“Hopelijk leven er binnen tien jaar ook echte uilen in ons nieuwe bos.” Met die wens opende directeur Koen Denduyver officieel het speelbos ‘De Wijze Vleugels’ op het terrein van de Regenboogschool. De feestelijke opening viel niet toevallig samen met de internationale Dag van de Bijen. De Regenboog is een onafhankelijke school voor buitengewoon onderwijs, waar zo’n 120 leerlingen met leermoeilijkheden en/of autisme les volgen.
Het speelbos kwam er dankzij het MOS-project (Milieuzorg Op School) met ondersteuning van de provincie West-Vlaanderen. “We willen de natuur dichter bij onze leerlingen brengen”, zegt directeur Koen Denduyver. “Naast het leren over het grondig en juist sorteren, gaan we jaarlijks op bezoek bij de afvalverwerking in MIROM Roeselare, het containerpark Koekelare, we ruimen ook maandelijks zwerfvuil op in de schoolomgeving, doen mee met de World cleanup day en de gemeentelijke zwerfvuilactie, Prinses Mies Vies vuilland komt op bezoek en we houden ook labo’s afval.”
Voetbalveld
Samen met MOS-leerkracht Tjabbe Beauprez haalde Koen Denduyver inspiratie bij andere scholen. Eva D’Hulster van het Regionaal Landschap Westhoek werkte het plan uit, met advies van Donald Dupon van MOS. De leerlingen van alle klassen hielpen mee bij het planten van 684 bomen. Zo werd het voormalig ongebruikte voetbalveld omgetoverd tot een bosrijke omgeving. Er kwam ook een wilgentunnel, een bloemenveld, fruitbomen, insectenhotels en vogelhuisjes.
klastuintjes
Met steun van onder meer de Truckers voor Kinderen vzw en serviceclubs zoals Kiwanis Hinterland, Lions BO4 Oostende, De Groene Kans en Inner Wheel Oostende werden extra speelelementen en klastuintjes mogelijk. De provincie bekostigde 90 procent van het plantgoed, goed voor 6.000 euro. Heel wat genodigden woonden de opening bij, onder wie burgemeester Patrick Lanssens, schepen van onderwijs Joke Verhelst en andere leden van het schepencollege. Provincieraadsvoorzitter Wim Aernoudt onthulde samen met de leerlingen het houten kunstwerk De Wijze Uil gemaakt door kunstenaar Koen Vandewalle.
