Op de Mercator met Leen Pollefliet: “Mijn studenten zijn als mijn kinderen”

Leen Pollefliet: “Mocht ik nu doodgaan, ik zou kunnen terugkijken op een gelukkig leven.” © Davy Coghe
Dany Van Loo

“Voor Leen, die Vlaanderen leerde eindwerken maken.” Dat noteerde kerkjurist Rik Torfs destijds in de eerste succesvolle schrijfgids van Leen Pollefliet. En daarmee sloeg hij de nagel op de kop. Leen doceert niet alleen communicatietechnieken aan de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de Gentse universiteit, maar schreef er ook vijf vlotte en immens populaire standaardwerken over. Passie, drive en creativiteit zijn zonder meer de rode draden doorheen een succesvol leven. “Mijn man Rudi en mijn twee dochters maken mij compleet.”

Een fatsoenlijk eindwerk schrijven: voor veel studenten blijft het een nachtmerrie. De redding kwam er voor veel wanhopige jongeren in 2009, toen Leen Pollefliets eerste boek Schrijven van verslag tot eindwerk: do’s en don’ts verscheen. In plaats van het zoveelste saaie studieboek, las de door Herr Seele opmerkelijk geïllustreerde, 300 pagina’s dikke handleiding als een trein. Het werd meteen het meest gebruikte handboek in Vlaanderen, won de gerenommeerde prijs van het Vormgegeven Boek in de categorie schoolboeken en is vandaag al aan zijn negende herdruk toe.

En er volgden nog vier boeken, onder meer over mondelinge communicatie. Mag ik voorzichtig stellen dat het belang van correct en duidelijk schrijven én goed mondeling communiceren je na aan het hart ligt?

“En dat is nog voorzichtig uitgedrukt (lacht). Ik ben altijd heel creatief geweest en ga daar redelijk ver in. Ik heb de tango gedanst, en keramieken kunstwerken gemaakt, waarvoor ik zelfs met mijn voeten in de klei danste. Toen was ik heel erg met emoties bezig, die ik in mijn kunst vertaalde. Toen ik aan de Oostendse Kunstacademie afstudeerde, kon ik in mijn flat moeilijk een atelier inrichten en heel opvallend, toen ben ik met het schrijven van mijn boeken begonnen.”

Wat heeft je ertoe aangezet om die boeken te schrijven?

De noodzaak voor mijn studenten. Ik geef nu 35 jaar les en de liefde die ik heb voor mijn studenten, is altijd blijven bovendrijven. Dat zijn mijn kinderen en die wil je helpen. Ik heb tijdens mijn loopbaan al zo’n 20.000 ‘kinderen’ gehad en ben ervan overtuigd dat zij dat ook aanvoelen. Mevrouw, u geeft wel op een andere manier les dan onze ‘proffen’ normaal doen, maar ik ben nu eenmaal zo. Ik kan eenmaal niet anders dan mezelf zijn. Ik merkte dat docenten niet altijd de nodige feedback geven op schrijfopdrachten, zoals de belangrijke master- en bachelorproeven. Inhoud boven vorm en stijl, weet je. Studenten krijgen dan wel de opmerking dat hun tekst niet voldoet, maar krijgen niet te horen waarom. En laat dat nu net de bedoeling van mijn boeken zijn. Ook daarom heb ik een dikke turf geschreven over de vaardigheden om mondeling te communiceren. Vlot schrijven is belangrijk, vlot communiceren ook.

Hoe kwam dat eerste boek tot stand? Want daarmee is het toch allemaal begonnen, niet?

“Ik ben niet begonnen vanuit andere handleidingen, maar uit de praktijk, uit eigen ervaringen. Ik las tal van eindwerken en het viel op dat jongeren vooral allemaal dezelfde fouten maakten. En dat waren niet alleen de klassieke fouten. Veel studenten schrijven zoals ze spreken. En natuurlijk is ook de verpakking heel belangrijk. Als de opmaak er niet is, komt de inhoud – die supersterk kan zijn – helemaal niet naar buiten. Daar schenk ik in mijn boeken enorm veel aandacht aan.”

Je zou het niet zeggen, maar de pensioenleeftijd nadert. Blij met wat je gerealiseerd hebt?

(lacht) “Heel zeker. Ik gaf tal van lezingen en gastcolleges waarbij ik uitgebreid in contact kwam met de gebruikers van mijn boeken. Ik paste mij in de loop der jaren constant aan. Zo telt de recente uitgave van mijn eerste boek op vandaag 100 pagina’s meer dan bij de eerste druk, wat ik een duidelijk bewijs vind van hoe de zaken evolueren. Wat ik wel heel jammer vind, is dat mijn functie na mijn pensionering niet meer zal ingevuld worden. Ik vind dat jammer genoeg een visie op korte termijn.”

Je gezin is heel belangrijk voor je. Je kinderen spelen ook een grote rol in jouw leven en werk, zeg je vaak.

“Absoluut. Ik ben zo gelukkig dat ik met Djanlissa en Lou-Lou twee ongelooflijk felle en fantastische dochters heb. Zij hebben mij gevormd tot wie ik ben als persoon, maar ook op wat mijn werk betreft laten zij inderdaad duidelijk hun stempel na. Hun hulp en hun visie is bij dit alles onbetaalbaar. Zij hebben trouwens ruim hun creatieve bijdrage geleverd bij het tot stand komen van de boeken.”

Wat moet de toekomst brengen? Nieuwe boeken?

“Oei, ik heb na vijf boeken mijn man Rudi beloofd om te stoppen en daar zal ik me moeten aan houden (lacht). Hij is mijn steun en toeverlaat. We hebben elkaar leren kennen zo’n vijf jaar geleden. Ik was een tijd ervoor alleen komen te staan. Heel toevallig was die ontmoeting, in Media Markt hier in Oostende. Maar daar bleef het niet bij. Iets minder dan een jaar later vroeg Rudi me ten huwelijk. We trouwden in de zomer van 2019. Sprookjes komen wel degelijk uit. Ik heb lang niet gereisd, maar met mijn man kwam daar verandering in en hoe. Onze huwelijksreis ging naar Hawaï, en ik wist dat pas toen we er bijna waren! Sindsdien trekken we er regelmatig op uit, ook naar avontuurlijke plaatsen zoals Chili, Zuid-Afrika en IJsland. Eerlijk: ik heb tegenslagen gehad en crisissen meegemaakt, maar mocht ik nu doodgaan, ik zou kunnen terugkijken op een gelukkig leven. Ik kende verschillende hoofdstukken, en beleef nu een van de mooiste.”

Leen Pollefliet

Privé: geboren in Gent op 19 oktober 1963. Woont in Oostende. Getrouwd met Rudi Hoste, moeder van Djanlissa (30 en Lou-Lou (25).

Opleiding en loopbaan: Master Talen en Lerarenopleiding aan UGent. Doceert leerlijn communicatie aan de faculteit Ingenieurwetenschappen en Architectuur aan UGent.

Vrije tijd: lezen, Schrijven en reizen.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier