Michelle Snauwaert maakte vorig jaar een carrièreswitch binnen de Prizma Scholengemeenschap van Izegem. Ze werd taalcoördinator van alle lagere scholen van Prizma. Na een heel druk eerste jaar is ze intussen goed ingewerkt. “Taal is een sleutelcompetentie en de motor van het leren.”
Michelle Snauwaert (38) staat al haar hele carrière in het onderwijs. Ze was jaren actief als leerkracht Nederlands en Frans binnen Prizma Campus IdP, maar vorig jaar werd ze taalcoördinator van alle lagere Prizma-scholen.
Je besliste vorig jaar om te veranderen van job, was dat een weloverwogen keuze?
“Toen ik de vacature voor taalcoördinator zag, dacht ik meteen wel dat dit een fijne job zou kunnen zijn, maar het heeft toch wat voeten in de aarde gehad voor ik effectief de stap zette om te solliciteren. Ik wist uiteindelijk pas eind augustus vorig jaar dat de job voor mij was. Ik was toch een beetje overdonderd door dat nieuws, maar de uitdaging sprak mij enorm aan.”
Je hebt er al een jaar als taalcoördinator opzitten, hoe is dat verlopen?
“Het was een heel druk jaar. Ik heb heel veel tijd in mijn job gestopt. De taak die ik binnen de scholengemeenschap kreeg, was eigenlijk een gloednieuwe functie. Ik heb geen voorganger waar ik op kan terugvallen of bij wie ik meer info kan halen. Ik heb dus heel veel zelf uitgezocht en nieuwe projecten op poten gezet. Er zijn negen lagere scholen bij Prizma op dit moment. Dat zijn alle scholen in Izegem, maar ook de scholen in Ingelmunster en Lendelede vallen daaronder. Ik heb geprobeerd om al die mensen binnen de scholen te leren kennen en mij voor te stellen. Dat alleen al heeft veel tijd gevraagd. Ik wil een aanspreekpunt zijn voor de mensen op de scholen, maar dan moet je ook een band met hen opbouwen en hun manier van werken leren kennen. Ik heb dus zo snel mogelijk alle directies, leerkrachten en zorgcoördinatoren leren kennen om samen aan de slag te gaan.”
Wat houdt je job dan precies in?
“Ik heb een visie over taal uitgeschreven en probeer die schooleigen te maken. Ik heb verder heel wat verschillende taken binnen mijn functie. Ik hou mij onder meer bezig met het leesbeleid, afname en opvolging van de KoaLA taalscreening bij vijfjarigen. Verder help ik de taalintegratieprojecten uittekenen, geef ik de anderstaligenwerking vorm, informeer en ondersteun ik leerkrachten en stimuleren we collegiaal leren over de scholen heen. Sinds dit jaar heb ik de hulp van twee taalcoaches die fulltime actief zijn binnen de anderstaligenwerking. Zij gaan dagelijks van school naar school en staan in voor het aanleren van het Nederlands. Ik coördineer de werking die daarbij komt kijken. Ik zorg voor de administratieve regeling en maak de uurroosters. We werken voor elke leerling een groeipad uit en ik stel les- en oefenmateriaal ter beschikking. Ik volg de planning dan nauwgezet op met alle betrokkenen.”
Je bent op de verschillende scholen te vinden, maar de visie is dus voor alle scholen dezelfde?
“Dat klopt, en dat is net de troef van mijn functie. We hebben binnen onze verschillende scholen enorm veel gemotiveerde en gedreven mensen. Leerkrachten die dagelijks alles geven voor de klas, maar bijvoorbeeld ook zoco’s (zorgcoördinatoren) die de leerlingen met specifieke noden meer ondersteunen. Vroeger werkten die mensen elk op hun manier en dat deden ze heel goed, maar nu probeer ik ervoor te zorgen dat alle scholen hetzelfde materiaal krijgen. Ik werk dat materiaal voor hen uit en dan gebruiken ze dat allemaal op hun eigen manier in de verschillende scholen. Zo creëren we uniformiteit, maar behoudt elke school wel eigenheid. We helpen alle leerlingen op eenzelfde manier binnen de scholen. Het zorgt voor meer rust en duidelijkheid. Ik heb intussen al heel veel positieve reacties gekregen van mensen uit het werkveld. Ze zijn blij dat er een coördinator aangesteld is want zo hoeven ze zelf niet alles meer uit te werken. Ik heb uit de verschillende teams heel veel geleerd, elk had zijn eigen manier, maar daar heb ik heel veel goede dingen uit geleerd die ik nu zelf gebruik.”
Je bent nu aan je tweede schooljaar bezig. Wat is je droom nog?
“Het zou heel mooi zijn mocht mijn functie niet meer nodig zijn. Als ik overbodig ben, dan betekent het dat we heel goed werk geleverd hebben. Toch zou ik het jammer vinden, want ik doe mijn werk met hart en ziel. Daarnaast zou ik heel graag alle leerlingen taalcompetent en taalvaardig maken. Taal is een sleutelcompetentie en de motor van het leren. Je moet kunnen communiceren om iets te bereiken. Ik hoop echt dat alle leerlingen dat binnen Prizma kunnen en mogen leren. Onze slagzin is ‘hier groeit talent’, wat mij betreft mag dat zelfs ‘talig talent’ worden.” (MV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier