Na 45 jaar dienst neemt Luitenant Robert Hoste (66) afscheid van de vrijwilligersbrandweer van Brandweerpost Tielt. Met collega Jasper Leinders (18) staat de jonge garde klaar om over te nemen.
Robert Hoste (66) woont samen met zijn vrouw Malein Coene in de Sint-jansstraat 38 in Tielt. Hij is de vader van Melanie Hoste en was beroepshalve redder in het zwembad. Jasper Leinders (18) woont samen met zijn ouders en broer in de Leiaardsboomtraat 14 in Tielt. Hij volgt zijn zevende jaar mechanica aan het Atheneum van Tielt en werd recent benoemd tot stagiair-brandweerman.
Wanneer storm Ciara haar laatste gal spuwt over West-Vlaanderen worden we ontvangen voor dit dubbelinterview door de parate brandweermannen van Tielt, Robert Hoste en Jasper Leinders in het bijzonder. Luitenant Robert Hoste neemt na 45 jaar trouwe dienst afscheid van de Brandweerpost Tielt, terwijl Jasper net werd benoemd tot stagiar-brandweerman.
Was brandweerman worden een kinderdroom van jullie?
Robert Hoste: “Mijn vader, twee nonkels en mijn neef waren bij de brandweer actief. Mijn beroep als redder in een zwembad en mijn engagement bij het Rode Kruis sloten daar perfect op aan, dus heb ik de stap snel gezet en mij bij de brandweer van Ruiselede aangesloten. Omdat ik dan uiteindelijk moest verhuizen voor mijn werk, ben ik dan bij de brandweerpost van Tielt terecht gekomen.”
Jasper Leinders: “Ik ben eigenlijk heel toevallig bij de brandweer gekomen. Er was een interventie in Tielt gebeurd en heel toevallig was ik er over aan het praten met een klasgenoot en hij vertelde toen dat hij bij de jeugdbrandweer van Pittem was aangesloten. Ik wist niet wat de jeugdbrandweer was, maar mijn vriend vertelde me dat je daar de basistechnieken van de brandweer leert en je de smaak van het beroep leert kennen. Ik was eigenlijk al heel lang op zoek naar een hobby en heb mij dan aangesloten bij de jeugdbrandweer van Pittem en ben vrijwel meteen verliefd geworden op het beroep. Toen ik 13 werd, zei ik tegen mijn moeder dat ik brandweerman wilde worden, het maakt mij niet uit of het vrijwillig of beroepshalve is. Eerst moet ik natuurlijk nog de opleiding van vrijwilliger afronden, maar mocht er ergens een plaatsje vrijkomen, dan zou ik geen moment twijfelen.”
Het is waarschijnlijk een zware opleiding?
Jasper: “Het is inderdaad een lastige en intensieve opleiding. Vroeger moest je een tachtigtal opleidingsuren volgen vooraleer je brandweerman bent. Ik zit nu momenteel aan 265 uren opleiding die gevuld worden met het aanleren van de verschillende technieken.”
Robert: “Het is inderdaad een intensieve opleiding maar toen ik in 1976 de opleiding volgde, duurde die zelf maar een veertigtal opleidingsuren.”
Jasper: “Veel jongeren lopen er helaas niet meer warm voor, ondanks de acties die we ondernemen. We gaan bijvoorbeeld met de ladderwagen naar de scholen en maken reclame. Ook de vergoeding is niet om over naar huis te schrijven, dat hebben ze bij aanvang van mijn opleiding meteen duidelijk gemaakt.”
Robert: “We hebben onlangs 1.600 uitnodigingen rondgestuurd in Tielt en Jasper was uiteindelijk de enige die daarop heeft geantwoord. Vroeger studeerden mensen af of stopten ze met school aan 16 jaar. Nu willen ze nog allemaal verder studeren. Vinden daarna een vriend of vriendin en stichten dan een gezin. Ze zitten dan al in een andere situatie dan wij vroeger. De zware opleiding schrikt daarnaast toch ook wel wat af.”
Welke interventies blijven je na 45 jaar bij?
Robert: “Veel leuk nieuws krijg je als brandweerman natuurlijk niet. Om toch met een positieve te beginnen, neem ik de verslagen die we vroeger opmaakten. We schreven die destijds in een verhalende stijl om het toch draaglijk te maken. Daar lachen we nog veel mee als we die nog eens tegenkomen. Daarnaast heb ik natuurlijk ongelukken gezien en zware branden bestreden. De brand in het bedrijf van Latexco was de langste brand waar ik bij was. Bij wijze van spreken was die twee maanden later nog aan het smeulen en branden. Hetgeen mij het langst zal bijblijven is toch een zelfdoding. De persoon in kwestie stond op punt van springen, maar kon nog net op tijd worden tegengehouden door collega’s. Maar net toen ik op de ladderwagen kroop om te helpen, begon de persoon tegen te spartelen en viel die naast mij van het gebouw, met alle gevolgen van dien. Als je de mensen kan helpen is dat natuurlijk super, maar als je te laat komt, dan hakt dat er toch wel een beetje in. Het ergste vind ik wanneer je een mens kan helpen, maar je na enkele weken hoort dat die persoon dan toch is overleden.”
“Vroeger kreeg je natuurlijk niet zo veel begeleiding als nu. Je kwam thuis van de interventie, hing je vest aan de haak en daar moest je het dan mee doen.”
Jasper: “Sinds een tiental jaar bestaat er nu het FIST-team (red., Firefighter Stress Team). Daar kan je nu beroep op doen na een interventie voor individuele begeleiding of een groepsgesprek met een begeleider van het team. Je hebt natuurlijk ook veel steun van de collega’s.”
Wat is er zoal veranderd in vergelijking met vroeger?
Robert: “De opleiding tot brandweerman en de opvang na een interventie kan je inderdaad niet echt meer vergelijken met elkaar.”
Jasper: “De werkwijze is inderdaad veel veranderd. Vroeger waren het vooral schuren en boerderijen die brandden, je blust die anders dan chemische bedrijven die vuur vatten. Nu moet je je vest ook meteen laten wassen na een interventie, terwijl er daar vroeger geen rekening mee werd gehouden.”
Is er na al die jaren nog zoiets als angst?
Robert: “Eigenlijk mag je geen angst tonen, maar veelal is die wel aanwezig. Je moet rekening houden met instortingen zoals bijvoorbeeld in Heusden en Beringen. Je krijgt wel opleidingen hoe je dingen kan voorkomen, bijvoorbeeld hoe je moet blussen en gebouwen betreden. Ik heb in 1998 een boek gemaakt voor het 175-jarige bestaan van onze brandweerpost, genaamd ‘De kroniek van de pompiers van Tielt’. Die heb ik opgedragen aan iedereen die bij een oproep angstig thuis achterblijft. Want aan familie en vrienden heb je toch nog het meeste steun.”
Heb je nog tips voor Jasper?
Robert: “Als je naar de kazerne komt met een oproep, neem geen risico’s. In vele gevallen zijn het maar kleine brandjes, automatische brandalarmen of loze alarmen. Neem geen risico om dan tot de vaststelling te komen dat je uw auto perte totale hebt gereden voor niks. Eigen veiligheid eerst. De risico’s zijn al groot genoeg bij de te blussen brand.”