde op de plekken die mij als kind vertrouwd waren en dat nog altijd zijn: het strand, maar ook de duinen en bossen achter de kustlijn. Ook kinderen uit andere streken, maar die ik wel als West-Vlamingen beschouw, omdat ze hier bijvoorbeeld elke vakantie doorbrengen.”
Voel jij je zelf ‘een West-Vlaamse’?
“Ik sta daar eigenlijk niet bij stil. Ik voel me hoe dan ook in de eerste plaats een kustbewoner. Mijn blik was en is altijd op de zee gericht. Die zee geeft me ook het gevoel dat ik er kan vertrekken wanneer en waarheen ik maar wil. Daarnaast voel ik me ook Europeaan, wat dan weer te maken heeft met de vrijheid van denken die hier nog vrij vanzelfsprekend is. Tegelijk heb ik een nauwe band met de VS, waar we lange tijd verbleven. Ik herken het beeld dat de media in Europa van de VS ophangen absoluut niet. Ik hou er enorm van de overweldigende natuur en de avontuurlijke en hartelijke natuur van de mensen die we er leerden kennen. Het lange verblijf in Noord-Californië heeft me sterk beïnvloed en maakt ook een groot deel uit van wie ik nu ben. Nu blijven we wel even in België. Maar dan wel onvoorwaardelijk vlak bij de zee. Dat hier ook mijn familie woont en we hier dus een netwerk hebben, speelt zeker ook een rol. Ik denk dat het goed zal voelen om een thuisbasis te hebben, na jaren een vrij nomadisch bestaan te hebben geleid. Een plek waar ik een eigen atelier kan uitbouwen ook, waar we samen kunnen werken met creatieve mensen.”
Hoe kijk jij dan naar hoe West-Vlaanderen met haar toekomst omgaat, bijvoorbeeld met het festival Over Morgen?
“Ik vind het fantastisch dat een prachtig historisch gebouw als het Provinciaal Hof in ere wordt hersteld. En dat van daaruit een nieuw project wordt ingezet, met aandacht ook voor kunst, maakt het helemaal mooi. Maar of dat nu in Brugge gebeurt of in Gent, maakt voor mij minder uit.”
Welke West-Vlamingen of initiatieven in West-Vlaanderen volg jij van nabij?
“Niet zo veel, ook al omdat we veel in het buitenland verbleven. Ik werkte wel samen met inspirerende initiatieven als Kaap, en het vanuit Oostende gestuurde filmplatform Monokino. Ik kom ook graag in MuZee. Ik denk ook aan Peter Verhelst, met wie ik samenwerkte aan een kunstintegratie project voor Oostende, over het Groen Lint. Of Ria Verhaeghe en Alexis Destoop die ik leerde kennen in Sydney toen ons werk er samen geselecteerd werd voor de Biënnale in 2012. Of Sarah Vanagt met wie ik enkele films samen maakte, maar die net zoals Alexis niet meer in West-Vlaanderen woont. Enkele jaren geleden ontdekte ik in het ‘diepe’ West-Vlaanderen tijdens een project een weverij, een voor mij typisch Belgisch verhaal. Een vitrine met baby-, communie- en huwelijksfoto’s in textiel geweven. Maar de weverij is wel wereldberoemd. Chuck Close werd hier regelmatig met een limo afgezet om zijn werk te laten weven! Ik vind het wel jammer dat het provinciebestuur niet langer beginnende creatieve West-Vlamingen bekroont. (De Provincie moest op 1 januari 2018 haar cultuurbeleid overhevelen naar Vlaanderen, red.) De Vierjaarlijkse Prijs voor Beeldende Kunsten die ik bij het begin van mijn carrière kreeg, heeft destijds zeker deuren voor mij geopend. Nu zijn er weliswaar initiatieven op Vlaams en federaal niveau, maar een West-Vlaams aanspreekpunt voor beginnende kunstenaars was zeker ook waardevol volgens mij.”
Wat zijn voor jou dé uitdagingen voor West-Vlaanderen? Hoe denk jij dat we in 2050 zullen leven?
“Onder water! Vanuit mijn standpunt bekeken, hoop ik dat er zo gauw mogelijk een kustverdediging tegen de klimaatverandering wordt gebouwd. We zijn nog steeds veel te optimistisch op dat vlak. Er is gelukkig al een visie op wat er moet gebeuren, maar er moet ook nú actie ondernomen worden. Het klimaat baart me zorgen, ja. Ik lees er veel over. Dat Europa de natuurherstelwet niet op de rails krijgt, is in het licht van wat er ons te wachten staat haast niet te geloven.”
En waar zie je jezelf in 2050?
“Ik denk dan vooral aan mijn zoontje en de kinderen in de wereld en in welke wereld zij zullen leven in 2050. Hopelijk hebben zij een thuis, omgeven door natuur, kunst en inspirerende mensen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier