Zondagmiddag keek Vijve-trainer Rik Bettens (56) de dood in de ogen tijdens de voetbalwedstrijd tegen Aalbeke Sport in vierde provinciale. Thomas Malfait en Dickie Baetens, twee spoedverplegers die toevallig ter plaatse waren, dienden eerste hulp toe. Volgens beide hulpverleners maakte de aanwezigheid van een defibrillator vlak bij het veld het verschil.
“Zonder defibrillatietoestel zou alle hulp zeker te laat gekomen zijn”, aldus de 56-jarige Waregemnaar Dickie Baetens. “Bij Rik werd een hartritmestoornis vastgesteld. Dat wil zeggen dat het hart wel klopte, maar niet krachtig genoeg kon pompen om het bloed tot bij de organen te krijgen. In zulke gevallen is een AED (automatische externe defibrillator, red.) van goudwaarde. Hij mag van geluk spreken dat wij net op dat moment aanwezig waren. Ik volgde de wedstrijd vanuit de tribune, want mijn zoon speelt bij Jong-Vijve.”
Deerlijkenaar Thomas Malfait zag alles gebeuren vanop het veld. “Ik draaide me om nadat ik de supporters luid hoorde roepen. Plots zag ik onze coach liggen en ben er meteen naar toegelopen”, pikt de 23-jarige speler in. “Het was de eerste keer dat ik iemand reanimeerde die ik persoonlijk ken, dus het voelde best raar aan. Na enkele minuten reanimatie stond hij gewoon weer recht. Hij wilde de wedstrijd zelfs verder laten spelen (lacht).Ik ben blij dat alles goed gekomen is en hopelijk staat hij snel weer voor de dug-out.”
Meer EHBO-lessen
Beide hulpverleners benadrukken het belang van AED’s bij openbare gebouwen en sportverenigingen. “Niet zelden maakt zo’n toestel het verschil tussen leven en dood”, vertelt Dickie, die al 35 jaar meegaat op de spoeddienst van het OLV van Lourdes Ziekenhuis. “Waregem valt op dat vlak weinig te verwijten. Alle Waregemse sportclubs beschikken over een volledig functionele AED. We zien ze ook steeds vaker terug bij grote bedrijven. Voorts moedigen we privé-initiatieven ten volle aan. Aan het station heeft een kleine elektrohandelaar zich bijvoorbeeld zelf een AED aangeschaft en buiten geplaatst, zodat iedereen hier gebruik kan van maken. Het nut van die toestellen begint langzaam door te sijpelen bij de mensen.”

Dat een AED nuttig kan zijn, is een understatement. Uit onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat wanneer het slachtoffer binnen de eerste drie tot vier minuten gereanimeerd wordt en een stroomstoot krijgt toegediend, de overlevingskansen stijgen tot 60 à 70 procent. “Vooral de eerste minuten zijn cruciaal’, benadrukt Thomas. “In principe heb je drie tot vier minuten vooraleer de hersenen schade oplopen. Wordt het slachtoffer na vier minuten nog niet geholpen, dan verliest die elke minuut 10 procent van zijn hersenactiviteit. Het doel van een reanimatie moet altijd zijn dat het slachtoffer in dezelfde staat terug wakker wordt. Als omstaander is elke seconde dus van levensbelang. Zeker als je weet dat de ambulance er gemiddeld acht minuten over doet om ter plaatse te raken. Wanneer je als hulpverlener aankomt en er nog geen reanimatie werd toegediend, dan weet je eigenlijk al hoe laat het is. Daarom pleiten we voor meer EHBO-lessen op school”, aldus Thomas.
Durven helpen
Bij de plaatsing van een AED wordt altijd een infosessie of mini-opleiding gegeven. “Als dat toestel daar al vijf jaar hangt, ben je die opleiding vaak weer vergeten. Het lijkt me niet slecht dat dit af en toe opgefrist wordt”, vertelt Dickie Baetens. Zo’n apparaat is eigenlijk zeer gebruiksvriendelijk hoor. Alles wordt stap voor stap uitgelegd, zodat zelfs leken hulp kunnen bieden. Je kunt ook niets fout doen. Als het niet nodig is, zal het toestel geen stoot toedienen. Niet elke ritmestoornis hoeft immers gedefibrilleerd te worden. Er is dus geen enkele reden om niet te helpen. De mensen zijn vaak bang om iets verkeerd te doen, maar dat is eigenlijk onmogelijk.”
“Inderdaad, de enige fout die je kan maken, is om niet te helpen”, vult Thomas aan. “We zijn er ook van overtuigd dat iemand die de opleiding kreeg, vlugger zal ingrijpen. Durven helpen is een ding, maar je moet die toestellen natuurlijk ook weten hangen. Daarom moedigen we iedereen aan om meer om zich heen te kijken. Je zou versteld staan hoeveel AED’s je dagelijks voorbijloopt zonder het te beseffen. De mensen zouden zich bewuster moeten zijn van hun omgeving. De laatste dagen worden we ongelofelijk vaak aangesproken op straat. Volgens sommigen zijn we zelfs helden. Dat vind ik toch wat overdreven. Uiteindelijk hebben we niets speciaals gedaan. Mocht ik getuige zijn van een auto-ongeval, zou ik ook kijken of ik ergens kan helpen. Voor ons is dit gewoon part of the job“, besluit Thomas Malfait. (Maxim De Roo)
Rik Bettens: “Opleidingen voorzien” p>
Rik Bettens werd afgevoerd naar het ziekenhuis in Brugge. “Natuurlijk zullen de nodige onderzoeken nu nog moeten duidelijk maken wat er zich precies afgespeeld heeft”, aldus Rik. p>
Heb ik een infarct gehad of gaat het hier om hartritmestoornissen? Volgens de dokters wijst alles op het laatste, maar ze willen nog een aantal tests doen om klaarheid te scheppen”, aldus Rik. “Ikzelf wil natuurlijk ook absoluut weten wat er zich precies heeft voorgedaan, want dit is allesbehalve voor herhaling vatbaar.” p>
“Met mij gaat het ondertussen weer goed. Aan het begin van de wedstrijd voelde ik me niet honderd procent. Maar door even buiten te staan in de frisse lucht ging het na een tijdje wel beter. Van het moment waarop ik neerviel, weet ik zelf niets meer. Het enige wat ik me herinner, is dat ik plots wakker werd op de grond en dat er mensen boven mij stonden. p>
Ik kan Thomas en Dickie niet genoeg bedanken. Godzijdank liepen daar toevallig twee mensen rond die perfect wisten hoe ze dat ‘bakske’ (doelt op AED-toestel, red.) moesten bedienen, anders was het ‘Rik zaliger’ geweest. Ik heb enorm veel geluk gehad. Maar wat als zich nogmaals zoiets voordoet en niemand weet dit keer hoe zo’n AED werkt? Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat de nodige opleidingen voorzien worden en er bij elke wedstrijd iemand aanwezig is die hier mee kan werken.” (LK) p>