Nergens meer leerlingen op internaat dan in West-Vlaanderen: “Er probeert ‘s nachts wel eens iemand door de gang te sluipen”

Noor De La Rue, Sara Beernaert, Martje verhelst, Laura Driessens op de kamer van het internaat. © Kurt Desplenter
Camille Jonckheere

Het aantal jongeren dat op internaat gaat, neemt elk jaar toe. In onze provincie zijn dat er meer dan 3.000, het hoogste aantal van Vlaanderen. Nieuwsgierig als we zijn naar het leven zoals het is op internaat, gingen we even kijken hoe het eraan toegaat in het grootste van de provincie. Het duurde niet lang voor ik mijn eerste berisping kreeg…

West-Vlaanderen telt 49 internaten, waar vorig schooljaar meer dan 3.358 leerlingen verbleven. Het internaat van het Sint-Jozefsinstituut in Torhout is het grootste van West-Vlaanderen. 263 leerlingen verblijven er van maandagochtend tot vrijdagavond. Ik werd er voor één nacht Leerling 264.

“Vroeger gingen leerlingen op internaat omwille van de grote afstand tussen hun huis en de school, maar vandaag komen ze ook omdat ze nood hebben aan structuur, omdat de ouders ongewone werkuren hebben of omdat ze hier kunnen samenleven met leeftijdsgenoten”, weet directeur Marlies Vandaele. Van haar krijg ik een eigen kamer toegewezen. Die telt enkele ingebouwde kasten, een bed, lavabo en een bureautje met bijpassende stoel en kast.

“Alle leerlingen hebben een kamer voor zich zelf, die van de vijfde- en zesdejaars is dubbel zo groot, omdat zij daar ook moeten leren”

“Alle leerlingen slapen alleen op de kamer”, vertelt leerlingenbegeleidster Lieselot. “Die van de vijfde- en de zesdejaars zijn dubbel zo groot als bij de lagere graad, omdat zij daar ook moeten studeren en niet meer in een studiezaal. De verschillende graden zitten verspreid over andere gebouwen en de jongens en meisjes houden we zoveel mogelijk op gescheiden verdiepingen.” Op het einde van de gang is een zo goed als lege kamer. “We zetten hier een frigo, waterkoker en microgolfoven om de leerlingen ook wat vrijheid te geven.”

Structuur en regelmaat

Na een korte rondleiding word ik meegezogen in het dagelijkse ritme van de bewoners van het internaat. Na de lesdag is het tijd voor een vieruurtje: boterhammen met choco of yoghurt met een stuk fruit. Het schoolrestaurant bruist van adrenaline na een dag op de schoolbanken. Daarna is er voor elke leerling een uurtje studie.

“Na een tweetal uur heb ik al mijn eerste berisping binnen ‘Geen gsm gebruiken’. Ik ben nog niets verleerd”

Voor de leerlingenbegeleiders van de derde graad, die bij 95 leerlingen toezicht houden, verloopt de studietijd net iets anders. “Nu checken we of iedereen aanwezig is en gaan we kort even op de kamers langs. Sommigen zijn er niet omdat ze bijvoorbeeld naar hun hobby gaan.” Al is dat niet voor iedereen zo simpel. “Ik doe rugby in Oostende en normaal heb ik ook tijdens de week training. Maar met het openbaar vervoer kan ik er niet vlot geraken”, vertelt Björn (17). “Iets anders wat ik moeilijk vind aan op internaat zitten, is dat ik vaak dingen thuis vergeet. Dan kan je er niet vlug even om gaan en moet je die week je plan trekken.”

Ook aan de eettafel heerst er een gezellige drukte.
Ook aan de eettafel heerst er een gezellige drukte. © Kurt Desplenter

Na de studie is het tijd voor het avondeten: brood met beleg en een koude salade. Met het gerinkel van verschillende sleutelbossen hoor je de leerlingen naar het schoolrestaurant trekken. “Ik heb altijd mijn restaurantkaart, sleutel en badge bij. Als je je sleutel verliest, is het 15 à 20 euro voor een nieuwe. Een badge kost nóg meer.” De angst dat ik mijn klein sleutelbosje zou kwijtspelen, overvalt mij. Nu snap ik de vele opvallende sleutelhangers en kettingen iets beter.

“Hela, geen gsm gebruiken!”, klinkt het luid tijdens het eten. “Dat mag alleen in de slaapgebouwen, buiten of in de speelzalen.” Na slechts een tweetal uur op internaat heb ik al mijn eerste berisping binnen. Ik ben het dan toch niet verleerd.

Ontspanning

Mylan Tratsaert, Lore Wittewrongel en Zander Vincke tijdens de ontspanning op internaat.
Mylan Tratsaert, Lore Wittewrongel en Zander Vincke tijdens de ontspanning op internaat. © Kurt Desplenter

De oudere leerlingen met al wat meer huiswerk trekken zich na het eten terug. Maar wie geen verplichte studie heeft, kan terecht in de speelzaal. Daar staan biljart- en pingpongtafels. “In ruil voor een sleutel als waarborg krijgen ze van ons het materiaal. We hebben ook darts, gezelschapsspelletjes of playstation en er is ook een minibar met wat frisdrank”, vertelt opvoeder Emma. “Iedere woensdag organiseren we ook een kleine filmavond voor wie dat wil. Meestal kiezen ze horror, maar veranderen we halfweg van film omdat het soms wat te eng wordt.”

De leerlingenbegeleiders organiseren elke dag ook een fysieke activiteit. “Vandaag gaan we voetballen. We laten in een wekelijkse nieuwsbrief weten hoe de planning er elke dag zal uitzien. Vorige week hadden we een grote kennismakingsavond met marshmellows aan een kampvuur. De band met en tussen de leerlingen is heel belangrijk. Daarom mogen de leerlingen van de derde graad ons ook aanspreken met de voornaam. We proberen dus zoveel mogelijk samen met hen te doen en hen uit hun kamer te halen. Voor de derde graad voorzien we wel een beurtenkaart, waarmee ze enkele donderdagavonden de stad kunnen intrekken tot ten laatste 22 uur. Dan verwachten we ze deftig terug. Door ze wat meer vrijheid te geven, leren we ze ook verantwoordelijker zijn.”

“Er is van alles van ontspanning in de speelzalen, maar de leerlingen kunnen ook op hun kamer blijven voor wat quality time”

Maar voor sommige leerlingen is dit het ideale moment voor wat quality time alleen. “Nu of ’s ochtends kunnen we ook douchen. Na een tijdje weet je wel wanneer de meest rustige momenten zijn”, vertelt Sara (16) uit Wingene, die al vijf jaar op internaat zit. “Op woensdag mogen we ook bij elkaar op de kamer chillen. Wel met hoogstens vier tegelijk en de deuren altijd open, maar dat is heel gezellig.” Dat haar vriendinnen vlak naast haar zitten tijdens het studeren, zorgt niet voor afleiding. “Je ziet ze al genoeg tijdens de dag”, lacht Sara. “Als er wat lawaai zou zijn op de gang en ik wil nog wat studeren, dan zet ik gewoon mijn koptelefoon aan en hoor ik het niet meer.”

Hoe dan ook zien de andere ingerichte kamers er met wat foto’s, een leuke poef en lichtje stukken gezelliger uit dan de mijne.

Stille nacht

Om klokslag kwart voor tien begint – tot ergernis van sommige leerlingen – het liedje Beyond the Sea van Bobby Darin te spelen in de ontspanningsruimtes. “Dat is het afgesproken teken waarop iedereen zijn gerief moet beginnen opruimen om naar de kamers te gaan. Sommigen proberen dat zo lang mogelijk te rekken.”

“Als oud-leerlingen ons vertellen wat ze hier uitgespookt hebben, dan vloek je wel eens”

“Meestal blijft het ‘s nachts rustig op internaat”
“Meestal blijft het ‘s nachts rustig op internaat” © Kurt Desplenter

Voor ik naar mijn kamer ga, houd ik nog even halt bij de leerlingenbegeleiders. “De meesten van ons werken tot 22.30 uur. Twee mensen blijven ook slapen. De leerlingen kunnen ’s nachts altijd bij ons aankloppen als er iets is. Anders beantwoorden we nog wat mails of controleren we of na 23 uur het licht wel zeker uit is. Wij kunnen nooit voor middernacht gaan slapen”, legt Elinore uit.

’s Nachts blijft het op de gangen en kamers over het algemeen heel rustig. “Soms merken we wel eens wat op. Er probeert wel eens iemand door de gang te sluipen. Als oud-leerlingen langskomen en vertellen wat ze hier allemaal uitgespookt hebben, dan vloek je soms wel eens”, zeggen Jan en Lode.

Laatste ochtendmaal

Wanneer ik wakker word, zit het er voor mij al bijna op. Tussen 7.15 en 8 uur wordt het ontbijt geserveerd. Vandaag is het boterhammen met spiegelei. Wie zich verslaapt en niet wakker wordt van de bel, wordt na 8 uur persoonlijk gewekt. Dan is er nog net genoeg tijd om aan te kleden en boeken te pakken voor de les begint. “Daarom heb ik ook altijd wat koekjes staan op mijn kamer, voor als ik toch een hongertje zou hebben”, klinkt het aan de ontbijttafel.

“Wie zich verslaapt en niet wakker wordt van de bel, wordt persoonlijk door de leerlingenbegeleiders gewekt”

Het internaat van het Sint-Jozefsinstituut in Torhout is met 263 leerlingen het grootste van West-Vlaanderen.
Het internaat van het Sint-Jozefsinstituut in Torhout is met 263 leerlingen het grootste van West-Vlaanderen. © Kurt Desplenter

Wanneer ik het gebouw opnieuw binnen wil om mijn spullen op te halen, blokkeert mijn badge. “Ja, dat doen we omdat de leerlingen niet zomaar overdag zouden terugkomen en van hun lessen zouden wegglippen. Zo is hun schooldag net zoals die van de leerlingen die niet op internaat zitten.”

Als ik met mijn handen vol mijn kamer buiten stap, zie ik de poetsvrouwen druk in de weer. Een kamer voor jou alleen én daarbovenop nog een poetsvrouw? Zoveel luxe had ik op mijn kot niet, denk ik bij mezelf terwijl ik de deur van het internaatleven achter me dichttrek.

Geen enkele provincie heeft zoveel internaten als West-Vlaanderen. Het zijn er 49, waar in februari 2023 – dat zijn de meest recente cijfers – een recordaantal van 3.358 leerlingen verbleven. Het aantal internen in onze provincie kende door de coronacrisis een terugval, maar zit sinds 2020 weer in stijgende lijn. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Onderwijs. Oost-Vlaanderen komt op de tweede plaats met 28 internaten, waar 2.153 leerlingen verblijven. In Limburg logeren er 1.533 internen in de 23 internaten. Antwerpen volgt met 1.238 leerlingen verspreid over 16 internaten. En Vlaams-Brabant en Brussel staan op de laatste plaats met 1.100 leerlingen in 6 internaten. De cijfers van dit schooljaar worden later bekendgemaakt. (CJ/PS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier