“Ze wilden niet dat ik naast Michael bleef liggen”: zwaargewonde visser Ilir (27) praat vanop ziekenhuisbed in Engeland

gf
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

“Een harde knal en daarna werd het zwart.” Aan het woord is Ilir Devyck (27), de zwaargewonde visser die momenteel in een Brits ziekenhuis ligt nadat hij een zware buis op zich kreeg aan boord van de O.51 Stormvogel. Zijn collega Michael Hubert – broer zoals ze elkaar noemen – overleefde het ongeval niet. “Toen ik wakker werd wou ik dat ze eerst naar Hubert keken, maar het was al te laat”, zegt Ilir snikkend.

Het zal bijzonder zwaar om te dragen worden, maar hij moet erdoor. Ilir was maandagavond omstreeks 18 uur 30 bezig met het herstellen van de netten nadat die een scheur hadden opgelopen. Hij deed dat samen met Michael. De twee zijn twee handen op een buik. “We zitten meer met elkaar aan boord dan dat we onze eigen familie zien”, zegt Ilir daarover. Het toont hoe hecht vissers met elkaar zijn. En dat waren ook Ilir en Michael: ze noemden elkaar broers.

“Ilir leeft nog”

Ilir herinnert zich nog bitter weinig van het ongeval. Alleen die knal en daarna werd het zwart. “Ik kwam wakker op de grond, schouder aan schouder met Michael, bedolven onder vismateriaal”, vertelt Ilir vanop zijn ziekenhuisbed in het Britse Plymouth. “Mijn collega’s dachten eerst dat ik overleden was, maar toen ik mijn ogen opende en kreunde van de pijn hoorde ik ze tegen elkaar zeggen ‘Ilir leeft nog’. Ze hebben alles gedaan om me zo snel mogelijk van onder die buis te halen. Ze wilden niet dat ik naast Michael bleef liggen. Voor hem kwam alle hulp te laat.”

Ilir heeft het erg moeilijk met de dood van zijn vriend. “Het was altijd dikke ambiance met Michael aan boord”, schetst Ilir een beeld van zijn onfortuinlijke collega. “We leven dag in dag uit met elkaar aan boord. Dat schept een band. Ik heb het moeilijk om het verlies van Hubert een plaats te geven. Maar ik zal moeten als ik hierdoor wil spartelen. Ik heb zelf ook een zoontje van vier jaar. Het is voor hem dat ik zal vechten om hierdoor te komen. Normaal hadden we gisteren thuis moeten komen en dat wist hij. Hij vraagt constant hoe het komt dat ik er nog niet ben.”

Zware verwondingen

De jonge visser weet nog niet wanneer hij naar ons land gerepatrieerd kan worden, maar zijn verwondingen zijn dan ook erg zwaar. “Mijn rug is gebroken, maar ik kan gelukkig mijn benen bewegen. Dat is een goed teken”, weet Ilir. “Ook mijn armen en mijn hoofd kan ik bewegen, maar dat het een lange revalidatie wordt, dat is zeker.”

“Ik weet dat ik waarschijnlijk terug zal kunnen varen. Als men mij dat zou afnemen, dan hoeft het voor mij niet meer. De zee is mijn leven, meer dan dat en mijn zoontje heb ik niet. Ik wil nu zo snel mogelijk naar huis zodat ik daar verder kan herstellen. Mijn baas heeft me al gebeld om te melden dat ze bezig zijn met de repatriëring en als alles goed gaat dat ik tegen zondag in een Belgisch ziekenhuis lig.”

“De zee is mijn leven, meer dan dat en mijn zoontje heb ik niet.”

De pijn is volgens Ilir niet te harden. “Telkens als ik een dokter zie, dan vraag ik extra pijnstillers. Maar de pijn om Michael is nog veel erger. Als ik slaap – en dat is het enige wat ik hier kan doen – dan zie ik Hubert voor me. Ik droom over hem, ik zie hem staan… Waarom hij? Niemand verdient het om zo aan zijn einde te komen. Ik zal het moeten aanvaarden dat hij er niet meer is. De volgende keer dat ik het zeegat in trek zal zonder mijn ‘broer’ zijn. Dat wordt erg confronterend”, besluit Ilir.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier