Unieke nationaliteiten in Roeselare (deel 4) – Lorien Beltran uit Ecuador: “Hier vanaf eerste week al vrienden gemaakt”

Lorien Beltran verlaat met pijn in het hart België en meer bepaald Roeselare, maar keert er zeker nog terug. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Lorien Beltran (19) is aan haar laatste dagen in Roeselare bezig als we haar ontmoeten. De goedlachse jongedame uit Ecuador verbleef tien maanden in Roeselare en is de stad en haar gastfamilie en vrienden als een tweede thuis gaan beschouwen. “Ik keer zeker nog terug.”

Roeselare telt sinds 1 januari 65.381 inwoners. Goed voor 116 verschillende nationaliteiten. Zeventien van hen zijn uniek in de Rodenbachstad. In deze nieuwe reeks maken we een portret van deze Roeselarenaars.

Wie is Lorien Beltran?

Lorien Beltran (19) groeide op in Quito, de hoofdstad van Ecuador die vlakbij de evenaar gesitueerd is en op ruim 2.800 meter boven de zeespiegel de ‘hoogste hoofdstad’ ter wereld is. Lorien heeft haar papa nooit gekend, hij overleed toen haar mama zes maanden zwanger was van haar. Na haar middelbare studies wilde Lorien via een uitwisselingsprogramma iets van de wereld zien en ook haar Engels bijspijkeren en zo kwam ze in Roeselare terecht. Ze verbleef tien maanden in het gastgezin van Carine Spriet die in de Jonkerstraat in Beveren woont en liep school aan het MSKA. Op 1 juli verlaat ze België.

Lorien Beltran groeide op in Quito, een stad met ruim twee miljoen inwoners. Toen ze na haar middelbare studies een uitwisselingsjaartje wilde inlassen, kwam eerst Noorwegen op haar pad, maar werd het uiteindelijk België. “Eerlijk, ik kende weinig van het land. En uiteraard had ik nog nooit van Roeselare gehoord. Maar dat is ook zo vreemd: een jaar geleden kende ik het niet, nu voelt het als mijn tweede thuis.”

Lorien is enig kind en groeide op zonder haar papa, die al overleed voor haar geboorte, in de Ecuadoriaanse hoofdstad. “Mijn mama en ik zijn altijd met zijn tweetjes geweest. Natuurlijk was het moeilijk om ze achter te laten, net als mijn kat”, lacht ze. “Maar mijn mama gunde me dit wel. En je kan nu ook makkelijk contact houden met het thuisfront. Maar elkaar eens echt zien, dat zat er dus voor tien maanden niet in.”

“Als je ‘oewist’ zegt, begrijpen ze je niet overal”

Hoofddoel van Lorien was naast het opdoen van een onvervangbare levenservaring ook het bijspijkeren van haar Engels. “Dat heb ik hier veel gebruikt, maar ondertussen spreek ik ook al een woordje Nederlands. Ik liep school in het vijfde jaar in het MSKA waar ik kunstonderwijs volgde. De click was er meteen, de vrienden van de eerste week zijn een heel schooljaar mijn vrienden gebleven. De mensen zijn hier ook zo vriendelijk.”

Lorien Beltran keert straks terug naar Ecuador, maar werd verliefd op Roeselare.
Lorien Beltran keert straks terug naar Ecuador, maar werd verliefd op Roeselare. © Stefaan Beel

Lorien verbleef bij Carine Spriet in Beveren-Roeselare. “Ze is zelf mama en grootmoeder, ik werd er meteen met open armen ontvangen. Ze is druk bezig met van alles, maar we houden ervan om samen te gaan wandelen en crimiseries te bekijken. Ze is als een tweede mama voor mij, we gaan zeker contact blijven houden.”

Tweede mama

Lorien deed enkele examens mee aan het MSKA. “Ik was niet verplicht, maar bijvoorbeeld geschiedenis, dat zegt me veel. Ik gaf er ook een presentatie over mijn land. Ik schilder ook veel, lees graag en schrijf ook. Mijn opa aan moederskant heeft trouwens al enkele boeken uitgegeven. En daarnaast hou ik van reizen. Het is ongelofelijk hoe makkelijk dat hier is: je stapt op de trein in Roeselare en op korte tijd sta je in Brugge, Gent, Antwerpen of Brussel. Gent is me trouwens het meest bijgebleven. Vooral de gebouwen en de sfeer die daar hing, misschien ook wel door de vele studenten die daar zijn. Met een vriend uit Ecuador, die ook op uitwisseling in België is, sprak ik wel eens af. Hij verbleef in Tervuren.”

In Ecuador had Lorien wel een vriendje. “Maar dat sprong af toen ik hier naar België kon komen.” In Roeselare heeft ze ondertussen tal van andere vrienden gemaakt. En ondertussen spreekt ze al een aardig woordje Nederlands. “Makkelijk is het niet. Zeker omdat er nog het dialect is. Als ik ergens elders kom en zeg ‘oewist’ begrepen de mensen me niet altijd.”

Lorien heeft Roeselare in haar hart gesloten. “Het was op zich een cultuurschok die ik doormaakte, maar ik heb me hier meteen thuis gevoeld. De mensen zijn hier zo vriendelijk. Het is spijtig dat er nu een eind aan komt. Maar ik zal natuurlijk ook blij zijn om mijn mama terug te zien. We reizen straks beiden af naar Spanje waar we zowat 100 kilometer richting Santiago de Compostela zullen wandelen. Daarna gaan we terug naar huis.”

Veel herinneringen

Lorien zal in haar bagage heel wat goede herinneringen aan België en Roeselare meenemen. “En wat cadeautjes ook natuurlijk. Wat ik hier het meest ga missen? Naast de mensen heb ik hier ook speculoos ontdekt. Daar ben ik smoorverliefd op geworden. Ik doe er dus zeker mee naar huis. Ik ben ook al brieven aan het schrijven naar iedereen die me hier na aan het hart ligt. Terwijl ik die schrijf, doet het al pijn dat ik zal moeten vertrekken. Maar ik verwacht dus nog tegenbezoekjes in Ecuador van mijn gastmama en van vrienden. En ik keer hier zeker ooit nog eens terug.”

“Ik heb hier leren fietsen”

Lorien had het fietsen niet onder de knie toen ze hier arriveerde. “Het duurde wel een dag of drie vooraleer ik er helemaal weg mee was, raar om te zien dat kleine kindjes het wel al konden en ik niet. Bij ons rijden er wel fietsen, meestal koeriers, maar voor het overige is het te gevaarlijk om je met een fiets in het verkeer te begeven. Hier geven de autobestuurders je ruimte en zijn ze hoffelijk, in Quito riskeer je je leven op de fiets.”

Ondertussen leerde Lorien ook het uitgaansleven in Roeselare kennen. “Ik amuseerde me in de Bistro, ik kom ook graag in het ARhus Café, er zijn hier veel leuke shops en je kan hier lekkere ijsjes eten. Je kan je hier ook met een vriendin ’s nachts alleen op straat begeven, in Quito is dat helaas niet mogelijk. Daar gaan we meestal naar de cinema en keren we met de bus of de taxi terug. Dat kost daar ook stukken minder dan hier, voor een busrit nog geen euro.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise