Tien procent meer daklozen in Oostende
Het aantal dak- en thuislozen in Oostende steeg met 10 procent. In de winterprik van vorige week was de nachtopvang voor hen volzet. “Voor de eerste keer is er één plan van aanpak”, zegt schepen van Welzijn Natacha Waldmann (Groen). “Na afloop zullen we precies weten hoeveel mensen in die situatie zitten en hoe groot de groep daklozen is die we nog niet kennen. Daarna zullen we ons beleid moeten bijsturen.”
Zoals elke centrumstad kampt ook Oostende met dak- en thuisloosheid. Dat wordt steeds zichtbaarder in het straatbeeld: mensen verblijven in portalen van gebouwen en in de winkelstraten of ze vertoeven op drukke publieke plaatsen, zoals cultuurcentrum De Grote Post. Oostende zet sinds een drietal jaar volop in op de aanpak van de dak- en thuisloosheid. De nachtopvang Imagine werd een volwaardig doorgroeihuis. “Voor het eerst is er één plan. Wij hebben een nachtopvang geopend, die het hele jaar door werkt. De ploeg medewerkers werd uitgebreid van vier naar twaalf. Dit jaar was er hier op sommige dagen een wachtlijst, maar niemand moest buiten slapen. In noodsituaties leggen we trouwens enkele matrassen bij”, zegt schepen van Welzijn Natacha Waldmann (Groen). Cijfers tonen aan dat de dakloosheid stijgt: in heel 2019 (het laatste normale jaar voor de pandemie) werden net geen 200 mensen geregistreerd. In 2022 waren dat er 221 (cijfers tot 1 december). 106 mensen maakten minder dan één week gebruik van het Doorgroeihuis, 115 langer dan zeven dagen. Van die 221 mensen vond al 36 inmiddels huisvesting.
Extra plaatsen in koudegolf
“We hebben een uitgebreid aanbod rond dak- en thuisloosheid en proberen om geen blinde vlekken te hebben. In het doorgroeihuis is er niet enkel opvang, maar ook ambulante begeleiding”, zegt de schepen. Naast 20 opvangplaatsen in het doorgroeihuis heeft Oostende ook nog het ‘Huis Gerard’, waar mensen in acht studio’s kunnen verblijven in een eerste stap naar zelfstandig wonen. Ze konden zo al tien mensen doorsturen. “Daarnaast hebben we ook nog het project Housing First, waar het aantal plaatsen werd opgetrokken van 5 naar 18, en we de prioriteit leggen op het hebben van een dak boven het hoofd. Uiteraard begeleiden we zowel de mensen in Huis Gerard als van Housing First.”
De stad voorzag extra opvang in de koudegolf van vorige week. “Er waren 15 extra plaatsen bovenop de vaste 20 plaatsen. Die 36 bedden waren al snel allemaal ingevuld en bleven ook de hele winterprik bezet. Deze week zijn we, na de winterprik, weer overgeschakeld op het gewone regime. Mensen bellen ‘s morgens in en weten dan of ze plaats hebben. Ze kunnen dan op zoek naar alternatieven. Als er plaatsen vrij zijn, dan worden ze gebeld.”
Deze winter loopt ook een telling, waarvan de resultaten, dit voorjaar verwacht worden. “Voor het eerst is er een telling van het aantal mensen. Alle diensten leggen hun gegevens samen en we zullen nadien precies weten hoeveel mensen dakloos zijn en hoe groot het ‘dark number’ is. Een grote groep is immers nog niet gekend en nadien zullen we dus ons beleid moeten bijsturen, andere acties doen op andere terreinen”, zegt Natacha Waldmann.
Ophalen met de auto
Tijdens de winterprik werden extra inspanningen gedaan om daklozen tot bij de nachtopvang te brengen. “Dat betekent dat we met een viertal medewerkers ‘s avonds onze ronde deden en mensen probeerden te overtuigen. We dwongen niemand”, zegt coördinator straathoekwerk Nancy Vanderostyne. Ze is al bijna 30 jaar actief. “Ik zag in die periode de profielen wel diverser worden. Tegenwoordig kampen mensen ook met meerdere problematieken dan enkel dakloosheid. De grote uitdaging is om met de diversiteit van de groep en met de agenda van de mensen op maat aan de slag te gaan.”
Overvloedstraat
Momenteel is het doorgroeihuis tijdelijk gevestigd in een voormalig woonzorgcentrum op de Torhoutsesteenweg in Mariakerke. De eigenlijke nachtopvang – het doorgroeihuis – bevindt zich in de Overvloedstraat. Dat gebouw wordt momenteel uitgebreid: de aanpalende ruimtes van het schoolgebouw (waar voorheen Medios was gevestigd) worden voor 150.000 euro verbouwd naar een ontmoetingsruimte, meer slaapplaatsen en plaats voor de medewerkers. Die werken zullen klaar zijn tegen de paasvakantie.
Mounir: “Gelukkig is er opvang in deze koude dagen”
Mounir Manaï (57) krijgt al een week onderdak in het doorgroeihuis. “Het is niet de eerste keer dat ik hier opgevangen word. Eind vorig jaar was ik een maand dakloos na een relatiebreuk. En ooit kon ik ook negen maanden terecht bij het CAW. Hier doen de begeleiders echt hun best om ons zo goed mogelijk op te vangen. Ze helpen me ook zoeken naar een dak boven mijn hoofd. Van Huis Gerard of Housing First heb ik nog niet gehoord. Overdag vertoeven sommigen in De Grote Post en het is een goede zaak dat het inloopcentrum in de Sebastiaanstraat tijdens de winterprik overdag open is.”
CAW Noord West-Vlaanderen: “Boosdoener zijn veel te hoge huurprijzen”
Bij het Centrum Algemeen Welzijnswerk Noord West-Vlaanderen wijst beleidsmedewerker Kathy Renaudin er op dat de problematiek van de dakloosheid toeneemt.
“De boosdoener is de huurcrisis, waarbij de prijzen de pan uit swingen. Het is een trend die we al enige tijd vaststellen. Tevens is het aantal beschikbare woningen op de privé- en sociale markt laag. We doen wat we kunnen, hebben 85 opvangplaatsen in Noord-West-Vlaanderen, waarvan 34 in Oostende, maar niet enkel bedoeld voor Oostendse dak- en thuislozen”, legt Kathy uit.
“Vroeger konden we mensen weer op de rails krijgen na zes maanden. Nu duurt het vaker tot meer dan een jaar vooraleer je een geschikte woning vindt. Op de private huurmarkt wordt dat steeds moeilijker. Er zal dus een oplossing moeten komen. Nooddorpen, zoals die nu gebouwd worden voor de vluchtelingen, kunnen hier misschien een oplossing bieden.”
Stereotiep klopt niet
Kathy Renaudin wijst er op dat het stereotiepe beeld van de dakloze niet klopt : “Eén op vijf zijn kinderen en heel veel daklozen hebben ook een reguliere job”, legt ze uit. “Ze gaan overdag werken en gaan ’s avond naar de opvang of slapen in hun auto. Er is ook veel verborgen dakloosheid, zoals bijvoorbeeld bij jongeren, het zogenaamde ‘sofasurfen’, waarbij ze bij vrienden, familieleden of kennissen een aantal nachten op de sofa slapen. Het is een goede zaak dat er momenteel een telling wordt georganiseerd in Oostende.”
Voedselbedeling Colsol: “Veel nieuwe mensen”
Bij hulporganisatie Colsol is Dominique Degraeve al 30 jaar bezig met voedselhulp. Door de verhuis van de Hangaar naar de Blauwkasteelstraat kunnen ze nu geen meubels en huisraad meer verdelen, maar de voedselbedeling gaat gewoon verder
“Tot voor kort kwamen hier mensen uit de wijde omgeving, tot zelfs Blankenberge. Sinds de oprichting van Foodsavers – het samenwerkingsverband tussen Oostende en zes gemeenten in de regio voor de verdeling van voedseloverschotten – richten we ons enkel tot Oostendenaars. Maar dat betekent niet dat de nood mindert. We geven twee keer per week voedsel aan 100 families, voor een 300-tal mensen.”
“Men mag elke drie weken langskomen. Dat betekent dat we elke maand ongeveer 1.300 mensen bereiken. Die komen hier trouwens enkel op doorverwijzing van OCMW, CAW, straathoekwerk, de Katrol of de sociale dienst van de VDAB. Er zijn inderdaad minder mensen uit de omliggende gemeenten, maar we zien dan weer meer nieuwe mensen, veel ouderen en mensen die ziek zijn.”
Loods
Colsol werkt met 42 vrijwilligers vanuit een loods in de Blauwkasteelstraat, die ze sinds kort delen met Medios. Ook Dominique kent de Oostendse daklozen : “Ook die mensen komen hier langs. Zij kunnen geen voorraden inslaan en we geven hen vaker dan bij anderen kleine hoeveelheden mee.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier