Oud-directeur Sint-Idesbald getuigt voor het eerst over kindermisbruik: “Men stak het op de tijdsgeest”
Jos Muylle moest als directielid bij OC Sint-Idesbald in Roeselare jarenlang toezien hoe bepaalde broeders er onkuise gewoonten op nahielden. Hij maakte meermaals melding van het kindermisbruik, maar kwam van een kale reis terug. Zwijgen doet hij niet langer. Hij getuigde al kort in de Canvas-reeks ‘Godvergeten’. “Er bleef veel onder de radar, het waren nog middeleeuwse praktijken.”
“Ik wil héél duidelijk stellen dat ik geenszins wil natrappen met dit interview”, opent Jos Muylle, thuis bij hem in Ter Bets. “Wel wil ik uit respect voor de vele directe en indirecte slachtoffers een en ander verduidelijken en enkele puntjes op de i zetten. Vele verhalen deden en doen de ronde, maar belangrijke zaken blijven soms lang onder de radar.”
“In 1979 begonnen mijn echtgenote Griet en ik als opvoeders-echtpaar in Sint-Idesbald. In 1985 werd ik onderdirecteur en in 1993 pedagogisch directeur. Vanaf de eerste dagen dat ik er werkte, bereikten me boodschappen dat er broeders onkuise praktijken op na hielden met de jongeren. Dat was algemeen bekend, maar bewijslast verzamelen, was iets anders. Blijkbaar viel dergelijk gedrag te verklaren door de tijdsgeest, leerde men daarmee leven. Ik heb me daar altijd tegen verzet en geprobeerd actie te voeren, zeker als onderdirecteur en later als pedagogisch directeur. Maar alle pogingen vielen op een koude steen in casu generaal-overste René Stockman van de Broeders van Liefde.”
Drie jongens betast
“Toch gebeurde nu en dan iets wanneer het misbruik té frappant was. Zo gaf een broeder-econoom toe dat hij drie jongens had betast en die broeder werd overgeplaatst. Over een gepensioneerde overste van de plaatselijke communauteit werden klachten geuit over ongeoorloofde handelingen met misdienaars. Die broeder heeft dat nooit toegegeven, maar hij werd eveneens overgeplaatst. En dan was er broeder-verpleegkundige A. M.. Het was algemeen bekend dat die broeder niet van zijn ‘patiënten’ kon blijven. Wij wilden hem weg, maar dat lukte niet. Pas later heeft algemeen directeur broeder J. M. mij verteld dat die broeder nooit kon overgeplaatst worden. Zijn familie had namelijk een substantieel deel van de ziekenzaal bekostigd met de belofte dat hun familielid er levenslang kon blijven ‘werken’, zelfs na zijn pensioen. Dat waren middeleeuwse praktijken, inderdaad.”
“Dat gebeurde allemaal voor de zaak-Ceustermans. Hij was een gepensioneerde overste van de communauteit. Hij liep in Sint-Idesbald voortdurend rond op het domein, minzaam zwaaiend met de hand, het was precies de paus. En dan moet men weten dat diezelfde broeder al dertien keer was overgeplaatst. Dertien keer, stel je voor!”
“In de lente van 1996 diende Ria Coghe, de mama van de negenjarige Lisah, klacht in bij het gerecht. Zij beschuldigde Ceustermans van zware seksuele feiten tegenover haar dochter Lisah. Eerder bracht ik generaal-overste Stockman op de hoogte. Ik deed hem het verhaal van die mama en op een bepaald ogenblik stelt Stockman me de vraag hoe ik daar tegenover stond. ‘Alsof het met mijn eigen dochter zou zijn gebeurd’, antwoordde ik. Waarop Stockman me zei dat ik mijn plaats niet kende. Ik was er op de eerste plaats om de belangen van de congregatie en het instituut te behartigen.”
Andere prioriteiten
“Wanneer ik hem erop wees dat de toen recent uitgewerkte missie van de Broeders van Liefde, waaraan ik had meegewerkt, duidelijk andere prioriteiten aangeeft zijnde ‘we zijn er op de eerste plaats voor de bewoners en hun directe omgeving’ , werd het gesprek vrij snel afgerond met de boodschap dat hij met de betrokken broeder een gesprek zou hebben. Deze confrontatie maakte ik gedeeltelijk mee waarbij verdachte broeder Ceustermans alles ontkende. ‘Ik ken dat kind helemaal niet’, was zijn antwoord.”
“Twee opvoedsters verklaarden echter dat ze Lisah op woensdagnamiddag toelating hadden gegeven om mee te gaan met Ceustermans. Na een gesprek met Stockman hebben die opvoedsters hun verklaring aangepast! Waarop Stockman me opdroeg om niets meer zelf te onderzoeken, het gerecht zou vanaf nu zijn werk wel doen. Voor ons is broeder Ceustermans onschuldig, want kinderen hebben veel fantasie en de moeders fantaseren mee, voegde hij er nog aan toe.”
“Later werden die twee opvoedsters voor het gerecht gedaagd wegens meineed. Gelukkig kon de toenmalige BLO-directeur getuigen dat die opvoedsters precies hetzelfde verhaal tegen hem hadden verklaard als tegen mij. Maar die opvoedsters zijn wel blijven werken in Sint-Idesbald.”
“De advocaat van de Broeders deed dan zelfs een aanvraag om mijn telefoon onder tap te plaatsen. Hij wou zo aantonen dat ik de mama van Lisah contacteerde en op de hoogte hield van de ontwikkelingen. Op die manier hoopte hij het proces nietig te laten verklaren wegens procedurefouten. De rechter gaf hiervoor geen toestemming.”
Alsnog vrijgesproken
“Ceustermans werd in 1999 tot vier jaar cel veroordeeld waarvan twee jaar effectief. Maar hij werd in 2003 vrijgesproken in beroep in Gent. Wat bij advocaten Mussche en Van Steenbrugge toch veel vragen opriep.”
“In 1998 is de samenwerking tussen mezelf en de Broeders van Liefde abrupt gestopt met een dading. Het vertrouwen was zoek, men zocht voortdurend een stok om te slaan, het werd onwerkbaar.”
“De serie Godvergeten rakelt alles weer op, maar het is een zeer belangrijk document voor mij. Raf De Rycke die nu voorzitter is van de vzw Organisatie Broeders van Liefde gaf in Ter Zake toe dat de mama van Lisah te maken had met een maffiabende. Maar hij vergat er wel bij te vermelden dat hij jarenlang de adjunct en rechterhand van Stockman is geweest. De Rycke was van alles op de hoogte! Zich verstoppen achter Stockman is al te makkelijk.”
“Kinderen hebben veel fantasie en de moeders fantaseren mee, klonk het”
“Heb ik dit alles na 25 jaar een plaats kunnen geven? Ik denk het wel alhoewel ik nog vaak terugdenk aan die slachtoffers. Ik durf zeggen dat de bijzonder grote macht van de Broeders van Liefde het hier duidelijk heeft gehaald op gerechtigheid, dat de waarheid geweld werd aangedaan. Hoe je hiermee omgaat als verantwoordelijke van een dergelijke congregatie is en blijft mij totaal onduidelijk. Veelzeggend is toch dat de paus Stockman recent heel wat van zijn bevoegdheden heeft ontnomen.”
“Kan ik die mensen vergeven? Ook hier kom ik bij broeders terecht voor mijn zwaarste beproeving. Tijdens de uitvaart van mijn vrouw Griet op 6 september 1995 vroeg de priester aan twee aanwezige broeders om de communie te helpen uitdelen. Op dat moment heb ik me denkbeeldig aan mijn stoel moeten vastlijmen om de twee broeders niet weg te sturen. Het heeft toen geholpen door steeds opnieuw te zeggen ‘vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen’. Beide broeders hadden me kort ervoor zo sterk ontgoocheld dat ik het niet kon geloven dat zij dit openbaar durfden te doen. Nu, zij hadden een goede leermeester in Stockman. Op de vraag of ik nog gelovig ben, kan ik kort zijn. Ik geloof in goede mensen, of ze nu katholiek zijn of niet. Maar ik geloof absoluut niet meer in het instituut dat de kerk vertegenwoordigt.”
Nultolerantie
“Ik heb het woord maffia niet in de mond genomen in die welbepaalde uitzending van Ter Zake”, verklaart voorzitter Raf De Rycke. “Dat een aantal dossiers afgedekt werden door een cultuur van autoritair leiderschap kon ik zeker bevestigen. Bovendien werden dossiers waarin broeders in opspraak kwamen niet met mij besproken als leek. Toen ik in 2013 voorzitter van de raad van bestuur werd, heb ik onmiddellijk geijverd voor meer transparantie. We hanteren nu een absolute nultolerantie in zedendossiers en hopen dat dergelijke verwerpelijke praktijken nooit meer gebeuren. We weten hoe belangrijk het is om het misbruik te erkennen en de slachtoffers of hun naasten een stem te geven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier