Stad Oostende brengt behoeften van senioren in kaart
De afgelopen maanden vulden 670 Oostendse zestigplussers een vragenlijst in over diverse levensfacetten zoals wonen, welzijn, gezondheid, mobiliteit en vrije tijd. Het Ouderenbehoefteonderzoek is een samenwerking tussen Stad Oostende, de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Hogeschool Gent. Aan de hand van die enquête zal de Stad de beleidslijnen voor komende jaren vastleggen. Professor Nico De Witte (VUB) presenteerde de resultaten op donderdag 23 november tijdens de Seniorenweek.
Het ouderenbehoefteonderzoek gebeurde aan de hand van een steekproef uit het bewonersregister van Stad Oostende. Het onderzoek is een samenwerking tussen de Stad, de VUB en HoGent. Vrijwillige enquêteurs – zelf senior – kregen eerst een opleiding en gingen daarna met een vaste namenlijst op ronde.
Representatief beeld
De inwoners -allemaal tussen 60 en 103 Jaar- kregen vragen over onder meer wonen, welzijn, gezondheid, mobiliteit en vrije tijd. 670 Oostendenaars vulden de enquête in en vormen een representatief beeld van de Oostendse zestigplussers, goed voor een derde van de Oostendse bevolking. Professor Nico De Witte van de VUB presenteerde de resultaten van het onderzoek op donderdag 23 november, tijdens de Week van de Senioren. Wat opviel, is dat de cijfers per wijk heel verschillend zijn. Zo hebben de senioren in de wijk Centrum heel wat andere noden dan pakweg de senioren in de wijk Zandvoorde.
Hoe ouder de bewoner, hoe belangrijker de woning en de directe woonomgeving
93% van de bevraagde ouderen woont nog zelfstandig thuis, 4,6% in een assistentiewoning. Bijna de helft van de ondervraagden woont in een appartement, een op de drie is de laatste tien jaar nog verhuisd. Dat cijfer wordt in Oostende voor een stuk ook meebepaald door de instroom van gepensioneerden uit het binnenland. Opvallend is dat heel weinig ouderen de stap naar een woonzorgcentrum zien zitten. Nochtans geeft bijna vier op tien aan dat de huidige woning ernstig onaangepast is. Ook het wegtrekken van bankkantoren (52,5%) en postkantoren (33,5%) wordt als een verlies ervaren in de woonkwaliteit. Een op drie wil graag meer buurtwinkels. Wat betreft groen in de buurt geeft 82% van de senioren aan tevreden te zijn.
De Oostendse senioren zijn nog heel mobiel
In onze compacte stad worden afstanden vooral te voet (75%) en per fiets (31%) afgelegd. De elektrische fiets (23,4%) is duidelijk een populair vervoermiddel. Een op drie maakt regelmatig gebruik van bus en tram. 82,7% zegt tevreden te zijn over het aanbod aan openbaar vervoer. Een op vier geeft aan dat het verkeer naar hun gevoel te druk is in de wijk en dat er een verhoogde aandacht nodig is voor de staat van de voetpaden en de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stad voor wie minder mobiel is. Verkeersonveiligheid is een belangrijke bezorgdheid voor 46% van de bevraagde senioren.
Het opleidingsniveau en het inkomen van de Oostendse senioren zijn gestegen
Het opleidingsniveau en het inkomen van de bevraagde senioren zijn gestegen in vergelijking met de vorige bevraging. Gezien ook de prijzen van goederen en diensten gestegen zijn, geeft 37,5% echter nog steeds aan moeilijk financieel rond te komen. Oostendse senioren zijn echter behoorlijk zelfredzaam als het aankomt op administratieve zaken. Twee op de drie senioren kan goed om met het invullen van formulieren en het vinden van informatie.
Hulp aan huis
Vier op de vijf senioren geeft aan voldoende te kunnen investeren in zelfzorg, sociale activiteiten en verplaatsingen. Een op vier voelt zich echter beperkt in de uitoefening van huishoudelijke taken. Als er hulp nodig is, dan komt die in de eerste plaats van de kinderen (38,3%), de partner (34,6%) en de kleinkinderen (10,8%). Nabijheid van een familiaal netwerk is dus belangrijk.
Vereenzaming bij senioren is een belangrijke uitdaging
Meer dan een op vier van de senioren is alleenstaand. 27,4% zegt daarnaast ook weinig kennissen te hebben in de wijk. Dat kan opgevangen worden op verschillende manieren: 32,6% is lid van een vereniging, 18% is lid van een seniorenvereniging, 22,8% doet aan vrijwilligerswerk. Het familiaal netwerk van heel wat Oostendse senioren woont niet in de regio, wat de nood aan het uitbouwen van een ander netwerk extra belangrijk maakt.
De verzamelde cijfers op dit vlak geven een mogelijk risico op vereenzaming. 14% van de respondenten geeft aan zich nu al ernstig eenzaam te voelen, hier ligt dus een belangrijke uitdaging voor het seniorenbeleid de komende jaren.
Er is zeker nog potentieel op het vlak van verenigingsleven en vrijwilligerswerk, want 35,5% zegt lid te willen worden van een seniorenvereniging of vrijwilligerswerk (23,5%) te willen doen in de toekomst.
Bevraging is een startpunt
Schepen van Seniorenbeleid Natacha Waldmann: “De toegelichte cijfers geven een eerste inkijk in het vele cijfermateriaal dat we nu nog verder zullen analyseren. We gaan nu verder aan de slag met de verzamelde gegevens van het Ouderenbehoefteonderzoek en zetten bijkomende stappen richting een seniorenvriendelijke stad. We zullen daarom het seniorenbeleid, samen met de Senioren Advies Raad Oostende en senioren zelf, nog verder verfijnen en de dienstverlening, maar ook het aanbod naar ouderen beter laten aansluiten bij hun noden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier