Rodenbachgesprek met Tine Willem: “Ik ben ongelooflijk trots op mijn gezin”

Tine Willem en de labrador Merlot zijn vaak samen op stap in de Roeselaarse buitenrand. (foto Stefaan Beel) © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Peter Soete

Tine Willem zal ‘niet moeten terugkeren’ om te werken, zoals we dat zo mooi in het Roeselaars verwoorden. De mama van Jules en Marie en echtgenote van Francis staat iets na vijf uur ‘s morgens al op en trekt pas na acht uur ‘s avonds de deur achter haar laatste patiënt dicht.

Tine Willem (48) is de echtgenote van schepen Francis Debruyne. Als schepen heeft Francis een drukke agenda, maar Tine moet niet echt onderdoen voor haar man. We treffen haar thuis in de Zwingelaarstraat, net wanneer ze terugkeert van haar morgenronde als zelfstandig thuisverpleegkundige.

Het zijn lange dagen voor jou?

Tine Willem: “Ik ben dat gewoon. Ik sta iets na vijf uur ‘s morgens op en vertrek om zes uur naar mijn eerste patiënt. Ik ben zelfstandig thuisverpleegkundige en dat is een goedgevulde job. Tussen half één en één uur ben ik klaar met mijn eerste ronde, dan eet ik thuis met Francis, als hij tijd en geen verplichtingen heeft, en na vier uur begint de avondronde. Die duurt tot acht uur of half negen, afhankelijk welke patiënten er bezocht worden en welke verzorgingen er moeten gebeuren.”

Dit is toch niet iedere dag zo?

“Neen, we zijn een team van vijf zelfstandige thuisverpleegkundigen en iedereen heeft eens een namiddag of voormiddag vrij. Dat is zeker nodig om zelf onze batterijen op te laden, om onze eigen work/life-balans op een gezond niveau te houden. Wij willen het allerbeste geven voor onze patiënten, maar als we zelf niet 100 procent zijn zou dat net iets minder gemakkelijk lukken.”

Hoe heb je Francis eigenlijk leren kennen?

“Dat was in ‘t Wiel bij Henk. Ik was zestien en Francis vijftien. En ik heb op café ‘de liefsten, de schoonsten en de fraaisten’ van allemaal gevonden.” (schatert het uit)

Francis Debruyne: “Ik vertelde dat altijd tegen mijn tante Maria als ik haar een bezoekje bracht. En Tine heeft dat overgenomen.”

Tine Willem: “Francis en ik zijn nu bijna 26 jaar getrouwd. Ik heb het me nog geen ogenblik beklaagd dat ik als steepietje met een boerenzoon ben getrouwd.”

Leg dat eens uit?

“Wel, ik ben opgegroeid in het stadscentrum, in de Hugo Verrieststraat op de Sint-Amandsparochie. Papa Wim heeft, net als mama Mieke Declercq, nog bij De Streekkrant in Roularta gewerkt. Zij is dan later conciërge van de SASK in de Leenstraat geworden en woont nu op het Polenplein. Papa heeft de Franse lucht opgezocht en woont in de Auvergne.”

“Mijn motto is: als je nergens op kruipt, kun je ook nergens af vallen”

Jij bent een gelukkige vrouw?

“Absoluut! Ik ben ongelooflijk trots op mijn gezin en ik ben het liefst bij hen. Ik voel me goed bij Francis, zelfs als hij thuis druk aan het werk is en geen tijd heeft om te praten. Gewoon dicht bij hem zijn, vind ik al leuk. En op onze kinderen Jules en Marie ben ik supertrots.”

“Jules is landmeter en studeert nu met een schakelprogramma voor ingenieur, terwijl Marie eerst bachelor lager onderwijs heeft gestudeerd en nu in juni als master in de pedagogische wetenschappen onderwijskunde zal afstuderen. Jules heeft een vriendin en Marie een vriend, maar ze wonen nog allebei thuis. Ik heb dat graag. Je voelt natuurlijk dat ze meer matuur worden, maar ze hebben voorlopig nog geen plannen om alleen te wonen. Als mama ben ik daar blij mee.”

Jij hebt van jongs af goed meegewerkt?

“Francis en ik hebben van 1997 tot 2002 de frituur op De Ruiter uitgebaat. Dat was hard werken, maar het was ook leuk. Dan ben ik gestart als logistiek medewerker in het Stedelijk Ziekenhuis en daar begon ik beetje voor beetje te beseffen dat een carrière als verzorgende wel iets voor mij zou zijn. Tot dan had ik daar nooit bij stilgestaan.”

“Ik ben dan een opleiding verpleegkunde begonnen en van mijn allereerste stage besefte ik dat dit 100% mijn ding was. Ik wist meteen dat ik nooit nog iets anders wilde doen in mijn leven. Ik studeerde af toen ik veertig was en begon in 2015 meteen als zelfstandig thuisverpleegkundige.”

Heb je zelf geen politieke ambities?

“Oh neen, helemaal niet. Wanneer iemand kwaad zou kijken of hard reageren tegen mij zou ik in mijn schelp kruipen. Ik ben een ‘pleaser’ en wil voor iedereen goed doen. In mijn job lukt dat bijna altijd, maar in de politiek is dat soms moeilijk. Neen, actief aan politiek doen is niets voor mij. Ik ken mezelf.”

Waar zien we Tine Willem binnen tien jaar?

“Nog aan het werk als thuisverpleegkundige, maar ook zorgen voor haar kleinkinderen. Nu en dan eens een reisje of een uitstapje maken en ‘s avonds bij pépé in bed kruipen.” (lacht)

Heb je dan helemaal geen bucket list?

“Neen, ik heb geen bucket list, daar doe ik niet meer aan mee. Ik geniet echt van kleine, onverwachte zaken zoals de dauw op het gazon of nevelslierten over de velden met de kerk van de Zilverberg op de achtergrond. Ik moet niet per se het noorderlicht zien of ‘op een vliegtuig kruipen’ om naar New York te vliegen. Mijn motto is: als je nergens op kruipt, kun je ook nergens af vallen.”