Stefaan (60) uit Zonnebeke liep al 823 races: “Per week loop ik 25 tot 50 kilometer, en af en toe al eens 70”

Stefaan Vander Meiren. (foto ZB)
Redactie KW

Stefaan Vander Meiren (60) uit de Oude Kortrijkstraat is van kleins af aan gebeten door de atletiekmicrobe. Hij heeft al 823 wedstrijden op de teller staan en is niet van plan om snel te stoppen: “Deelnemen aan wedstrijden vind ik fantastisch. Een portie gezonde competitiestress zorgt dat ik me jong blijf voelen.”

Stefaan werkt als commercieel verantwoordelijke rundveevoeding voor een veevoederbedrijf. Hij is getrouwd met Carine Forrez en de vader van Stien (30) en Josien (27).

“Een groot deel van mijn leven ben ik actief in de atletieksport”, vertelt hij. “Ik neem vooral deel aan loopwedstrijden over lange afstand. Mijn voorliefde gaat uit naar het veldlopen in de winter. Maar ook in de zomer ben ik actief, in stratenloopwedstrijden tussen tien kilometer en een halve marathon. Tussendoor neem ik ook wel eens deel aan een pistewedstrijd, op de 1.500, 3.000 of 5.000 meter.”

“Hoe dat allemaal begonnen is? In 1978 – ik was toen zestien jaar – voelde ik tijdens loopwedstrijden in KLJ-verband dat ik er aardig mee uit de voeten kon. Via contacten met Ludwig Haentjens, toenmalig trainer en secretaris van A.C. Ieper, sloot ik me aan bij die club en nam er deel aan veldlopen en pistewedstrijden, met in die tijd – mag ik wel zeggen – goede resultaten.”

Zijn studies hoger onderwijs en het kotleven in Kortrijk in 1980 brachten hem bij atletiekclub Kortrijk Sport. “Die periode beschouw ik als een hoogtepunt. Ik trainde intensief, onder leiding van Jan Broucke en wijlen Guy Dorchain, en de resultaten werden almaar beter.”

Niet trainen? Blessures!

Na zijn studies keerde Stefaan terug naar zijn atletiekroots bij A.C. Ieper, met als begeleiders Walter Vanrentergem en Armand Parmentier. “In die periode trainde ik minder en minder. Ik had een druk beroepsleven en we hadden twee kleine kinderen. Ik nam nog wel eens deel aan een wedstrijd, maar de resultaten gingen natuurlijk achteruit. En wie weinig traint maar toch wedstrijden loopt, die krijgt bovendien af te rekenen met blessures.”

In 2002 fuseerde A.C. Ieper met naburige clubs. FLAC werd de overkoepelende club, maar de lokale werking bleef bestaan. “Drie jaar geleden kwam ik via een initiatie speerwerpen, discuswerpen, kogelstoten in contact met de mensen van FLAC Poperinge. Sinds die tijd volg ik de trainingsschema’s afstandslopen van trainers Luc Busschaert, Ine Versavel en Steven Vandenbussche.

Tweemaal per week zijn er clubtrainingen. Als er op zondag geen wedstrijden zijn, is er ook clubtraining, telkens op een andere locatie. De laatste twee jaar train ik opnieuw meer en regelmatig. Per week loop ik 25 tot 50 kilometer, met soms een uitschieter tot zeventig. De resultaten verbeteren opnieuw, maar ik kan mijn leeftijd natuurlijk niet loochenen,” lacht Stefaan.

Sinds 1978 houd hij nauwkeurig alle resultaten bij. De teller staat nu op 823 wedstrijden. “Ik wil het zo lang mogelijk blijven doen. Deelnemen aan wedstrijden vind ik fantastisch. Een portie gezonde competitiestress zorgt dat ik me jong blijf voelen. En bij FLAC Poperinge voel ik me zeer goed omdat er niet alleen een competitieve geest heerst maar ook de wil om een fantastische groepssfeer te creëren.”

(NVZ)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier