Toekomstfestival Over Morgen met Dalilla Hermans: “Er beweegt in West-Vlaanderen meer dan buiten de provincie geweten is”

Vier jaar geleden kwam Dalilla samen met haar man en hun drie kinderen in Brugge wonen. © Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Nancy Boerjan

Hoe leven we in 2050? Op die vraag wil ‘Over Morgen’ een antwoord geven. Het toekomstfestival laat inwoners van West-Vlaanderen aan het woord over identiteit en over hoe zij leven en werken hier ervaren. Schrijfster Dalilla Hermans vergelijkt identiteit graag met een lasagne: de laagjes maken de mens.

Tijdens het toekomstfestival Over Morgen brengt Wim Opbrouck drie keer de voorstelling J’aime la vie, een avondvullend programma waarin artiesten, kunstenaars en wetenschappers van divers pluimage met elkaar in gesprek gaan over de toekomst van West-Vlaanderen. Dalilla Hermans (38), die als Rwandese opgroeide in de Kempen, zal het daarbij hebben over hoe ze het ervaart om een nieuwkomer te zijn en over wat identiteit voor haar betekent. Vier jaar geleden kwam ze samen met haar man, de Brugse muzikant Willem Blontrock, en hun drie kinderen in Brugge wonen. Daar bereidt ze als trajectcoördinator de kandidatuur van Brugge als Europese culturele hoofdstad 2030 voor. Op woensdag 17 april gaat bovendien haar nieuwste voorstelling Queen (M)other in première in het Concertgebouw, een portret van moeders in de Afrikaanse diaspora.

Wat betekent identiteit voor jou?

“Voor mij staat identiteit voor alle laagjes die van mij de mens maken die ik vandaag ben. Ik heb bijvoorbeeld altijd contact gehouden met mijn biologische moeder, allicht daardoor voel ik mij zowel thuis in Rwanda als in de Kempen. Alle lagen die zich op die manier gevormd hebben, bepalen samen hoe ik denk, hoe ik de wereld rondom mij ervaar, maar ook hoe ik naar mezelf kijk. Bovendien is identiteit veranderlijk, niemand blijft zijn hele leven lang dezelfde.”

“Ik hecht veel belang aan identiteit. Net als veel anderen met een immigratie- of adoptieachtergrond werd ik al jong geconfronteerd met de vraag wie ik ben en waar ik me goed voel. Maar vooral de jongste jaren ben ik daarmee thematisch aan het werk. En dan heb ik het vooral over mijn eigen positieve interpretatie van identiteit. Want er bestaat ook zoiets als een collectieve identiteit en daar hoed ik me voor, omdat er gevaren verbonden zijn aan identitair denken: we kunnen ook te veel bezig zijn met wie we zijn en met wie al of niet deel uitmaakt van de groep. En die interpretatie van het begrip identiteit geeft me vooral een dubbel gevoel. We moeten niet altijd onszelf als individu centraal stellen, er zijn ook andere manieren om een probleem of – ruimer – de maatschappij te benaderen.”

Wat roept West-Vlaanderen bij jou op?

“Ik ben al twaalf jaar, sinds ik Willem ontmoette, omgeven door West-Vlamingen! (lacht) En ik heb een zwak voor hen. Als Kempische herken ik me in wat ik als de West-Vlaamse mentaliteit beschouw: voeten op de grond, niet te zot doen. Een beetje timide en ook wel gesloten, maar eens je daar doorheen komt, blijken West-Vlamingen open en warme mensen.”

“In 2050 zie ik mezelf als omaatje aan een grote kersttafel vol familie”

“Het valt me wel op, zeker sinds ik in Brugge woon, dat nogal wat West-Vlamingen zélf een negatief beeld over zichzelf uitdragen. West-Vlamingen zijn vaak hard voor zichzelf. Maar tegelijk kun je als nieuwkomer toch maar beter niet al te veel kritiek op hen leveren, want dat wordt dan weer moeilijker aanvaard.”

“Voor ik in Brugge kwam wonen, werd ik wel eens gewaarschuwd – ook door Bruggelingen – dat mensen er niet erg ruimdenkend zijn. Ik kan alleen maar vaststellen dat ik het tegendeel ervaar. In mijn werkveld ben ik in Antwerpen veel vaker op een muur gebotst dan in Brugge. Hier lijkt de goesting om eens iets te proberen groter. Als je een project met goeie argumenten kunt staven, vind je altijd wel mensen die er hun schouders onder zetten.”

Wie of wat valt jou op in het West-Vlaamse culturele veld?

“De programmatie van het Concertgebouw heeft mij aangenaam verrast. Ik ben geen kenner van klassieke muziek, maar er valt veel meer te beleven dan louter klassieke concerten. Wat Kaap in Oostende en Brugge doet, is ronduit vernieuwend. Maar ook in Kortrijk heeft zich de voorbije jaren een grote evolutie voltrokken: er is het Memento Woordfestival, de jongerenwerking De Stroate… Er beweegt hier veel meer dan buiten de provincie geweten is. Want ik geef toe: toen ik nog in Antwerpen woonde, ging ik ook niet op zoek naar cultuur in Oostende of Kortrijk. Terwijl er echt wel kleppers zijn – denk maar aan Theater aan Zee – die de verplaatsing waard zijn.”

Het festival Over Morgen kijkt in de eerste plaats naar de toekomst en naar de rol die nieuwe technologie daarin kan krijgen. Hoe zie jij die toekomst?

“Ik ben hier nog niet lang genoeg om daar veel over te kunnen zeggen. Door mijn job krijg ik soms wel een inkijk in plannen voor de komende jaren, en daar kan ik wel uit besluiten dat er – onder meer in functie van de klimaatverandering – heel wat op stapel staat. West-Vlaanderen verricht pionierswerk op technologisch vlak. Misschien net doordat de tijd hier dringt? De kust zal als eerste de gevolgen van een stijgende zeespiegel ondervinden. En net doordat hier nog veel aan landbouw wordt gedaan, gaat men op zoek naar vernieuwende projecten om de uitdagingen te trotseren.”

Voor welke uitdagingen staat West-Vlaanderen op cultureel vlak?

“Zoeken naar een nieuwe manier om met cultuur om te gaan. Mensen ontmoeten elkaar steeds minder, hebben minder sociaal contact. Cultuur heeft de kracht om ons opnieuw te verbinden. Vroeger volstond het dat een festival een goed programma had. Nu zoeken organisatoren naar beleving, thema’s om rond te werken… Er is nood aan dat soort verbinding.”

Waar hoop je dat West-Vlaanderen staat in 2050?

“Het lijkt me van langsom moeilijker om in de toekomst te kijken. Artificiële intelligentie was tot voor kort iets dat toekomstmuziek was, nu geraakt het snel ingeburgerd. Ik heb geleerd dat het weinig zin heeft om weg te lopen van wat onvermijdelijk toch te gebeuren staat. Ik gebruik nu zelf af en toe ChatGPT. Het is een hulpmiddel, denken doe ik nog altijd zelf. Al hoop ik dat er ook vanuit het beleid verantwoordelijk omgesprongen wordt met al dat nieuwe.”

“Maar hoe dan ook hoop ik dat de evolutie naar meer verbinding zich doorzet. Of dat de nood daaraan tegen dan zo groot geworden is dat we er echt wel aan werken. En dat we een balans hebben gevonden tussen omgaan met de nieuwe technologieën en de zorg om elkaar. Uitdagingen als klimaat, immigratie, zorgverlening… zullen ook bij ons nog groter worden, maar hopelijk leren we tegen dan eindelijk beter samenleven en oplossingen bedenken.”

Waar zie je jezelf in 2050?

“Dan ben ik 64 en zie ik mezelf als omaatje aan het hoofd van een grote kersttafel vol familie. (lacht) Eens de kinderen op eigen benen staan, zou ik ook nog willen reizen. En ik hoop fysiek gezond te blijven. Tegen dan moeten alle ouderdomskwaaltjes opgelost zijn, toch?”

Ontdek het volledige programma op festivalovermorgen.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier