Thomas Vandenberghe (‘t Vlaams Huis) interviewt collega-cafébazen en de Izegemse nachtburgemeester Hoppie bij de spits af
Thomas Vandenberghe is sinds vier jaar de cafébaas van ’t Vlaams Huis. Maar ook hij zit ondertussen al maanden thuis. Om de Izegemse horeca onder de aandacht te houden, besloot hij om zijn collega-cafébazen te interviewen. En beginnen deed hij met Hoppie…
Thomas Vandenberghe (28) is een echt horecabeest. Al op zijn 16de ging hij bestellen op diverse plaatsen, maar hij kwam ook al snel onder de vleugels van Kristof Callens terecht. In juli 2017 nam hij de zaak ook over van de betreurde cafébaas. “Ik volgde in het hoger onderwijs een IT-opleiding, maar toen ik het café kon overnemen, heb ik alles laten vallen. Ik zeg niet dat je geboren moet zijn in het horecamilieu, maar eens je die microbe te pakken hebt, laat die je niet meer los. Bij mij is dat dus ook het geval.”
De horeca tracht nu een tweede lockdown te overleven, maar als jongerencafé had Thomas het niet makkelijk om ook in de periode tussen de twee lockdowns het hoofd boven water te houden. “Het was geen cadeau. Ik had voortdurend het gevoel dat ik voor politie moest spelen. Drinken en de maatregelen opvolgen, het ging moeilijk samen. Iedereen wist dat je niet aan de toog mocht staan, maar uiteindelijk heb ik met bierbakken een volledige muur rond mijn toog moeten bouwen.”
En toen de cafés dicht moesten om 23 uur en de restaurants pas om één uur na middernacht moesten sluiten, was het hek helemaal van de dam. “Ik dacht toen echt dat dat de doodsteek ging worden voor mijn zaak. Ik zag hier letterlijk niemand meer. Iedereen zat in cafés die plots ook restaurantjes bleken te zijn.”
Enkele feestjes
Maar Thomas bezit nog altijd het heilig horecavuur. “Ik praat met veel mensen en iedereen zit er zwaar door. Iedereen weet wat er met Kristof Callens is gebeurd, maar daarna verloren we nog mensen op die manier. Daarom wilde ik ook eens iets positiefs doen naar de buitenwereld. Iedereen weet dat het nu niet makkelijk is, maar ik wil mijn collega’s in de kijker zetten, zonder het over corona te hebben. Gewoon een babbel over de horeca, hoe ze er in beland zijn, wat hun drijfveren zijn… Bedoeling is om daar ook een financiële actie aan te koppelen. Het geld dat we inzamelen, zouden we dan gebruiken om enkele feesten te geven waarbij onze horecaondernmers ook wel bij varen.”
Als jonge kelner keek Thomas al op naar de cafébazen. “Hoppie van ’t 25ste Uur, Tom Sintobin van de Koornmarkt,… dat zijn figuren in een stad en zeker ook in het horecaleven. Daarom wilde ik hen ook voor de microfoon halen. Over sommige figuren kun je bij wijze van spreken al een boek schrijven. Die cafébazen geven ook kleur aan hun zaak. Je gaat er naartoe om hun parlé te horen. Het zijn ook vlotte babbelaars, dus kwam ik op het idee om hen te interviewen. Die interviews vinden plaats bij mij in het café. Er is hier voldoende ruimte, we hebben de nodige techniek
Vervlogen tijden
Hoppie
De richttijd voor de interviews is een uurtje. “Maar van Hoppie is dat 20 minuten langer uit gevallen. Met de sfeer onder de Izegemse horeca-ondernemers zit het trouwens wel snor. We hebben chatgroep waarin we wat info delen, maar het gebeurt wel eens dan we ’s avonds na sluitingstijd wel ergens landen . Vroeger was dat al eens bij Hoppie, nu is dat vaak in ’t Doolkruydt. En op oudejaarsavond, eigenlijk nieuwjaarsdag, is dat wel eens hier in ’t Vlaams Huis. Op zulke momenten wordt er veel verteld. Dan hoor je al eens wat anders niet verteld wordt. Iedere cafébaas heeft zijn ‘stoten’ meegemaakt en die willen we nu ook in die interviews weergeven. En ook over vervlogen tijden hebben we het. Toen je nog mocht roken in een café. Dat is nog niet zolang geleden,maar niemand kan het zich haast nog voorstellen hoe het was om in een café een sigaretje op te steken.”
“Café is mijn leven”
Bij de heropening hoopt Thomas Vandenberghe, die in Lichtervelde en Izegem opgroeide en nu in de Wezestraat in Emelgem woont, straks weer zonder al te strenge maatregelen te kunnen werken. “Liever wat langer dicht en daarna definitief weer open op de manier waarop we het voor corona gewend waren. Ik heb een zware job, ik ben nog jong, maar het nachtleven eist ook zijn tol. Je mag dat niet onderschatten, enkele dagen na elkaar amper twee uur slapen… Maar ik mis het toch enorm. Mijn café is ook mijn leven. Ik hoop dat straks de mensen het sociale aspect van het café weer herontdekken.”
Thomas denkt er ook nog een initiatief te ontwikkelen voor de jeugdverengingen, wil een FIFA-tornooi organiseren en wil zijn kijkers en luisteraars vragen laten lanceren voor de volgende cafébaas die op zijn rooster komt te liggen.
De filmpjes vind je terug via sociale media of op YouTube. Zoeken naar ‘Horeca Izegem’ en je stoot meteen op het filmpje van Thomas en Hoppie.
Hoppie: “Vrijgezel in café gesmokkeld”
Als eerste in de interviewreeks kwam Hein ‘Hoppie’ Dekiere (54) aan de beurt, al een kwarteeuw de nachtburgemeester van Izegem.
Over zijn roeping tot cafébaas: “Ik groeide op in een café en wilde altijd mijn eigen zaak. Jarenlang heb ik bij Daniël van De Sterre gewerkt. Het stond in de sterren geschreven dat ik de zaak zou overnemen, maar telkens stelde Daniël dat uit. Pas op, Daniël was graag gezien door zijn collega-cafébazen. Maar je moest hem geen geld vragen voor de kerstversiering op de markt. Daar deed hij niet aan mee.”
Over zijn café ‘t 25se Uur dat nog altijd te koop staat. “De eerste jaren heb ik het pand gehuurd. Ik belde met een bang hartje naar de eigenares om het te mogen huren… als café. Daarvoor was het een restaurant van een Hongaar. We zijn er van nul begonnen.”
Visie: “Ik wilde café houden en had geen echte visie. De openingsavond hadden we vrienden en familie uitgenodigd. En ook dj Davy om wat sfeer te brengen. Dat sloeg aan en Davy is 22 jaar gebleven.”
Dooddoener: “Het rookverbod heeft vooral in de nachtcafés zware gevolgen gehad. Vroeger kwam men ook van heinde en verre naar de Pekkerstad. Nu blijft men rond de kerktoren, uit vrees voor controles. De jeugd is daar ook veel gedisciplineerder in. Ik denk dat onze generatie de slechtste was, wij veegden daar onze voeten aan.”
Over de lockdown: “Ik heb een fiets gekregen voor mijn 50ste verjaardag. Tijdens de lockdown ben ik hem overal gaan tonen. Het is een goede fiets, maar je vermagert er niet van.”
De anekdote: “Ik had ooit iemand de toegang tot mijn café ontzegd om toch wel serieuze zaken die hij had uitgevreten. Ik zag die gast lange tijd niet, tot wat later een bende vrienden binnenkwam om een vrijgezellenavond te vieren. De vrijgezel was onherkenbaar verkleed. Tot bleek dat het om de bewuste jongeman ging. We hebben er hard om gelachen en hebben het bijgelegd.”
De primeur: “We zijn begonnen met de nootjes te geven bij een pintje. Dat kostte veel geld hoor, in topweekends deelden we er drie ketels uit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier