Rapper Dylan Sanders: “Het leven is harder dan ik altijd heb gedacht”

© Davy Coghe
Hannes Hosten

Hiphopper Dylan Sanders (23) alias Kleine Sanders maakte al overal furore. Met kompaan Skumic stond hij op talloze podia in de hele provincie en vorig jaar zelfs in de halve finale van Belgium’s Got Talent. Hielden ze het vroeger graag boertig, vettig en vies, dan leren we op zijn eerste solo-album Danke, dat eind mei uitkomt, een volwassener Kleine Sanders kennen.

Zijn grootvader was visser, al heeft hij daar maar vaag van gehoord. Op de Mercator is hij nog nooit eerder geweest, al kent hij er wel verhalen over. “Ik vertelde nog aan mijn vrienden dat Coca-Cola het schip had gekocht. Dat had ik ergens gelezen, dacht ik.” En ook al heeft hij er weinig connectie mee, toch zit er ergens in Kleine Sanders een maritiem gevoel. “Het typeert Oostende”, vindt hij. “Mijn favoriete plek in de stad? Dat is de vismijn. Je zit er afgezonderd. Het is een apart stukje Oostende.”

Uit wat voor gezin kom jij?

“Mijn vader is van Eernegem afkomstig en leerde mijn ma kennen omdat ze allebei bij Morubel werkten, een visverwerkend bedrijf in Oostende. Maar ze zijn gescheiden toen ik zes was. Ik ben dan opgevoed door mijn pa. Hij heeft de rol van moeder en vader op zich genomen. Mijn ma probeerde nog contact te zoeken, maar ik heb dat afgeslagen. Als je er niet bent tijdens de opvoeding… Ik heb nog een halfbroer, die na de scheiding bij mijn moeder bleef wonen. We hebben af en toe contact.”

Hoe was het, opgroeien met enkel een vader?

“Mijn vader is een unieke man. Ik ken niemand die zo zachtaardig is als hij. Behalve zijn persoonlijke hygiëne zorgt hij niet voor zichzelf. Hij zorgt voor anderen, altijd, altijd. Hij deed drie jobs om mij eten en drinken te kunnen geven. Met ouder te worden, begonnen we wel wat discussies te krijgen. Hij was baas in huis, maar ik begon te puberen. Zo kende hij wel drie, vier zwarte jaren met mij. Hij belde dan: ‘Dylan, om tien uur thuis hé?’ Dat soort discussies. ‘Beh nee, ik ga niet om tien uur naar huis! Maar ik deed uiteindelijk toch wat hij vroeg, want als je de rol van ma en pa op je moet nemen, ben je voor twee ongerust hé. Nu begrijp ik hem nog veel meer dan toen.”

Een man zei: ik wou me eigenlijk ophangen. Maar ik luister naar je muziek en ik voel me beter

Het is dus goed gekomen?

Toen ik 17, 18 jaar was, heeft mijn pa een hartinfarct gedaan. Dat heeft een belletje doen rinkelen: ow, ik kan die mens snel kwijtzijn in mijn leven. Ik wou niet dat mijn laatste gesprek er een zou zijn van ‘onnozeloare!’ of zo. Daarom maakte ik er het beste van. We hebben nu een goede band en mijn pa steunt me in alles.”

Wat heb je gedaan op school?

(zucht) “Goh. Moet ik heel mijn traject zeggen of enkel het laatste? Ik volgde deeltijds onderwijs, polyvalent onderhoudsmedewerker van gebouwen. Klusjesman, zeg maar. Had ik er mijn leden achter gelegd, kon ik het misschien verder geschopt hebben op school. Maar ik deed geen boek open. Ik haalde mijn diploma, dat is het belangrijkste. Je moet geen spijt hebben van wat je gedaan hebt. Het is gebeurd. Als je je best doet en je positief in het leven staat, geraak je er wel. Het moet zijn dat het zo moest zijn.”

Zou je spreken van een moeilijke jeugd?

“Nee. Ik heb niet de ideale gezinssituatie gehad, maar mijn pa deed zijn best voor mij. Op een bepaald moment miste ik wel een moederfiguur. Het is nogal moeilijk om bijvoorbeeld over seksualiteit te praten met je vader. Soms had hij geen antwoord op vragen waarop een vrouw misschien wel het antwoord had. Maar er zijn mensen die een moeilijker jeugd kenden dan ik.”

Als Dylan voor lange tijd op reis zou gaan…

Naar de jungle

“Of ik voor lange tijd op reis zou gaan, als ik de kans krijg? Het zal wel! Direct! Maar je moet wel weten dat ik ook nog terugkom natuurlijk. Het mag gerust enkele maanden duren. Ik kan geen land noemen, maar ik zou naar een plaats willen gaan waar je met de boot kan aankomen en dicht bij de jungle bent. Ik zou door de jungle willen trekken met mijn vriendin. En ook met maten, maar mijn eerste optie is familie. Het mag met een bende zijn, als het maar gratis is (lacht). En mijn hond Oscar moet zeker ook mee. Mijn husky (toont foto op smartphone). Een schoane joengne!”

Kleren

“Ik zou mijn hele kleerkast meenemen (grinnikt). Omdat ik graag elke dag andere kleren aantrek. Je had gedacht dat ik ook mijn micro zou noemen hé? Eigenlijk zou ik graag de studio in zijn geheel meenemen. Die is niet groter dan deze kajuit van de commandant hier op de Mercator. En onze producer Point.blank zou ik ook meenemen. Die hoort bij de studio.”

Rustplek

“Als ik moet werken, kom ik veel in de vismijn. Een plaats om tot rust te komen, dat zou ik missen. Ik weet niet of ik dat hier op het schip zou kunnen. Je thuis, je maten die je niet meeneemt… En gewoon je stad, de geur hier. Jij weet dat ook hé: het is hier anders ademen dan op een andere plek. Dat is ook de reden waarom ik niet zou willen verhuizen.”

Graag op de hoogte

“Het nieuws zou ik volgen op mijn smartphone. Het regionieuws, van sport en muziek tot politiek… Dat zou ik lezen, ja. Ik ben graag op de hoogte van de dingen.”

Blankenberge

“Mocht ik na de reis niet meteen weer naar Oostende kunnen, dan ga ik naar Blankenberge. Om marginaal te gaan doen. Heb je daar al eens rondgekeken in de zomer (lacht luid)? Niet om te zeveren hé, maar om eens dwaas te doen of stomme filmpjes te maken, ga ik altijd naar Blankenberge. Dat is daar blijkbaar normaal. En zo val ik niet op.”

Wie is Kleine Sanders?

Privé

Geboren in Oostende op 5 oktober 1995 als Dylan Sanders. Samenwonend met vriendin Emily.

Opleiding en loopbaan

Opleiding polyvalent onderhoudsmedewerker gebouwen, deeltijds onderwijs CLW Petrus en Paulus in Oostende. Werkt als zwerfvuilophaler bij de dienst openbaar domein van de stad Oostende. Hiphopper sinds zijn twaalfde. Albums Egotrippers (2015) en Oostende (2017) met Team Kleine Sanders, eind mei verschijnt eerste solo-album Danke van ‘Kleine X Sanders’.

Vrije tijd

Muziek en genieten van het leven.

Was je in je jeugd al een podiumbeest?

“Destijds konden kinderen optreden met de kermis in de tent op Stene-Dorp. Daar ben ik nog tweede geworden met een zelfgemaakt kippenliedje. Op het podium staan, dat vond ik tof hé. Vroeger was het wat show verkopen, maar wat ik nu probeer te doen, is nummers maken om naar te luisteren. (citeert liedjestekst) Toape sta je sterker, t’hopen dat je da beseft, ‘t leven is niet simpel, ‘t is vor iederèèn ne test. Dat zijn dingen die ik geleerd heb, die ik opschrijf en die ik in mijn liedjes verwerk.”

De teksten komen dus uit je eigen leven?

“Ja. Over familie, vrienden, mensen in het algemeen. Ik maakte ook een nummer over religies. Ik vind het quatsch dat er ruzie is omdat de een christen is en de ander moslim. Zelf ben ik niet gelovig. Ik geloof ik wat ik zie. Als je in God gelooft, moet je ook in de duivel geloven. Als je sterkedrank drinkt, iets wat ik weinig doe, komt de duivel in je naar boven. Ik maakte er ook een nummer over: de struggle met jezelf, met je goede en je slechte kant. Bij mij is links altijd mijn goede kant en rechts mijn slechte. Ik wil bijvoorbeeld altijd links op het podium staan. Ja, ik ben nogal bijgelovig. Ik weet niet hoe het komt, gewoon een gevoel.”

Hoe ben je beginnen rappen?

“Toen ik een jaar of twaalf was, zat mijn halfbroer veel bij een Oostendse rapper, Bart De Lang. Ik zag ze bezig en vond dat wel tof. Ik was nog klein toen, vandaar mijn bijnaam ‘Kleine Sanders’. Ik mocht daar enkele keren een testertje opnemen en zo rolde ik erin. In 2012 zijn we gestart met de groep Team Kleine Sanders, samen met mijn kompaan Gauthier Deleersnijder aka Skumic.

Jullie teksten zijn altijd in het Oostends. Een handelsmerk?

“Mooi Nederlands is spijtig genoeg niet voor mij weggelegd. Om in het Engels te rappen, moet je de taal goed machtig zijn en een grote vocabulaire hebben. Oostends is gewoon de taal waarin ik me het best kan uitdrukken.”

Rapper Dylan Sanders:
© Davy Coghe

Het klinkt wel allemaal heel professioneel.

“Ik zal eerlijk zijn: ik heb veel geluk. Zes jaar geleden kwamen Gauthier en ik onze huidige producer tegen, Point.blank, een man uit het Kortrijkse die nu in Gent woont. Hadden we hem niet ontmoet, dan zou vandaag niemand mijn naam kennen. Je neemt iets op in je eigen studio, maar als hij eraan prutst, wordt het veel beter. Zeker radiokwaliteit. Als ik naast hem zit, is het voor mij allemaal Chinees hoor.”

En zo ben je intussen aan je derde cd toe.

“De eerste twee cd’s waren met Team Kleine Sanders. De nieuwe cd is mijn eerste solo-album. Gauthier begon in 2015 een eigen project. We bleven wel samen zingen, maar na onze deelname aan Belgium’s Got Talent vorig jaar, voelden we ons uitgezongen. Wat ik er nog mee zou willen doen, is er een soort comedyact van maken. Maar ik wou een nieuwe richting inslaan en we gingen in alle vriendschap uit elkaar.”

Wat is nu het grote verschil?

“Over het allereerste album heb ik gewoon niet nagedacht. Ik kreeg de beats van onze producer en het was schrijf-weg. Bij het tweede album dachten we al meer na en de derde cd gààt echt over iets. Op de vroegere cd’s gingen sommige nummers echt over niets. Dat was zever in zakjes. Ik deed er geen moeite voor. Nu heb ik er echt iets deftigs van willen maken. Dat komt door ouder te worden en anders in het leven te staan.”

Ik had niet de ideale gezinssituatie, maar mijn pa deed erg zijn best voor mij

Hoezo?

“Vroeger had je geen zorgen, nu wel. Je denkt meer na over dingen. Vroeger zei ik altijd: peizen is een killer. Als je het niet kwijtkan, zit je maar de hele tijd te piekeren. Maar als je over de juiste dingen denkt en ze op de juiste manier kan gebruiken, zoals ik in de muziek, is dat heel anders.”

Waarover denk je dan?

“Vooral over vroeger. Mijn oma bijvoorbeeld, de ma van mijn pa, overleed in 2014. Ze betekende veel voor me. In haar huis wonen nu andere mensen en dat doet me nadenken. Je hebt heimwee, maar het leven gaat verder en is harder dan ik vroeger dacht. Een dwaas voorbeeld: met de 20 euro die ik vroeger kreeg van mijn pa, kon ik niet elke dag eten omdat ik ook nog sigaretten wou kopen. Vandaag moeten vele rekeningen betaald worden, we huren een huis, zouden graag een huis kopen… Heel andere zorgen.”

Word je rijk van je muziek?

“Ik kan er niet van leven, ik heb nog mijn job bij de stad. Ik vrees dat het nooit zal mogelijk zijn om van muziek mijn job te maken. Geen probleem, je moet content zijn met wat je hebt. Wat ik ermee verdien, stop ik er weer in. Zo moest ik nog nooit zelf een euro in mijn muziek stoppen. Als ik dat zou moeten doen, zou het met een dubbel gevoel zijn. Het is toch werken. Als je er dan nog voor moet betalen… Aan mijn twee eerste albums verdien ik wel iets via Spotify. De kosten voor mijn nieuwe album betaalde ik met de opbrengst van mijn optredens. Hopelijk brengt het iets op.”

Maar je bent nu wel een bekendheid. Geniet je daarvan?

“Dat heeft twee kanten. Je ontmoet toffe mensen, maar er zijn ook mensen die helemaal zot worden als ze je zien: ziengt e kir e liedje! Maar het is leuk erkenning te krijgen voor wat je doet. Na Belgium’s Got Talent zei een man me: ‘Ik wou me eigenlijk ophangen. Maar ik luister naar je muziek en voel me beter.’ Onze vroegere teksten waren redelijk schunnig, over vrouwen en drugs en zo. Maar nu heb ik iets van: die jonge gasten luisteren écht naar mij. Zal ik rappen over vrouwen en drugs of rappen over hoe je in het leven moet staan?”

Als Dylan voor lange tijd op reis zou gaan…

Naar de jungle

“Of ik voor lange tijd op reis zou gaan, als ik de kans krijg? Het zal wel! Direct! Maar je moet wel weten dat ik ook nog terugkom natuurlijk. Het mag gerust enkele maanden duren. Ik kan geen land noemen, maar ik zou naar een plaats willen gaan waar je met de boot kan aankomen en dicht bij de jungle bent. Ik zou door de jungle willen trekken met mijn vriendin. En ook met maten, maar mijn eerste optie is familie. Het mag met een bende zijn, als het maar gratis is (lacht). En mijn hond Oscar moet zeker ook mee. Mijn husky (toont foto op smartphone). Een schoane joengne!”

Kleren

“Ik zou mijn hele kleerkast meenemen (grinnikt). Omdat ik graag elke dag andere kleren aantrek. Je had gedacht dat ik ook mijn micro zou noemen hé? Eigenlijk zou ik graag de studio in zijn geheel meenemen. Die is niet groter dan deze kajuit van de commandant hier op de Mercator. En onze producer Point.blank zou ik ook meenemen. Die hoort bij de studio.”

Rustplek

“Als ik moet werken, kom ik veel in de vismijn. Een plaats om tot rust te komen, dat zou ik missen. Ik weet niet of ik dat hier op het schip zou kunnen. Je thuis, je maten die je niet meeneemt… En gewoon je stad, de geur hier. Jij weet dat ook hé: het is hier anders ademen dan op een andere plek. Dat is ook de reden waarom ik niet zou willen verhuizen.”

Graag op de hoogte

“Het nieuws zou ik volgen op mijn smartphone. Het regionieuws, van sport en muziek tot politiek… Dat zou ik lezen, ja. Ik ben graag op de hoogte van de dingen.”

Blankenberge

“Mocht ik na de reis niet meteen weer naar Oostende kunnen, dan ga ik naar Blankenberge. Om marginaal te gaan doen. Heb je daar al eens rondgekeken in de zomer (lacht luid)? Niet om te zeveren hé, maar om eens dwaas te doen of stomme filmpjes te maken, ga ik altijd naar Blankenberge. Dat is daar blijkbaar normaal. En zo val ik niet op.”