West-Vlaamse onderwijstop: “West-Vlamingen, kom uit uw kot”

Piet Desmet, Carl Devos, Joris Hindryckx en Lode De Geyter.©Picasa
Piet Desmet, Carl Devos, Joris Hindryckx en Lode De Geyter.©Picasa
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Op onze diploma’s staat een uitreikingsdatum. Daar is niets mis mee, maar we zouden er voortaan beter ook een houdbaarheidsdatum op vermelden. Het is een boutade die we noteerden tijdens een gesprek met de onderwijstop van onze provincie voor de KW-special Leren in West-Vlaanderen.

Aanleiding voor het gesprek: de unieke samenwerking tussen de universiteiten KU Leuven campus Kulak Kortrijk en campus Brugge en UGent Campus Kortijk en Oostende en de hogescholen VIVES en Howest om hier nieuwe manama’s (master na master) en postgraduaten in te richten. “We mogen terecht trots zijn op de wijze manier waarop wij binnen de kortste keren hierover onderling een samenwerkingsakkoord konden afsluiten,” klinkt het unisono.

Aan tafel, op coronaveilige afstand van mekaar, treffen we professor Piet Desmet, vicerector KU Leuven, professor Carl Devos, West-Vlaams ambasasadeur van de UGent, algemeen directeur Joris Hindryckx van hogeschool VIVES en algemeen directeur Lode De Geyter van hogeschool Howest.

Het is nog niet zo heel lang geleden dat er in de provincie steevast werd geklaagd over het vertrek van jong talent uit onze provincie, de zogenoemde braindrain. Voor één van de oorzaken daarvan werd onder meer gewezen naar het hoger onderwijs bij ons dat in vergelijking met dat in andere provincies te weinig middelen kreeg. Ook voor wetenschappelijk onderzoek bleven de toegereikte beschikbare middelen ondermaats. De klachten vielen jaar na jaar in regeringskringen in dovemansoren. Tot het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering in 2019 daar eindelijk verandering in bracht. Er kwam extra geld om in West-Vlaanderen manama’s – dat zijn masteropleidingen voor wie al een master heeft gehaald – en extra postgraduaten in te richten. “Tevens ondersteunen we in West-Vlaanderen de universiteiten en hogescholen om manama’s en postgraduaten in te richten die aansluiten op de technologische speerpunten. Het universitaire aanbod kan worden uitgebreid binnen de beschikbare universitaire middelen door de economische opleidingen (TEW en handelswetenschappen) te vervolledigen ”, lezen we in dat regeerakkoord.

Een éénmalige maar gespreide financiële injectie van in totaal 6,5 miljoen euro werd daarvoor ter beschikking gesteld van het hoger onderwijs in West-Vlaanderen. Over de verdeling van die manama’s en postgraduaten moesten de instellingen een onderlinge overeenkomst zien te sluiten. En dat gebeurde eigenlijk bijzonder snel en vlot.

“We mogen best wel trots zijn over wijze waarop en de snelheid en vlotheid waarmee we hier in de provincie een overeenkomst hebben gesloten. Er is geen passionele strijd gevoerd over de verdeling van de middelen en de toewijzing van de manama’s en postgraduaten”, zegt professor Carl Devos van UGent . “Over West-Vlamingen wordt vaak beweerd dat ze te bescheiden zijn, ik vind dat we over deze samenwerking helemaal niet bescheiden moeten zijn. De manier waarop wij met ons vieren die zaken hebben aangepakt kan als voorbeeld gelden voor andere provincies.”

Piet Desmet: “We sloten niet alleen een akkoord, we zijn het ook al aan het uitvoeren”

“Men zegt altijd dat Limburgers aan één zeel trekken, maar dat geldt hier nu ook voor West-Vlamingen. De overheid heeft over de partijgrenzen de schouders gezet onder een stevige injectie in het hoger onderwijs in West-Vlaanderen en de kennisinstellingen zijn daar inderdaad snel uitgeraakt. Op een wijze die goed is voor onze provincie. Want we spelen in op de meest urgente opleidingsnoden van wie bij ons voorbij de basisopleiding is,” zegt professor Piet Desmet .

Educatieve technologie in het edulab. (foto imec)
Educatieve technologie in het edulab. (foto imec)

Men had natuurlijk ook de basisopleidingen kunnen uitbreiden. Volledige masters bijvoorbeeld aan onze universiteiten. “We zitten in een rationaliseringsdebat, er is een absolute stop in nieuwe opleidingen. Bovendien leeft meer en meer het idee dat studeren niet stopt op je 22 ste en is er de maatschappelijke vraag om levenslang te leren. En dus zijn we met onze samenwerking behoorlijk visionair bezig door samen in te zetten op dat levenslang leren. Elk apart zijn we daar al mee bezig, maar het unieke zit hem precies in die onderlinge gestructureerde samenwerking. Ik ken geen andere provincie waar zo’n akkoord is gesloten. En, belangrijk, we zijn het akkoord al aan het uitvoeren. De hogescholen hebben hun postgraduaten klaar tegen volgend academiejaar en de beide universiteiten tegen september 2022. Er liggen heel wat nieuwe postgraduaten klaar (zowel aan hogeschool als aan universiteit) tegen september 2021 en de eerste twee manama’s starten in oktober 2022.”

Concurrentie

Of het snel bereiken van zo’n samenwerkingsakkoord ook vanzelfsprekend was voor de twee hogescholen – VIVES en Howest – willen we weten. Per slot van rekening is er ook concurrentie tussen de instellingen.

Algemeen directeur Joris Hindryckx van hogeschool Vives : “Wij hebben als hogescholen niet veel apart vergaderd, meestal was dat met zijn vieren. De zoekzones waren al redelijk duidelijk: de uitbreiding moesten we zoeken in de speerpuntclusters van de provincie. Dan zit je dus al direct in de maakindustrie, nieuwe materialen, voeding en zorg, mariene en maritieme technologie. Naast de vijf miljoen euro voor de ontwikkeling van die manama’s en postgraduaten hebben we ook nog anderhalf miljoen euro gekregen voor de ontwikkeling van programma’s voor artificiële intelligentie. We hadden het ons moeilijk kunnen maken door die middelen apart te gaan verdelen, maar dat hebben we dus niet gedaan. Er was ons gevraagd om een raamovereenkomst te sluiten, maar ook daar zijn we verder gegaan en we hebben het de overheid gemakkelijk gemaakt en direct een concreet voorstel uitgewerkt. Er was al direct een as, die van de maakindustrie of de mechatronica, waar de universiteiten samen een manama organiseren en wij gezamenlijk het een postgraduaat. We zitten zo dus al onmiddellijk alle vier samen. De input van ons postgraduaat komt ook van de universiteiten en in zekere mate ook in omgekeerde richting voor het praktische gedeelte. We werken trouwens op de ganse mechatronica-opleidingsformule maximaal samen.”

Carl Devos: ”We mogen trots zijn op de manier waarop we dit akkoord hebben gesloten”

Lode De Geyter, algemeen directeur van hogeschool Howest: “Die samenwerking is ook ontstaan vanuit de specifieke sterktes van de hogescholen. We hebben in het verleden goed gekeken waar er nog ‘speelruimte’ was, we hadden nooit de intentie om zomaar te kopiëren wat onze collega’s doen, maar wel om onze sterktes uit te bouwen. We hebben ons altijd gericht op de noden van ons bedrijfsleven en onze samenleving hier. En meestal komt dat dan ook synergetisch uit. Waar Vives bijvoorbeeld in Roeselare zeer sterk staat voor de voeding, focussen wij met Howest op vlak vanop digitale transformatie, IT, cybersecurity, blockchaintechnologie. En nu bundelen we die specifieke sterktes om die permanente vorming van mensen in het bedrijfsleven en uit te maatschappij te verzekeren.”

Joris Hindryckx : “Vergeet ook niet de artificiële intelligentie waar we allemaal op inzetten, weliswaar in aparte toepassingsvelden.”

Mechatronica is een speerpunt in onze provincie.©JIRAROJ PRADITCHAROENKUL Getty Images/iStockphoto
Mechatronica is een speerpunt in onze provincie.©JIRAROJ PRADITCHAROENKUL Getty Images/iStockphoto

Piet Desmet : “Als je kijkt naar de kennisbasis die aanwezig in West-Vlaanderen, dat zie je dat UGent campus Kortrijk naast de mechatronica sterk is in bio-engeineering die met voeding te maken heeft, denk aan Veg-i Ttec. Wij hebben met KU Leuven in Kortrijk ook heel sterke onderzoekscentra in dat bredere domein van de voeding en we zouden daarover eindeloos in discussie kunnen gaan, maar UGent Kortrijk staat daar wel hé, dus is het evident dat de manama voeding naar UGent gaat. Anderzijds leveren wij met KU Leuven campus Kulak Kortrijk en campus Brugge een serieuze inspanning op vlak van artificiëlke intelligentie (AI), waar wij met tien professoren en een behoorlijk aantal pre- en postdocs voor onze provincie op vlak van AI de absolute referentie willen zijn. We hebben ook een AI-onderzoeksas gelegd met VIVES. Maar op vlak van cybersecurity, digitale transformatie, blockchain, gaming en creative industries is Howest al sinds jaren de referentie en het had dus geen zin dat wij in dat domein iets gingen claimen. We vullen mekaar dus aan en dat maakt dit akkoord zo sterk. We zijn met vier sterke merken die mekaar door samenwerking nog versterken.”

Ander perspectief

Vertrekken van uit de sterktes van VIVES, Howest, UGent en KU Leuven is één zaak, maar een ander perspectief is dat vanuit de vraag: wat heeft West-Vlaanderen nog meer nodig op vlak van hoger onderwijs.

Piet Desmet : “We hebben hier een aantal klassieke industrieën sectoren (zoals textiel of voeding), met mechatronicabedrijven die wel een stuk innovatie kunnen gebruiken, maar zeker ook op vlak van AI kunnen onze bedrijven nog een tand bijsteken. Dat is ook zo voor cybersecurity waar we de ene aanval na de andere vaststellen bij bedrijven die het daar lastig mee hebben… kortom, wij kunnen als kennisinstelling helpen een antwoord te geven op die nood aan innovatie en tegelijk ook zorgen voor de opleiding en training van de professionals. Dit gaat dan ook over de toekomst van heel de West-Vlaamse kenniseconomie, niet louter over de toekomst van onze vier instellingen. Dit akkoord is een écht West-Vlaanderen-plan.”

“Joris Hindryckx: “Digitalisering is een troef voor ons gespreid aanbod in West-Vlaanderen”

Carl Devos : “Als je kijkt hoe het proces voor dit akkoord is gelopen en waarmee we uiteindelijk naar buiten komen, dan is dat een voorbeeld van goed bestuur. We hebben middelen gekregen van de overheid, we zijn uitgegaan van de provinciale speerpunten en noden, we hebben gekeken naar sterktes van elke instelling, hebben afgesproken om mekaar niet de duvel aan te doen en we hebben de middelen zo verdeeld dat elke instelling kon ontwikkelen in het voordeel van de leemtes waarmee West-Vlaanderen te kampen had en waar het bedrijfsleven om vraagt.”

Internationaal

Een antwoord geven op West-Vlaamse noden is één ambitie van dit samenwerkingsakkoord onder de vier kennisinstellingen, maar de ambitie is ruimer. De postgraduaten en de masters na master worden in het Engels aangeboden. En dat is niet toevallig.

Carl Devos : “Dat is een belangrijk punt. Zeker met de manama’s, maar ook met de postgraduaten, mikken wij niet alleen op een West-Vlaams en Vlaams publiek, maar eigenlijk ook wel een internationaal en Europees publiek. En met de digitalisering zal dat aanbod heel ruim beschikbaar zijn, niet alleen voor West-Vlaanderen, maar voor de markt. Als wij goed zijn in die levenslang-leren-trajecten, dan zullen ook Limburgers of mensen uit Zeeuws-Vlaanderen die opleidingen kunnen volgen.”

We hebben de voorbije maanden meegemaakt hoe cruciaal de zorg is voor onze samenleving. Behoort de zorg ook tot de West-Vlaamse speerpunten?

Joris Hindryckx : “Voeding en zorg is inderdaad een speerpunt. Die twee worden meer en meer aan mekaar gelinkt: gezonde voeding. Ik verwijs naar het wetenschapspark Flanders Food Valley dat in Roeselare komt. Met VIVES hebben wij in Roeselare onderwijsbevoegdheid agro en biotechnologie en zullen wij op dat vlak toegepast onderzoek verrichten, samen met de KU Leuven die input levert via fundamenteel strategisch basisonderzoek.”

Virtuele realiteit en datacaptatie. (foto Howest)
Virtuele realiteit en datacaptatie. (foto Howest)

Lode De Geyter : “Van de voeding komen wij ook bij duurzaamheid terecht. Bij de productie van voeding zijn bijvoorbeeld heel veel energie en water nodig. Meer en meer streven we op een rationeel gebruik daarvan. Ook voor het water. Welnu, met onze datacaptatie spelen wij daar op in. Meten is weten. En we moeten dus ook inzetten op opleidingen op dat vlak.”

Piet Desmet : “De thema’s waarop we werken zijn inderdaad meer en meer interdisciplinair en sluiten aan bij de grote maatschappelijke problemen: gezondheid, duurzaamheid. En daarbij komt nog dat we door in te zetten op levenslang leren tegelijkertijd ook aan het inzetten zijn op internationalisering, digitalisering en het onderzoek. Wij willen niet alleen internationaal studenten en cursisten aantrekken, maar ook docenten. Dus, in plaats van de slogan ‘Kere e kè were’ wordt het ‘Kom ne keer af’. Onze manama’s en postgraduaten zullen we daarom ook in hoge mate via educatieve technologie aanbieden. Daarnaast wordt voor levenslang leren het belang van de onderzoeksmatige onderbouw nog te vaak onderschat. Trajecten van levenslang leren kan men maar overtuigend aanbrengen als men beschikt over onderzoekspower, van strategisch basisonderzoek tot toegepast onderzoek.”

Voldoende financiering?

Het project levenslang leren met de uitbreiding van manama’s en postgraduaten kost natuurlijk geld. De Vlaamse overheid komt hiervoor over de brug met zo’n vijf 6,5 miljoen euro. De vraag is of dat op termijn voldoende is.

Joris Hindryckx : “We zijn met ons vieren die uitdaging aangegaan. We hebben durven springen, maar we moeten weten waarover we hebben gesprongen. Er is daarvoor een stevige onderbouw nodig. En de manama’s en postgraduaten zitten dan wel onder dezelfde koepel van levenslang leren, het zijn twee fundamenteel verschillende vormen. Manama’s mogen enkel aan de universiteiten ingericht worden, postgraduaten bij alle vier de instellingen. We hebben beslist om het grootste deel te investeren in wat we in West-Vlaanderen te kort hebben, met name Manama’s. En daar is die ‘vliegwielfinanciering’ heel belangrijk. Dat is anders voor de postgraduaten, waar we al een rijke traditie aan hadden. We finaliseren zaken waar we al sterk in waren in de bacheloropleidingen en waar we soms al verwante postgraduaten hebben. Neem bijvoorbeeld het thema van onbemande voertuigen (autotechnologie en drones): wij hebben daar de basisopleiding en – onderzoek voor. Wij hebben daar nu een postgraduaat over samengesteld waarvoor we sprokkelen uit kennis en onderzoek van onze bachelor- en graduaatopleidingen in Kortrijk en Oostende. Postgraduaten zijn ook behoorlijk toegankelijk – het gaat niet om een volledig jaar, een beperkt aantal studiepunten – , kan men die plaatselijk volgen en daar is men bereid een prijs voor te betalen. Op eerder kortere termijn zijn die postgraduaten dus zelfbedruipend, terwijl die masteropleidingen financieel moeten putten uit de pot van de andere opleidingen. Trouwens, levenslang leren houdt meer in dan alleen maar manama’s en postgraduaten aanbieden. Er zijn kortere leertrajecten, trajecten voor mensen die op latere leeftijd weer opnieuw in het vak willen stappen…”

Lode De Geyter“: “Op diploma’s zou beter een houdbaarheidsdatum staan in plaats van datum van uitreiking”

Carl Devos : “Op Ostend Science Park Bij Blue Energy in Oostende, het wetenschapspark van UGent, de POM West-Vlaanderen en de Haven van Oostende rond de blauwe economie, zijn we ook nog andere leertrajecten en kleinere leerprojecten aan het onderzoeken. Want ja, een manama organiseren kost heel wat inspanningen en voorbereidingen. We zijn daar toch zeker anderhalf jaar mee bezig. En dat gaan we niet in Oostende doen. We werken daar een model uit om snel en flexibel te kunnen inspelen op alle vragen naar training en opleiding in de blauwe economie.”

Uitdaging voor West-Vlamingen

Piet Desmet : “Als die manama’s een succes worden, dan zal de permanente financiering ervan een echte noodzaak kunnen worden. Maar dat zien we dan wel. Het is nu eerst aan de West-Vlaming om te bewijzen dat hij bereid is om levenslang te leren. Wil je blijven leren als West-Vlaming en of blijf je ’s avonds en op zaterdagvoormiddag liever thuis ‘in de zetel’? Is het ‘plus est en nous’ of blijven we in ons kot? Want hoe je het draait of keert: de bal ligt in het kamp van alle West-Vlamingen. Het aanbod is er. Aan elk van ons om er effectief op in te gaan!”

Lode De Geyter : “Op een diploma staat er een datum, die van de uitreiking. Maar er zou eigenlijk ook een houdbaarheidsdatum moeten opstaan. Een informaticadiploma zou na vijf jaar niet meer geldig moeten zijn, tenzij je erop kan vermelden dat je nieuwe lesmodules hebt gevolgd…”

Joris Hindryckx : “Op die manier krijgt een diploma inderdaad een dynamische waarde.”

Lode De Geyter : “Ook op dat vlak kunnen we voorop lopen en zorgen voor een cultuur- en mentaliteitsverandering. Als iemand gaat solliciteren vraagt de bedrijfsleider dan om de actuele waarde van je diploma en als je dan kunt aantonen dat je een postgraduaat of een manama hebt gevolgd, dan weet die ondernemer al dat wij, de hogescholen of universiteiten, die screening al hebben gedaan. We mogen daar fier op zijn dat wij die certificering van het levenslang leren kunnen verzorgen. Trouwens, ik spreek liever van een leven lang leren dan van levenslang leren, dat klinkt alsof je ‘levenslang’ vastzit.”

Carl Devos : “Wat Lode daarnet aanraakt, is belangrijk. Die cultuur van een leven lang leren. Daar hebben wij geen controle over. We kunnen dat wel stimuleren, we kunnen een aanbod voorzien dat aansluit op de vraag van bedrijven, maar uiteindelijk hangt het af van de interesse van de individuele werknemer en ondernemer. Uiteindelijk komen die leertrajecten ook de concurrentiepositie van onze werknemers en bedrijven ten goede.”

Lode De Geyter : “We zijn toe aan een mentaliteitswijziging. Een bedrijfsleider vroeg me ooit waarom hij een werknemer naar zo’n opleiding zou sturen: hij moet ervoor betalen, hij moet zijn werknemer missen en meestal zijn het de goede en dus dure werknemers die geïnteresseerd zijn én de kans bestaat dat hij op die cursus andere interessante mensen tegenkomt en dat hij misschien van bedrijf gaat veranderen. Met andere woorden: laat die werknemer maar met rust en laat hem hard werken in mijn onderneming.”

Carl Devos : “Zij die klagen over braindrain krijgen straks wel de kans om talent binnen te halen. Want ze kunnen uitpakken met een sterk lokaal aanbod van levenslang leren, met mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van het talent van hun werknemers. Dat is meer dan een bedrijfswagen de manier om goed volk te rekruteren.”

Levenslang leren

Scoren wij in West-Vlaanderen minder goed dan andere regio’s op vlak van levenslang leren?

Carl Devos : “We scoren daar niet goed. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de structuur van onze economie. We hebben veel kmo’s en voor die kleinere ondernemingen met een beperkt werknemersaantal is er natuurlijk minder ruimte om als de zaken goed draaien iemand te moeten missen die een opleiding volgt. Dat is feitelijk een structurele handicap.”

Joris Hindryckx : “Het instrument creëert ook de behoefte. Hoe aantrekkelijker ons aanbod is, hoe meer men daar zal op inpikken.”

Piet Desmet : “Er is bij de West-Vlamingen nog wel ruimte voor groei om beter klaar te staan voor het levenslang leren. Het mantra is nog te vaak werken en werken en niet zagen. Neen. Het is werken én leren. Levenslang leren is ook een open proces. Dat houdt in dat je bereid bent om met je concullega’s samen aan tafel te zitten en samen te leren. Ook op dat punt is West-Vlaanderen nog niet honderd procent klaar. En ten slotte: de openheid voor innovatie. Bij ons heerst nogal eens de mentaliteit van ‘we zijn altijd goed bezig geweest en we houden dat zo’. “

Lode De Geyter : “Dat geldt ook voor ons. Naast de gekende speerpunten moeten we ook nieuwe durven aanboren.”

Joris Hindryckx : “Die speerpunten zijn ook dynamisch en evolueren.”

Piet Desmet : “Neem nu eens de gezondheidszorg. Daar kunnen wij met onze vier instellingen heel wat betekenen. In de opleiding gebruiken wij educatieve technologie van bij ons en die technologie integreert artificiële intelligentie en virtuele realiteity die ons kan worden aangereikt vanuit Howest. In ons simulatieonderwijs, waarvoor VIVES een simulatielab heeft en waar die gaming-ontwikkeling van Howest kan geïntegreerd worden. Of neem onze simulatiepop die datadriven is en die ons toelaat om de vorderingen van de student zijn training op die simulatiepop te evalueren. Wij zijn dus allemaal bezig met die educatieve technologie en doen hier ook actief onderzoek rond.”

Carl Devos : “Blauwe economie en in het bijzonder aquacultuur nozijn evenzeer cruciaal voor onze provincie, daar kunnen we met de zee meer dan ooit een verschil maken. Het gaat dus al lang niet meer om energie, zoals off shore windenergie, maar ook voeding en allerlei andere stoffen en materialen die duurzaam uit de zee gehaald kunnen worden. Denk aan alle toepassingen met zeewier, maar ook aan de productie van zalm die een Noors bedrijf in Oostende wil organiseren. Als dat doorgaat, zijn er ook plannen om een saladeproductie via ‘verticale landbouw’, waarvoor de provincie in Roeselare een testcentrum uitbouwt, op Ostend Science park te ontwikkelen. Het water van die zalmproductie is rijk aan voeding voor salades. Kweken in de hoogte in plaats van zoals wij dat nu kennen op grote oppervlaktes zou ook duurzamer moeten zijn. Daar kunnen wij dus een verbinding maken met de expertise die in Roeselare zit. Maar ook het wateronderzoek van Veg-i-Tec in Kortrijk kan daar een rol in spelen. Die verwevenheid tussen verschillende instellingen, plaatsen en expertises is essentieel om als regio bij te blijven. Zonder samenwerking rollen we achteruit.”

Joris Hindryckx : “Die verwevenheid speelt ook een belangrijke rol in de digitale transformatie die we ons onderwijs meemaken en zeker in West-Vlaanderen. Wij zijn immers een van de weinige provincies waar het onderwijs zo verspreid zit. We hebben bijvoorbeeld geen onderwijshoofdstad. Wij zullen virtueel compacter worden en het zal gemakkelijker zijn om op verschillende campussen bepaalde projecten samen te doen door middel van die educatieve technologie. Dat zal bij dus een veel grotere toegevoegde waarde hebben dan in de provincies waar alles in een stad is geconcentreerd. We hebben het voorbije jaar veel geleerd, maar afstandsonderwijs kan dus meer zijn dan onderwijs van thuis uit volgen. We kunnen de lessen van een docent volgen vanop verschillende locaties, verschillende campussen zelf.”

Lode De Geyter: “Toch nog één kanttekening. We hadden het over een boost voor het hoger onderwijs met die injectie van 6,5 miljoen euro van de Vlaamse overheid. Het totale budget van hogescholen en universiteiten in Vlaanderen bedraagt ruim één miljard euro. Die 6,5 miljoen is dus een goede 0,5 procent van het totale budget. We moeten die eenmalige injectie, gespreid over een aantal jaren in de juiste context plaatsen, zodat men komt te zeggen: nu hebben ze in West-Vlaanderen hun deel gehad, ze mogen nu voor de komende tien jaar zwijgen.”

KW pakt uit met special ‘Leren in West-Vlaanderen’

We hebben het voorbije jaar noodgedwongen meer dan eens geleerd om anders te gaan leren. Meer dan ooit werd het duidelijk: leren blijft een levenslange opdracht.

De topmensen van het West-Vlaamse hoger onderwijs laten geen kansen liggen: ze bundelen op een unieke wijze de krachten om ons interessante trajecten voor dat levenslang leren aan te bieden. Daarover vertellen ze in onze special ‘Leren in West-Vlaanderen’.

Maar er valt ook heel wat op te steken van de inrichting van een nagelnieuwe school én hebben wij als ouders de voorbije maanden niet veel moeten mee-leren met onze kinderen? Ouders, kinderen én leraren vertellen er alles over. In de nieuwe special ‘Leren in West-Vlaanderen’.

Vrijdag 2 april, gratis bij De Krant van West-Vlaanderen.