Oostende heeft tweede wijkgezondheidscentrum

Madieke Maseman, Els Van der Looven, Friedel Despodt, Carolien Devisch en Jolien Vuerstaek, het team van Het Voorland. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Vrijdag opent in Oostende een tweede wijkgezondheidscentrum (WGC). Na De Hoek in het Westerkwartier in 2017 opent nu Het Voorland in het hartje van de stad. Buurtbewoners en andere Oostendenaars kunnen er terecht voor eerstelijnsgezondheidszorg bij twee artsen en drie medewerkers. De verwachting is dat er nog meer wijkgezondheidscentra bij zullen komen.

Een wijkgezondheidscentrum is een multidisciplinair gezondheidscentrum, waar je terechtkan bij huisartsen en verpleegkundigen, maar bijvoorbeeld ook bij een maatschappelijk werker, diëtist, psycholoog… Het centrum is laagdrempelig en vooral gericht op de wijkbewoners. Voor wie zich aansluit bij het wijkgezondheidscentrum betaalt de mutualiteit een forfaitair bedrag per patiënt aan het centrum, waardoor patiënten niet hoeven te betalen voor een consultatie. Een wijkgezondheidscentrum hecht veel belang aan preventie.

Zo’n centrum opent nu opnieuw in Oostende: Het Voorland in de Brabantstraat 6. Het wordt het 33ste wijkgezondheidscentrum in Vlaanderen en Brussel en het vierde in West-Vlaanderen, na eerdere vestigingen in Brugge, Menen èn Oostende. Daar ging op 1 april 2017 al het wijkgezondheidscentrum De Hoek van start op de hoek van de Gelijkheidsstraat en de Torhoutsesteenweg in het Westerkwartier.

Vrouwelijk team

“De werking startte op 1 augustus en sinds 1 september is ons team voltallig. Op vrijdag 20 september volgt enkel nog de officiële opening”, vertellen Madieke Maseman en Els Van der Looven, de twee artsen die aan Het Voorland verbonden zijn. Els is al zo’n 20 jaar als huisarts in Oostende actief, Madieke is pas afgestudeerd. Tot hun – volledig vrouwelijke – team behoren nog een verpleegkundige, een onthaalmedewerker en een coördinator.

“Tweeënhalf jaar geleden opende het eerste wijkgezondheidscentrum in Oostende, De Hoek. Dat liep vrij snel vol wat ons op het idee bracht om een tweede centrum op te starten”, zegt dokter Van der Looven. “We zijn er al een tweetal jaar mee bezig. Het Voorland ontstond uit het veld zelf, aan de keukentafel, tussen de drukke jobs door. Er werd een vzw gevormd en wij sloten aan bij de Vereniging van Wijkgezondheidscentra. Op Vlaams niveau bestaat dit concept al veel langer.”

1.400 patiënten

“Het aantal patiënten dat we kunnen inschrijven, hangt van het aantal artsen af. Elke arts kan 650 tot 700 patiënten aan. Voor ons centrum, met twee artsen, betekent dat dus dat wij 1.300 tot 1.400 patiënten aankunnen. We werken vooral voor de bewoners van het centrum, met als grenzen de zee, het Maria-Hendrikapark en de Koninginnelaan. We zijn ervan overtuigd dat we een toegevoegde waarde zijn voor de wijk.”

“Mensen kunnen zich bij ons inschrijven, waardoor wij een vast bedrag van de mutualiteit ontvangen waarmee wij onze volledige werking financieren”, legt dokter Maseman uit. “Onze eerste maanden zijn goed verlopen. We zijn onze werking aan het uitbalanceren met ons team en hebben de indruk dat we op de goede weg zijn. Ons ledenaantal neemt elke week toe.”

Alle lagen van de bevolking zijn welkom: jong en oud, arm en rijk

“Oostende is een van de armste centrumsteden van Vlaanderen. Toegankelijke gezondheidszorg is hier erg belangrijk. Toch richten we ons zeker niet alleen maar tot mensen in armoede. Alle lagen van de bevolking zijn welkom: arm en rijk, jong en oud. Het systeem steunt op solidariteit. We merken ook dat het ons lukt om die sociale mix te bewaren. In tegenstelling tot de gewone huisarts werken wij ook niet prestatiegericht”, zeggen beide artsen. “Wij werken preventief en willen onze patiënten zo gezond mogelijk houden. We doen aan integrale gezondheidszorg en willen in de toekomst nog extra medewerkers aanwerven. Op ons verlanglijstje staan een diëtist, een pedicure, een podoloog, een maatschappelijk werker, een psycholoog… Deze laatste willen we zo snel mogelijk in dienst nemen.”

Oostende is hiermee dus aan zijn tweede wijkgezondheidscentrum toe, maar zouden er nog centra op komst zijn aan kust? “Op dit moment niet”, zegt Koen De Maeseneir van de Vereniging van Wijkgezondheidscentra. “Het is wel zo dat je ook een forfaitaire dokterspraktijk kan opstarten zonder lid te zijn van onze organisatie en de naam ‘wijkgezondheidscentrum’ kan dragen. Daar hebben wij geen zicht op, maar er is ook op dat vlak een stijgende tendens. Van oktober 2016 tot eind 2017 was er een moratorium, waardoor er geen forfaitaire praktijken konden bijkomen. Maar sinds het einde van dat moratorium neemt het aantal forfaitaire praktijken weer toe.”

Wachtlijst

Dokter Raf Langenaekens startte 2,5 jaar geleden het eerste wijkgezondheidscentrum in Oostende, De Hoek. Dat loopt als een trein. “Wij moeten tot onze grote spijt werken met een wachtlijst”, vertelt hij. “Het bewijst dat er nood is aan praktijken als deze. Wij hebben drie vaste artsen en één arts in opleiding. Per arts voorzien we 600 tot 700 inschrijvingen, per arts in opleiding de helft. Daardoor zijn wij nu, met om en bij de 2.400 patiënten, ongeveer volzet. Wij zijn dan ook blij met het nieuwe wijkgezondheidscentrum. We hebben goede contacten en hielpen met de praktische voorbereidingen.”

“Naast vier artsen en drie verpleegkundigen beschikken wij over twee onthaalmedewerkers en enkele deeltijdse krachten: een psycholoog, een maatschappelijk werker en iemand die werkt aan gezondheidspromotie”, vertelt dokter Langenaekens. “Het is een klassieke misvatting dat hier vooral mensen met een laag inkomen komen. Dat klopt niet, wij hebben een normale sociale mix: jong en oud, heel lage en heel hoge inkomens, een gezonde mengeling van autochtonen en allochtonen.”

Eén centrum per wijk?

“Waarom mensen kiezen voor een wijkgezondheidscentrum? Naast de kostprijs is er de geografische keuze, mensen uit de buurt komen naar hier. We hebben ook patiënten uit andere wijken en zelfs uit Bredene, maar de meeste komen toch uit de omgeving. Daarnaast was ik voorheen al huisarts in Oostende en zijn mijn vroegere patiënten blijven komen. Dat is niet veranderd, omdat ik nu in een ander soort praktijk werk.”

“Ik verwacht dat er nog wijkgezondheidscentra zullen volgen, in Oostende en elders. Eén centrum per wijk zou ideaal zijn”, vindt dokter Langenaekens. “Er is een opwaardering bezig van de eerstelijnsgezondheidszorg. Er worden inspanningen geleverd om de eerste lijn toegankelijk en kwaliteitsvol te maken. Een multidisciplinair centrum als het onze past daar perfect in. Ook andere vormen zijn mogelijk. Maar die beweging is duidelijk aan de gang.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier