Regio Zuid-West-Vlaanderen wil gepensioneerde artsen inzetten voor contacttracing

Mondmaskers zijn nu al verplicht in winkels. © AN
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

De mislukkingen in ons land als het over het opsporen van mogelijk besmette mensen gaat (ofwel contacttracing), zijn niet meer op een hand te tellen. Lokale besturen hebben het gevoel dat de Vlaamse regering hen in de steek laat, en nemen dan maar het heft in eigen handen.

Ook de Kortrijkse burgemeester Vincent van Quickenborne is dat van plan. Hij slaat daarvoor de handen in elkaar met dertien andere gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen.

Te traag en onvolledig

Zoals overal is er ook in Zuid-West-Vlaanderen, een regio met meer dan 300.000 inwoners, nood aan dagelijks correcte cijfers over het aantal besmettingen in de gemeente. Nu komen die cijfers te laat en zijn ze onvolledig. Ook de contactopsporing gebeurt te traag: besmette personen worden soms een week na de positieve test gebeld of soms zelfs helemaal niet. Daardoor is het erg moeilijk om lokale besmettingshaarden te vinden en in te perken.

Daarom slaan de gemeenten Kortrijk, Kuurne, Harelbeke, Menen, Wevelgem, Wervik, Anzegem, Avelgem, Zwevegem, Spiere-Helkijn, Deerlijk, Lendelede, Wielsbeke en Waregem de handen in elkaar. Vandaag (dinsdag) kwamen ze samen met de Huisartsenkring van Zuid-West-Vlaanderen, de Eerstelijnszones (ELZ) met alle zorgactoren van Kortrijk, Menen en Waregem, de ziekenhuizen AZ Groeninge en AZ Delta en de welzijnsintercommunale W13 tot een akkoord. Ze nemen het heft in eigen handen.

Directe toegang

In de regio zijn er acht grote labo’s actief, waarvan vijf onafhankelijke ondernemingen en drie ziekenhuislabo’s. Bedoeling is dat de labo’s vanaf nu binnen het uur hun gegevens bezorgen aan Sciensano (die de cijfers voor het hele land bij houdt) en de lokale besturen zouden een directe toegang krijgen tot die gegevens. Op die manier kunnen de cijfers veel accurater opgevolgd worden en kunnen lokale besturen ingrijpen waar nodig.

Tegelijkertijd komt er ook een regionaal callcenter. De ziekenhuizen hopen daarvoor gepensioneerde dokters in te zetten. Zij moeten besmette personen contacteren en het aantal besmettingen in kaart brengen. De informatie wordt ook doorgespeeld aan de Vlaamse overheid. “Door op hetzelfde platform te werken zouden we op die manier ook vermijden dat er dubbel werk gebeurt, maar zouden we elkaar kunnen versterken”, klinkt het.

Nog niet helemaal zeker

Vandaag (dinsdag, red.) werd de methode een eerste keer besproken op het Interfederaal Comité Testing & Tracing Covid 19 en naar verluidt positief onthaald. “Vrijdag komt het comité opnieuw bijeen en we hopen dat het licht op groen wordt gezet om te kunnen starten: dan krijgen lokale tracers de toelating om gebruik te maken van het bovenlokale platform en data en kunnen ze zelf ook gegevens inbrengen.”

Mocht de Vlaamse regering daar niet mee akkoord gaan, dan is er ook een plan B. “In het andere geval werkt de regio rechtstreeks met de gegevens van de labo’s via de huisartsenkringen en wordt door de artsen aan de patiënten gevraagd of ze lokaal mogen opgevolgd worden inzake zowel tracing als maatschappelijke zorg.”

“Belangrijk is ook dat de inwoners van de regio hun contacten strikt bijhouden, op die manier kunnen we snel handelen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier