Op de koffie bij ‘madam Quintens’ (95): “Ik heb Zuienkerke zien groeien en bloeien”

Ze componeerde ooit het ‘Lied van Zuienkerke’, stond mee aan de wieg van Theater Kleiem en toen haar goede vriendin Maria Wille vorig jaar honderd werd, stak ze in ‘t gemeentehuis een sprankelende speech af die evengoed over haarzelf had kunnen gaan: Z’is nog goed te pote en z’e ze nog ollemolle tope. “Oud mogen worden, is een gunst van de lieveheer”, aldus Lutgart Van Haecke ofte ‘madam Quintens’, die er op haar vijfennegentigste ook nog graag bij is.
Voor haar vijfennegentig lentes is Lutgart ‘Lut’ Van Haecke, naar eigen zeggen nog het meest bekend als ‘madam Quintens’, verrassend kwiek van geest. Ze woont al sinds de jaren vijftig aan de Nieuwe Steenweg, in het huis met de trapgevel en de voorhof met de vogel en het prachtig beeld van May Claerhout.
“We lieten destijds een stukje bijbouwen, maar het centrale gedeelte bleef intact. Het dateert van rond 1900”, vertelt Lut. Voor haar woonde hier ene Louisa Stroo, de dochter van d’hofstee Stubbe. “Zij was rentenierster, en de tante van mijn man Kamiel zaliger”, klinkt het. Op de inventaris van Onroerend Erfgoed lezen we inderdaad dat de statige burgerwoning van madam Quintens op oude postkaarten dikwijls getypeerd werd als ‘renteniershuis’.
Voorlezen op school
“Kamiel had hier zijn praktijk als dierenarts, maar zoals je ziet, was hij ook een enorme kunstliefhebber. Meer bepaald van de Latemse School”, zegt ze. Lut en haar Kamiel kwamen er in 1957 wonen; van de gemeenteschool verderop was toen nog lang geen sprake. “Meester Beyne, de vroegere hoofdonderwijzer van ’t gemeenteschooltje, heeft hier lang naast de deur gewoond. Wat verderop in de straat, waar nu De Notelaar is, had je vroeger de zustersschool. Ik ging daar voorlezen in het kleuterklasje omdat mijn drie kinderen er zaten. Sprookjes van de gebroeders Grimm.”
Later goot ze die in toneelvorm. Lut lag immers ook – samen met pastoor Sioen – aan de basis van Theater Kleiem. “Ik was een soort onderpastoor”, glimlacht ze. “Trok me zelf ook altijd het lot van de armen en de zieken aan. Samen met Walter en Frank Quintens, mijn twee schoonbroers, richtte ik in Zuienkerke het Gregoriaans zangkoor op. Zij zijn hier allebei nog organist geweest.”
“Ik was een soort onderpastoor en trok me ook altijd het lot van de armen en de zieken aan”
Ooit schreef ze op vraag van de pastoor zelfs het ‘Lied van Zuienkerke’. Oh Zuienkerke lief, dorpje van mijn dromen, zet ze spontaan in. “We hebben dat vroeger nog samen gezongen in de kerk, maar ik weet niet waar het nu gebleven is. Waar is de tijd ook gebleven?”
Lut kan het nochtans weten: al dertig jaar lang houdt ze fanatiek dagboeken bij. “Ik ben daarmee begonnen toen de kinderen het huis uit waren”, zegt ze. “Werkelijk álles kwam daarin: het toneel, de vormselcatechese, de sacramentsprocessie… Het volledige reilen en zeilen van ons polderdorpje. Maar ik heb ook tientallen teksten voor uitvaarten geschreven.” Lut bracht destijds ook nieuwe schwung in de processie. “Vroeger was dat een echte hoogdag voor Zuienkerke – de mensen knielden als ’t heilig sacrament passeerde. Maar ik koos ook altijd de mooiste meisjes uit om te dansen en met palmen te zwaaien.”
Toneelgroep Kleiem
Theater Kleiem blaast dit jaar trouwens veertig kaarsjes uit. “Zálige toneelgroep, Theater Kleiem. Daar zijn nu nog altijd heel wat spelers bij van het eerste uur: Jenny Goethals, Christiane Declerck, Brigitte Bonte, Geert Claerhout, Nicole Vandenbossche… En natuurlijk de onvolprezen Walter Franco. Hij kon de mensen al doen lachen nog voor hij opkwam. Agnes Bode is jammer genoeg al weg; met haar had ik het weleens over de dood. Agnes is twee keer getrouwd geweest. Soms vraag ik haar of ze het wel goed stelt daarboven, en dan antwoordt ze: Moja bejoat madam Quintens, ‘k kan alleen niet kiezen tussen mijn twee venten.” (lacht)
“Nu, ik wil Theater Kleiem graag nog eens bedanken voor al die mooie jaren toneel, en voor de uitnodiging voor het jubileumfeest. Ik zal er zeker zijn, als ’t god belieft zelfs zonder stok.”
Af en toe moet ze eens diep graven in haar geheugen, maar Lut is een wandelende encyclopedie als het over Zuienkerke gaat. Over de vele verdwenen herbergen, bijvoorbeeld. “Zo had je de Lettenburg, hier schuinover aan de Blankenbergse Dijk. Maar ook in de Kerkstraat waren een drietal cafés. Wat verderop, aan ’t vaartje, had je de Zielebrugge. Daar kwamen vooral de vissers en de jagers. Zo heb ik Zuienkerke zien groeien en bloeien, want toen ik hier in 1957 samen met mijn man kwam aanwaaien, viel er weinig te beleven. Er was geen enkele vereniging.”
Ook de vroegere veldwachter, ‘de garde’, ziet ze nog zo voor zich. “Willem was zijn naam. Hij had drie prachtige dochters en die zongen alle drie in mijn koor.”
Heimwee naar vroeger
Op 14 oktober is Lut vijfennegentig geworden, maar dat is er niet aan te zien. “Ik kan me goed aan de nieuwe wereld aanpassen, maar mis de oude tijd soms wel. Internet en sociale media zijn niet aan mij besteed. Wat ik ook soms mis, is de dienstbaarheid van de mensen. Nu zijn ze meer jaloers op elkaar. Jammer dat er van mijn generatie al zoveel mensen weggevallen zijn.”
Haar man Kamiel rust wat verderop op de begraafplaats aan de Sint-Michielskerk. “Hij heeft een prachtige uitvaart gehad. Het Gregoriaans zangkoor van ’t Zoute is zelfs komen zingen. Ik mis mijn man nog elke dag, en leef daardoor soms wel een beetje in ’t verleden. Ik praat ook nog elke dag tegen hem.”
Bekende politici
Kamiel was lid van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen, waardoor er weleens een vooraanstaand politicus over de vloer kwam. “Herman Van Rompuy, Daniël Coens, Leo Tindemans, ze zijn hier allemaal verschillende keren op bezoek geweest. Coens en Tindemans kwamen zelfs naar het toneel kijken, en op de dag van de vorming kwam de bisschop bij ons middagmalen. Mijn man was immers ook voorzitter van de kerkraad”, vertelt ze met trots.
Lut heeft drie kinderen, zeven klein- en zes achterkleinkinderen. “Omama noemen die mij. Blij dat ik hen heb, want ik overleefde intussen al twee van mijn kinderen. Frank, de advocaat en Luc, de economist. Aftakelen is natuurlijk niet zo fijn, maar oud mogen worden, is een gunst van de lieveheer. Ik dank hem graag voor elke nieuwe dag.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier