Opvallend: Godelieve Mulier trekt zelf naar stadhuis van Kortrijk voor 100ste verjaardag

Schepen van Bevolking Stephanie Demeyer ontving Godelieve Mulier op het stadhuis ter ere van haar 100ste verjaardag. © JVGK
Peter Van Herzeele
Peter Van Herzeele Medewerker KW

Godelieve Mulier, medestichter van het Sociaal Centrum in Kortrijk in 1960, heeft op 15 september haar honderdste verjaardag mogen vieren. De eeuwelinge werd in de bloemetjes gezet op het stadhuis in Kortrijk. Haar levensverhaal leest als een roman.

Godelieve Mulier is geboren in Kortrijk op 15 september 1923 als tweede van negen kinderen. Ze is de oudste dochter van Arthur Mulier en Margriet Van Walleghem. Vader Arthur was een bijzondere persoonlijkheid: als werkgever van vele honderden Vlaamse gezinnen was hij ook sterk begaan met hun sociale en culturele ontplooiing. Zijn groot engagement in tal van organisaties heeft ook bij Lieve sporen achter gelaten. Lieve ging vanaf 1928 naar school in O.L.V. van Vlaanderen. “De school was pas opgericht in 1924 als de eerste middelbare school voor meisjes in Vlaanderen met het Nederlands als voertaal”, vertelt Godelieve.

Ze volgde daar vier jaar Latijns Griekse humaniora tot juni 1939. De laatste twee jaren volgde ze in St.-Bavo in Gent en studeerde af in het oorlogsjaar juni 1941. “In 1941 was het niet evident, zeker niet voor een meisje, om verder te studeren.” Godelieve engageerde zich in de jeugdwerking: binnen het VKSJ begon ze met ’t Mezennestje. Van spelnamiddagen op de koer van ’t Fort, groeide dit uit tot veertiendaagse jeugdkampen, zelfs tot in de Ardennen, Luxemburg en Zwitserland. Naast kinderanimatie, onder meer voor kinderen van foorkramers tijdens de paasvakantie, lag het voor de hand dat er veel werk was voor vrijwilligers in de oorlogsperiode.

Familiezorg

Na de bombardementen op Kortrijk in 1944 organiseerde DGOG, Dienstbetoon aan gezinnen door oorlog geteisterd, noodhulp: warme maaltijden, noodhuizen, gezinnen bezoeken en noden registreren in enquêtes, bedeling van kleren, meubelen, huisraad, voedsel. Lieve was actief in de dagelijkse werking en in het bestuur. Intussen volgde Lieve binnen de Middenstandsjeugd een vormingstraject Katholiek Huishoudelijk Hulpbetoon. Als stage bezocht ze alle beluikjes om pasgeboren baby’s te gaan wassen of in te springen in de gezinnen om de taaklast van de moeders te verlichten: iets doen met de kinderen, gemiddeld vijf per gezin, de was en de strijk. Hieruit ontstond Familiezorg. Lieve is medestichter en eerste verantwoordelijke voor afdeling Kortrijk vanaf 1947.

In 1952 organiseerde Lieve binnen Hulp aan de Jeugd van het Land, gedurende een maand zomerkampen in de Ardennen voor ongeveer 120 kinderen en voor 80 kinderen uit instituten. In februari 1953 na de overstromingsramp kreeg ze voor het Rampenfonds van het Rode Kruis de verantwoordelijkheid voor het onderzoek en de enquêtes bij de gezinnen in Nieuwpoort, Oostende, Helst en Middelburg. Met al die praktijk in het sociaal werk haalde Lieve uiteindelijk toch een diploma. Na een driejarige opleiding in de Katholieke School voor Maatschappelijk Dienstbetoon in Kortrijk werd ze in 1953 maatschappelijk assistent.

“Plus est en vous’ en actief blijven”

In 1954 trouwt Lieve met Walter Lambrecht, ondernemer uit Wielsbeke. Zij hadden elkaar leren kennen op een congres van het Vlaams Economisch Verbond. Uit het huwelijk zijn vijf kinderen geboren. Het gezin is altijd in Kortrijk blijven wonen. Vanaf 1981 kwamen daar geleidelijk tien kleinkinderen en tien achterkleinkinderen bij. Ook als moeder van een groot gezin wist ze zich zeer goed te organiseren en bleef zo heel actief in het maatschappelijk werk.

Ze was medestichter van het Sociaal Centrum in Kortrijk in 1960, een plaatselijke vrijwilligersgroep van het nationale Wederzijds Hulpbetoon. In het bestuur was ze onder meer verantwoordelijk voor de fondsenwerving, de aankoop en verbouwing van het huis in de Groeningestraat. Ze hielp ook mee als vrijwilliger in het kinderwelzijn, bij de thesisbegeleiding in de Sociale School Ipsoc, was medebestuurder in de voogdij- en beschermingsraad en in de BUDAwinkel voor tweedehandskledij. Ze was medestichter van het Platform voor Voluntariaat, nu Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, en 10 jaar voorzitter.

Na het overlijden van haar oom legde Godelieve, toen al 80, zich gepassioneerd toe op het verzamelen van allerhande familiedocumenten waarmee een stamboom en een uitgebreid familieboek werd opgesteld. Veel materiaal werd ook bezorgd aan het Kadoc in Leuven waardoor de herinneringen aan de familie bewaard blijven. Haar motto? “Plus est en vous’ en ‘actief blijven’.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier