Op de Mercator met afscheidnemend coördinator Caroline Elias: “Mijn hart ligt bij het Ensorinstituut”

Caroline Elias: “Ik heb altijd de band met de leerlingen behouden.” © Davy Coghe
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Voor Caroline Elias (60) wordt het een bijzonder einde van het schooljaar, want ze gaat met pensioen. Ze was decennialang een erg betrokken coördinator in het Ensorinstituut (GO!). “Ik zou nu een sabbatjaar moeten nemen. Maar ik ken mezelf. Ik kan moeilijk stil zitten.” Caroline sloot een bijzondere loopbaan in het onderwijs in schoonheid af met de Ensorparade.

“Het is een blij weerzien met de Mercator. We bezochten de driemaster ooit met onze twee kinderen. En de school deed hier aan boord halloweenprojecten met de afdeling kunst, die decoreerde. Het Ensorinstituut is steeds een heel actieve school geweest in het stadsleven en zo leerde ik ook de stad goed kennen”, zegt Caroline Elias, bekend gezicht van het Ensorinstituut.

Je bent van Blankenberge, maar liep school in Oostende. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik ben geboren en getogen in Blankenberge en woon daar nog steeds. Ik ben een product van het Vernieuwd Secundair Onderwijs (VSO), waar in de jaren ‘70 al werd gewerkt met A-, B- en C-attesten. Na mijn tweede middelbaar kreeg ik een B-attest en moest een technische opleiding volgen. Ik was toen al erg bezig met mode en kleding en wou die richting inslaan. Dat kon enkel in Oostende, in het toenmalige Stimjo, waar ik mode en creatie volgde. Nadien studeerde ik aan de Rijksnormaalschool voor regentes kleding en techniek. Ik studeerde af in 1983, deed enkele interims en kwam vrij snel terecht in het Stimjo, later omgevormd tot Ensorinstituut. Ik zit dus al, met een kleine onderbreking, sinds mijn derde middelbaar op dezelfde school (lacht).”

Je zit nu wel in het directieteam. Was dat een logische stap?

“Ik gaf altijd graag les. In 1996 ging de werkplaatsleidster met pensioen en kreeg ik de kans haar op te volgen. De functie evolueerde naar een directiefunctie als technisch adviseur-coördinator. Mijn job groeide mee met de school. Ik ben verantwoordelijk voor alle praktijkgebonden afdelingen en in het bijzonder voor de afdeling kunst. Nu heb ik gelukkig drie technisch adviseurs die met mij samenwerken voor de afdelingen mode, haartooi, schoonheidsverzorging, hotel en onze duale opleidingen. Ik waakte er altijd over dat ik de band met de leerlingen behield. Als coördinator werd ik soms geconfronteerd met leerlingen die iets mispeuterd hadden. Daarbij is het belangrijk te kijken naar hun voorgeschiedenis en of ze een rugzak met andere problemen meedragen. Soms moet je dieper graven om te kunnen werken naar een oplossing. Het is belangrijk dat ook de ouders mee zijn in het verhaal. Tot de pandemie was ik ook verantwoordelijk voor de tweejaarlijkse show, voor mij de mogelijkheid om alle leerlingen te leren kennen. De meeste kende ik met naam en dat schept een band. Als zich later in de schoolloopbaan een probleem voordeed, was er een ander uitgangspunt dan als ik de leerling niet kende. Vanuit het onderwijs zie ik nog steeds een grote nood aan een aanbod in de jeugdzorg voor als het met jongeren fout loopt.”

Heb je het onderwijs zien veranderen?

“Je kunt 1985, toen ik startte, en 2024 niet vergelijken. De zorgnood voor leerlingen is toegenomen. Er is meer aandacht voor de leerstoornissen en dat is een goede zaak. Leerlingen zijn mondiger geworden, onder invloed van de sociale media, maar onze leerlingen van het technisch onderwijs hadden altijd al het hart op de tong. Ze uiten zich makkelijk in emoties, zoals boosheid of verdriet. Je kan sneller dan in andere scholen detecteren als er iets scheelt. Mijn rol was ook leerkrachten ondersteunen. Als er moeilijkheden waren, ging ik naar de klassen zelf. Zo weten leerkrachten dat de directie achter hen staat. Je kan als school veel verdragen van leerlingen, maar respect voor de leerkrachten is essentieel. Dialoog en excuses voor een fout zijn belangrijk.”

Je bent actief in het carnaval. Hoe intensief beleef je dat?

“In Blankenberge leeft het carnaval heel erg en is er een stoetentraditie waar veel plaatselijke verenigingen aan deel nemen. Mijn man was waterpolospeler. Vanuit deze vriendengroep ontstond Waterpolo Carnaval, dat uitgroeide tot een belangrijke carnavalsvereniging. We hebben elkaar daar trouwens leren kennen. De hele vriendenkring deed jarenlang mee aan die stoeten. Sinds een zevental jaar is dat gestopt, want er was geen opvolging. We vieren uiteraard nog altijd carnaval, maar nemen niet meer actief deel aan stoeten. Maar vergis je niet: het carnaval in Blankenberge staat op hoog niveau. We hebben dezelfde kalender als Aalst, vieren op zondag, hebben biermaandag, vette dinsdag en de voil janetten. De vrouwen van Waterpolo Carnaval hebben zich verenigd in de ‘Moandagmeisjes’. We maakten altijd onze kledij zelf en zijn bekend in Blankenberge. We vierden vorig jaar ons 40-jarig bestaan. Het is gemakkelijker als je sociaal leven zich niet afspeelt in de stad waar je werkt. Dat hoor ik van collega’s en kan ik beamen. De dagelijkse rit naar Blankenberge liet me toe om het werk achter me te laten en tijdens vakanties helemaal te detoxen.”

Enkele weken geleden coördineerde je nog de Ensorparade doorheen de stad, een mooi orgelpunt na zo’n loopbaan in het Ensorinstituut.

“Mijn hart ligt bij het Ensorinstituut. Ik kreeg ooit een aanbieding voor een directiefunctie elders, maar ging daar niet op in. Onze school mocht niet ontbreken in het Ensorjaar en die parade in de straten met spektakel aan De Drie Gapers nam veel tijd in beslag. Dergelijke grote projecten waren het peper en zout op mijn werk en maakten mijn job boeiend. Het kostte ook tijd buiten mijn uren, maar gaf me veel energie. Het was mijn vrijwilligerswerk.”

Wat ga je doen na je pensioen?

“Ik weet nog niet wat er op me afkomt. In december word ik oma en daar kijk ik naar uit. Ik wil er zijn voor dat nieuw leven. En als er nood is, kan ik in de school zeker nog vrijwilligerswerk doen. Ik kreeg al een uitnodiging om mee te werken aan een belangrijke culturele organisatie in Oostende. Maar ik hou de boot nog even af. Ik zie wel wat er op me afkomt. Ik wil ook reizen, want ik hou van de zon. Maar ik ga niet overwinteren, want ik word ook meer mantelzorger voor mijn familie. Eigenlijk zou ik een sabbatjaar moeten nemen. Maar ik ken mezelf. Ik kan niet stil zitten. Ik kan met pensioen begin augustus, maar besloot nog te blijven tot eind september om het schooljaar te helpen opstarten. Ik maakte al zo lang het lessenrooster en wil dat het schooljaar goed kan starten in de school die ik echt in mijn hart draag.”

Bio

Privé: geboren op 8 juli 1963 in Blankenberge. Getrouwd met Bernard Roels, mama van Björn (36) en Haike (31).

Opleiding en loopbaan: secundair (mode en creatie) aan het vroegere Stimjo in Oostende. Regentaat aan de Rijksnormaalschool in Blankenberge. Lesgever Stimjo / Ensorinstituut. Sinds 1996 technisch adviseur en lid directieteam.

Vrije tijd: uitstapjes met gezin en vrienden, cultuurvoorstellingen, lezen, carnaval, houdt van de zon.

Lees meer over: