Herman Buyse (88), de zevende van acht generaties slagers uit Oostrozebeke, overleden

Wijlen Herman Buyse. (gf)
Valentijn Dumoulein
Valentijn Dumoulein medewerker KW

Wie hield van een goed stuk vlees kon 269 (!) jaar lang terecht bij de familie Buyse uit Oostrozebeke. Acht generaties lang, tussen 1740 en 2009, zorgden zij voor biefstuk, hesp, gehakt en andere specialiteiten. Herman Buyse (88), de voorlaatste in een lange rij van slachters en slagers, overleed maandag. Tijdens zijn carrière bouwde hij verder op wat zijn voorouders hem hadden nagelaten, maar breidde hij hun slagersimperium ook gevoelig uit, met vijf extra vestigingen tot een vleesverwerkend bedrijf in Ierland.

De slagerij van de familie Buyse was een gewaardeerde handelszaak in hartje Oostrozebeke. Op vandaag bestaat ze niet meer. Katrien Buyse, die de laatste van acht generaties slagers vormde, hield er in 2009 mee op en opvolging was er niet meer. Daarmee kwam een eind aan bijna 270 jaar ambacht. Voor het begin van dat roemrijke familieverhaal moeten we terug naar midden 18de eeuw.

Pionier

“Slagers zoals we die vandaag kennen bestonden toen nog niet”, weet Patrick Buyse, zoon van Herman en zelf hobbyhistoricus. Hij ploos de familiekroniek tot op het bot uit. “Het was Joannes Buyse die rond circa 1740 als slachter in Sint-Baafs-Vijve met het vak begon. Hij kreeg navolging van zijn zoon Bartholomeus Philippus, die tevens herbergier was. Het was zijn zoon Adolphe Gustaphe die omwille van de liefde de oversteek naar Oostrozebeke maakte. Hij huwde met Maria Scherpereel en het koppel opende in 1842 een slagerij in de Kerkstraat 32 (de vroegere Drogenbroodstraat, red.), waar later café en fietsenhandel Vancoillie was. Acht jaar later verhuisden ze naar de overkant, waar de slagerij decennia zou blijven. Hij was er 38 jaar slager. Het concept slagerij op één adres was toen nieuw. Daarvoor gingen slagers enkel ter plaatse bij de boeren. Hij was dus in zekere zin een pionier. Na één jaar had hij duizend frank vergaard.”

Er zat dus toekomst in het vak. Van de vier kinderen van Adolf en Maria was het Julius die op 23-jarige leeftijd de slagerij zou overnemen. “Diens zoon Gentiel zou normaal de zaak overnemen, maar sneuvelde als 26-jarige in de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog in Adegem”, weet Patrick. “Zijn oudste zus Maria Léonia en schoonbroer Raymond runden daarop vijftien jaar de slagerij, omdat jongere broer Adolf aanvankelijk nog te jong was. Hij nam pas na zijn huwelijk in 1933 de zaak over. Zus Maria bleef wel in het vak in een eigen slagerij iets verderop in de Kerkstraat 24.”

Blik vergroten

Dat brengt ons bij Herman Buyse, de man die de blik van de familie op de wereld drastisch zou vergroten. Hij zag op 29 september 1937 het levenslicht. Net zoals zijn voorouders stapt hij in het vak en leert de stiel in de slagersschool van Gent. “Hij was amper zestien jaar toen hij al mocht meedraaien bij zijn pa”, weet Patrick. “Hij vond al vroeg de grote liefde en huwde ons moeder Marie-José Coorevits op 5 januari 1961, nu net geen 65 jaar geleden. “Vader Adolf aarzelde lang om de zaak over te laten en ondertussen had het koppel al drie kinderen in het ouderlijk hoekhuis naast de slagerij. Maar mijn pa wilde verder en plande zelfs in 1964 een slagerij in Kortrijk, waarop Adolf zei: ’t is goed jongen, ’t is aan u. Hij had meer plannen dan de slagerij zelf. En dan klonk het Sorry vader, die tuin heb ik nodig om uit te breiden.

“Hij was rond 1970 ook een van de eerste die voorgesneden stukken vers vlees luchtledig verpakte in een centrale versnijzaal en die stukken bij andere slagers en horeca aanbood”

Herman zag het groots. In 1970 investeerde hij in vier fasen in het uitbouwen van de locatie tot een vleesverwerkend- en salamibedrijf Rozenbeka. Eerst kleinschalig, later met 28 mensen in loondienst. “Die combinatie was knap bedacht”, vindt Patrick. “Bij zijn leveranciers koos hij de beste stukken eruit voor de verschillende slagerijen en zijn groothandel, maar diezelfde leveranciers konden ook aankloppen voor de runderen die ze moeilijk kwijt konden, want die konden bij de salamiproductie verwerkt worden. Uiteindelijk start hij zes slagerijen in West-Vlaanderen, met naast Oostrozebeke ook vestigingen in Izegem, Pittem, Wingene, Harelbeke en Oostende. In 1989, op 52-jarige leeftijd, verkocht hij de slagerijen en het bedrijf, met uitzondering van de slagerij in Oostrozebeke, omdat dochter Katrien vanaf 1982 al meewerkte in de zaak en hiermee wilde doorgaan. Vader bleef er helpen als slager tot de stopzetting in 2009. Hij was dus in totaal 56 jaar slager.”

Kalkoensalami

Doorheen de jaren pionierde Herman ook op andere vlakken. “Zo werkte hij samen met het bedrijf Volys Star uit Lendelede aan de eerste kalkoensalami”, klinkt het. “Meer en meer bereide vleeswaren werden door andere bedrijven gemaakt en bij meerdere slagers aangeboden, zoals de Salami Rozenbeka. Hij was rond 1970 ook een van de eerste die voorgesneden stukken vers vlees luchtledig verpakte in een centrale versnijzaal en die stukken bij andere slagers en horeca aanbood.

Op het moment dat Herman zijn vijf andere slagerijen verkocht waagde hij zich ook aan een buitenlands avontuur. Hij richtte, met medevennoten, een vleesverwerkend bedrijf op in Ierland”, vervolgt Patrick. “Datzelfde jaar verhuisden ze van Oostrozebeke naar hun appartement in Kortrijk. “Hun zes kinderen, met naast mezelf ook Filip, Kristien, Bernard, Katrien en Isabel, kregen alle kansen om hun eigen loopbaan uit te bouwen.”

Ontspanning

Naast het werk was er gelukkig ook tijd voor ontspanning. Zo speelde hij graag tennis. “Eerst in Wielsbeke, omdat zijn eigen gemeente nog geen tennispleinen had, later op de nieuwe tennispleinen in Oostrozebeke, gewoon op wandelafstand. Wekelijks speelde hij ook tennis in Menen en later bij de Wikings in Kortrijk. Op oudere leeftijd was hij zeer regelmatig te vinden in De Middenstand voor zijn hernieuwde passie: carambole biljart. Hij bouwde er een nieuwe vriendenkring uit en werd gevraagd het voorzitterschap over te nemen. Na het stopzetten van De Middenstand begon hij een biljartclub in de cafetaria van dienstencentrum BUDA, waar hij later zelf in het rusthuis werd opgenomen. Enkele jaren terug werd hij zoals zovelen slachtoffer van dementie. Maar de vriendelijkheid en dankbaarheid naar het personeel verdween nooit. Hij werd hun lieve vriend.”

Vorige week werd een maagbloeding Herman fataal. Alle 6 kinderen en 11 kleinkinderen kregen de kans om nog afscheid te nemen van hun zacht inslapende vader en grootvader. (VD)

De afscheidsplechtigheid vindt op vrijdag 12 december in besloten familiekring plaats.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise