Philip Migom uit Esen getekend door dood van zijn zoon bij aanslagen dit jaar
“Wij blijven achter met een onmetelijke pijn en een verstikkende woede. Bart is zo gruwelijk om het leven gekomen”, blikt Philip Migom uit Esen terug op 2016.
Bart Migom stond op een meter van de eerste zelfmoordterrorist die zich op de luchthaven van Zaventem liet ontploffen. Maanden na die verschrikkelijke dagen in maart blijft Barts vader Philip Migom worstelen met de herinneringen aan de vreselijke aanslagen. Ook de wanhopige zoektocht, tot duidelijk werd dat de jonge Esenaar, student Entertainment aan Howest in Brugge, de aanslagen niet had overleefd, heeft Philip voorgoed getekend. “Er gaat geen dag voorbij zonder dat we aan Bart denken.”
“Bart was dood voor het geluid van de explosie hem bereikte”
Dinsdagmorgen 22 maart 2016. Bart Migom (21) uit Esen staat in de vertrekhal van de luchthaven van Zaventem. Klaar om te vertrekken naar zijn vriendin Emily Eisenman in de VS. Om 7.47 uur belt hij met zijn vader Philip Migom (48) om te zeggen dat hij goed is aangekomen op de luchthaven. “Doe iedereen de groeten”, zegt Philip. “En geniet van je verblijf.” Het zijn de laatste woorden die ze uitwisselen. Om 7.59 uur ontploft de eerste bom. Op amper een meter van Bart.
“Klein beetje troost”
“De wetsdokters zeggen dat hij niet geleden heeft”, zeg Philip Migom stil. “Bart zal het nooit geweten hebben. Hij was dood voor het geluid van de explosie hem bereikte. Dat geeft een heel klein beetje troost. Een heel klein beetje. Alle pijn is voor ons. Niet voor hem. Dat is voor mij het enige dat helpt om het enigszins te verwerken.”
Een kwartier na de explosie rinkelt bij Philip Migom de telefoon. Zijn verloofde Emilie Van der Vennet – net als hij beroepsmilitair – is op weg naar een vergadering in Evere en hoort op de autoradio de eerste berichten over de aanslag op de luchthaven. “Bart moest toch al om 6 uur het vliegtuig nemen, niet?” vraagt ze. “Nee, om 6 uur moest hij in Esen vertrekken, om op tijd in Zaventem te zijn”, zegt Philip. Hij probeert Bart enkele keren op te bellen. Geen antwoord. Philip verwittigt zijn ex-vrouw, de moeder van Bart, en zijn oudste zoon. Op sites komen de eerste beelden van de aanslag voorbij. Extra journaals op de televisie. Een beklemmende onrust maakt zich meester van Philip. Hij beseft dat Bart wel eens op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zou kunnen zijn geweest.
Wanhoop
Voor Philip en Emilie en familie, vrienden en kennissen is dit het begin van zenuwslopende dagen en duistere nachten vol onrust, wanhoop, vertwijfeling. Voortdurend nieuwe oproepen naar het crisiscentrum. Emilie rijdt naar het militair hospitaal in Neder-Over-Heembeek. Door de massale toestroom kunnen er geen gewonden worden geïdentificeerd. In plaats van met namen wordt er met nummers gewerkt. Een lange lijst met ziekenhuizen die gewonden opvangen, wordt afgebeld. Altijd opnieuw diezelfde gedetailleerde beschrijving van Bart moeten opgeven. Het blijft maar duren. Maar van Bart is er geen spoor. Een misselijk makende onrust maakt zich van iedereen meester.
Pas ‘s avonds kan de mama van Bart op een bijeenkomst voor familieleden van vermisten in het Crown Plaza Hotel in Diegem voor het eerst een beschrijving geven aan de politie. Iedereen blijft zoeken naar Bart. Via televisie, radio, internet, Facebook, Twitter en WhatsApp. Philip analyseert intens elk beeldfragment en streepje geluid. Om een spoor van Bart te vinden. Verschrikkelijk: hij is zo bang om zijn zoon te horen roepen of kermen van de pijn. Of ergens onbeweeglijk te zien liggen.
Telefoon na telefoon
“Die dag ben ik honderd jaar ouder geworden”, blikt Philip nu terug. “‘s Nachts zijn we gewoon verder blijven zoeken. Ik ben Bart blijven bellen. Zonder ook maar enig resultaat. Verschrikkelijk. Je vraagt je ook voortdurend af waar je nog kan zoeken. Moet je naar hier? Moet je naar daar? En wat als er nieuws komt? Moet ik thuis blijven? Maar er komt geen nieuws.”
De tweede dag breekt aan zonder dat familie en vrienden van Bart gestopt zijn met zoeken. In het crisiscentrum lopen de eerste lijsten met geïdentificeerde gewonden binnen. Bart staat op geen enkele lijst. Philip krijgt het advies om elke twee uur terug te bellen naar het crisiscentrum en het Rode Kruis. Telkens opnieuw moet hij een volledige persoonsbeschrijving van Bart opgeven. Tot in het kleinste detail. Ook krijgen ze het advies om opnieuw alle ziekenhuizen af te bellen. Dat doen ze ook. Zonder ook maar enig resultaat. Iedereen is wanhopig. De politie van de zone Polder gaat in Esen langs bij de mama van Bart. Ze nemen persoonlijke spullen van Bart mee, medische gegevens en DNA-stalen. De zoektocht gaat onverminderd voort. Telefoon na telefoon na telefoon.
Niet op de lijst
In het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek is er een centrale opvang voor familieleden die nog geen nieuws hebben. Philip en Emilie snellen er heen. In de inkomhal wacht massaal veel pers. Philip deelt foto’s van Bart uit. Hij hoopt dat verplegend personeel in ziekenhuizen Bart zo kan herkennen. Op CNN geeft Barts Amerikaanse vriendin Emily een interview; zijn beeltenis flitst op televisieschermen wereldwijd.
Hulpverleners hebben het over persoonsbeschrijvingen ante mortem (vóór de dood) en post mortem (na de dood). Termen die Philip en Emilie niet willen horen. Ze hopen nog altijd dat Bart gewond in het ziekenhuis ligt, maar dat hij nog niet in staat is om te kunnen zeggen wie hij is.
Koning Filip en koningin Mathilde komen de families een hart onder de riem steken. Iedereen zegt dat ze de hoop niet mogen opgeven. Hulpverleners nemen de zoektocht naar Bart over. Om de twee uur komen er nieuwe namen op de lijsten. Bellen hoeft niet meer. Als er nieuws is, zullen zij Philip en Barts moeder opbellen. Maar Philip en Emilie blijven telefoneren. Barts naam verschijnt niet op de lijst.
Het slechte nieuws
“De volgende dag begon bij mij door te schemeren dat ik mij moest voorbereiden op slecht nieuws”, zegt Philip. “We hadden zeker nog wat hoop. Maar tegen donderdagmiddag wisten we dat alle gewonden in het ziekenhuis lagen. En Bart was er niet bij. Dus…”
Philip krijgt medicatie voorgeschreven. ‘s Avonds ligt iedereen uitgeput in bed. Vrijdagmorgen 25 maart. Om 6.15 uur wordt er aangebeld bij Philip en Emilie. “Je ligt erop te wachten: het ogenblik dat de bel ‘s morgens vroeg doorheen het huis snerpt. Je sleept je naar de voordeur. Vol angst om open te doen.”
Terwijl de wereld om hem heen in elkaar lijkt te vloeien, kijkt Philip in de deuropening naar de agent van de lokale politie. De stem komt van ver. Waar ze zo voor vreesden, wordt waarheid: Bart is overleden. Hij is om het leven gekomen bij de aanslagen op de luchthaven van Zaventem. Er was een 100 % DNA-match. Philip voelt zich in stukken vallen.
“Door de hel”
“Die man heeft dat heel vriendelijk en zacht gedaan. Heel respectvol”, zegt Philip. “Elk moment tussen 22 en 25 maart had ik het gevoel dat ik mij moest voorbereiden, dat ik op nieuws moest kunnen reageren. Terwijl ik niet wist waaraan ik me moest verwachten. Ik besefte dat ik op elk moment moest kunnen vertrekken. Klaar staan voor wie weet wat. Daar krijgt je lichaam een enorme knauw van. Je gaat door de hel. Maar dan komt het moment van de bel. En is het afgelopen. Onze hoop om Bart nog levend terug te vinden, werd ons afgepakt. Onze wereld stortte in.”
“We hadden zeker nog wat hoop. Maar tegen donderdagmiddag wisten we dat alle gewonden in het ziekenhuis lagen. En Bart was er niet bij. Dus…”
“Op dat moment word je overweldigd door verdriet en een enorme, onmetelijke pijn. Bart is op zo’n ontzettend gruwelijke en laffe manier om het leven gebracht. Het was geen ongeval, het was echt met opzet. Monsterachtig. Bart heeft geen enkel verweer gehad.”
“Mijn zoon stond klaar om zijn vleugels uit te slaan. Zijn studies entertainment aan Howest in Brugge verliepen perfect. Hij had een fantastische vriendin. Hij was zo gelukkig. ‘Papa, ik ben weg naar Amerika’, had hij gezegd. En dan krijg je een paar van die gekken op je weg die hun geloof misbruiken om zoiets ergs uit te steken. Dat maakt mij razend.”
“Waanzin”
In de loop van de voormiddag staan Philip en Emilie in het UZ Gasthuisberg in Leuven bij het lichaam van Bart. Om afscheid van hem te nemen. Het DVI (Disaster Victim Identification Team, n.v.d.r.) van de federale politie heeft hen voorbereid. In overleg met hen en met de rest van de familie is overeengekomen dat Philip en Emilie, met hun medische en militaire achtergrond, de eersten zouden zijn om het stoffelijk overschot van Bart te begroeten. Een rechercheur heeft verteld waar ze zich aan moesten verwachten.
“Het zou mij bijna tot waanzin brengen om te verwoorden wat we er hebben gezien”, zegt Philip. “Ondanks de inspanningen die in Leuven werden gedaan – o.a. een poging tot reconstructie van het gelaat – moesten wij toen wel beslissen om aan de familie en de kinderen boven het laken enkel de rechterhand van Bart te tonen. Bart speelde gitaar en die rechterhand was voor iedereen heel herkenbaar.”
Het afscheid
De volgende dag brengt de begrafenisondernemer Barts lichaam over naar Diksmuide. In het uitvaartcentrum Cornelis in Diksmuide nemen een week later duizend mensen afscheid van Bart. Bij hen veel medestudenten van Bart en docenten van Howest. De zaal is veel te klein: honderden mensen volgen de uitvaart buiten via een groot scherm. Bart wordt begraven op de begraafplaats in Esen. Hij rust er samen met een zusje van hem dat jong is overleden.
Van de docenten en Barts medestudenten komen er nog geregeld steunbetuigingen. Ook met Barts vriendin Emily hebben Philip en Emilie nog veel contact. “Ze mist Bart enorm”, weet Philip. “In augustus was ze hier twee weken. Tot dan was ze nog niet in België geweest. Nu hebben we haar Barts wereld kunnen tonen. De plekken die belangrijk waren voor hem, waar hij gitaar speelde, waar hij naar de gym ging… Bart was heel sportief. Hij deed aan powertraining en had zelfs enkele Belgische records op zijn naam staan.”
“Bart zat vol mooie toekomstplannen”, gaat Philip verder. “Alles was al uitgestippeld. Hij wist wat hij wou. Na zijn studies zou hij naar Amerika verhuizen, naar Emily. Hij zou er samen met haar broers een zaak opstarten.”
“Pijn en verdriet”
De naasten van Bart zullen zich 2016 voor altijd herinneren als een verschrikkelijk jaar. “Ik hoop vooral dat zoiets nooit meer gebeurt”, zegt Philip. “Hier zijn zoveel mensen bij betrokken, zijn zoveel mensen pijn en verdriet aangedaan. Ik hoop dat we zoiets nooit meer moeten meemaken.”
“Bart was heel sportief. Hij deed aan powertraining en had zelfs enkele Belgische records op zijn naam staan”
“2016 heeft ons wel alerter gemaakt. Wat er is gebeurd, beïnvloedt ons niet om dingen anders of niet te doen. Maar voor ons zal de luchthaven van Zaventem nooit meer hetzelfde zijn. Intussen hebben we de plaats bezocht waar Bart gestorven is. Het maakt het voor mij wat draaglijker dat de plek waar de eerste explosie was, niet meer wordt opengesteld voor het publiek. Ik zou het moeilijk hebben als iedereen daar weer voorbij stapt alsof er niets is gebeurd.”
“Bart zou na veertien dagen terugkeren uit Amerika”, zegt Philip nog. “Pas toen die dag aanbrak, besefte ik precies de harde realiteit dat we hem nooit meer terugzien. Ik denk nog alle dagen aan wat er is gebeurd. Soms is het wat minder aanwezig. Maar als alles weer op de voorgrond komt, merk ik dat mijn gevoelens sinds maart niet veranderd zijn: woede en onmetelijk verdriet.”
(TVDA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier