Jan Devos, de man die het freinetonderwijs in Izegem mee op de kaart zette, gaat eind dit jaar met pensioen. En dat kan hij met een gerust hart doen. “Mijn opvolgster is er al klaar voor en ik laat een project na waar we toch best trots op mogen zijn”, zegt de Winkelnaar. Er is ook nog potentieel om te groeien, al kan dat niet meer op de locatie in de Tinnenpotstraat. “Een tweede vestiging is zeker mogelijk, maar dat zal niet meer voor mij zijn. Straks zijn er andere mensen aan zet.”
“Ik startte in de Sint-Tilloschool in een volledige meisjeschool, als enige man tussen allemaal vrouwelijke leerkrachten. Ik heb dat jaar niet veel over voetbal moeten praten”
Toen je als jonge snaak koos voor het onderwijs was dat in die tijd geen evidente keuze!
“Nee, zeker niet. Ik was KSA-leider en kreeg daar de goesting om leraar te worden. Maar in die tijd was er nauwelijks werk, ze legden er figuurlijk de straat mee. Maar nadat ik afstudeerde, kon ik een jaartje aan de slag als internaatbegeleider in het College. Vervolgens mocht ik les gaan geven in de Sint-Tilloschool. Dat was in 1984, nog voor het onderwijs gemengd werd. Ik kwam dus in een meisjesschool terecht, tussen ook allemaal vrouwelijke leerkrachten. Veel over voetbal heb ik toen niet kunnen babbelen.” (lacht)
Maar niettemin een mooie periode?
“Jazeker, ik heb meestal het zesde leerjaar gehad. We lanceerden er toen ook de bosklassen. Ik heb ook de verhuizing meegemaakt naar het College.”
Maar toch vond je in 2000 de tijd rijp om de stap te zetten naar het freinetonderwijs?
“De kinderen van de buren volgden er al les, ik werkte zelf al projectmatig en ik kende er enkele mensen zoals Klaas Vandommele en Jos Christiaens. En toen ik het aanbod kreeg, zette ik de stap.”
Maar je keerde toch terug naar Izegem…
“We hadden al eens gepolst of er interesse was om hier ook freinetonderwijs aan te bieden. Met een kleine werkgroep van vijf mensen waren we daar al in 2013 mee begonnen, in 2014 organiseerden we een vergadering en we waren eigenlijk verrast door de enorme opkomst. We wisten dus dat we al voldoende ouders hadden die voor het idee gewonnen waren, we moesten alleen nog op zoek naar een locatie. Die vonden we uiteindelijk hier in de Tinnenpotschool. We strikten ook iemand die dat wilde financieren en zo konden we op 1 september 2015 van start gaan. Na drie schooljaren bereikten we al onze maximumcapaciteit. Wij laten per groep, tien in totaal, 19 kinderen toe. Dat is het ideale aantal om gericht te werken en daarvoor van de overheid voldoende middelen ter beschikking te krijgen.”
Maar de huisvesting bleek al snel te krap!
“We hebben voor de start met de ouders de oude gebouwen nog opgeknapt, maar we moesten ook de kapel gebruiken én containers plaatsen. Een nieuwbouw drong zich op, maar daarvoor heb je de nodige fondsen nodig. Normaal duurt dat jaren, maar wij hadden het geluk snel de nodige fondsen ter beschikking te krijgen. Maar we wisten meteen ook dat we hier niet konden blijven tijdens de bouwwerken, dus moesten we zoeken naar een uitwijkmogelijkheid. Die vonden we in ‘t Trefpunt in Emelgem waar de lagere schoolkinderen een onderkomen hadden en Kasteel Wallemote op de Bosmolens voor de kleuters. Maar langer dan een jaar was dat niet houdbaar, voor ouders die naar de twee vestigingen moesten met hun kinderen was dat telkens een opgave. Maar net geen jaar later konden we al verhuizen.”
“Ik zal zeker wel nog eens op school komen. Niet om me te moeien, maar voor de feestjes mogen ze me altijd uitnodigen”
Jullie betrekken nu een gloednieuw gebouw. Is uitbreiding nog mogelijk?
“Hier op deze site niet. Maar het is wel zo dat we per leergroep acht tot tien kinderen op de wachtlijst hebben staan. We moeten ons ook houden aan het inschrijvingssysteem van de stad. Daarbij moet je je kinderen in principe inschrijven in de school die het dichtst bij je woonplaats of je werk ligt. Dat geldt voor ons voor 60 procent van de kinderen, de overige 40 procent mogen bij loting. Zo hebben kinderen die iets verder wonen ook de kans om voor onze school te kiezen. Misschien zou een tweede vestiging niet slecht zijn, daar is potentieel voor, maar dan moet je natuurlijk ook de nodige gebouwen hebben. Maar dat zal niet meer voor mij zijn. Ons schoolbestuur bestaat uit negen mensen, zes ouders en drie begeleiders (leerkrachten, red.). Om de drie jaar wordt dat opnieuw verkozen. Op het einde van dit schooljaar wordt dat voor de vierde keer gedaan.”
Ouders spelen een belangrijke rol in jullie werking.
“Zeker. We trekken de mensen letterlijk binnen in onze school. ‘s Morgens kunnen ze hier een kop koffie drinken. Het maakt de communicatielijnen kort, maar het zorgt er ook voor dat de mensen graag een handje toesteken.”
De polyvalente zaal van jullie nieuwbouw wordt ook al gretig gehuurd.
“Klopt. Je kunt die zaal ook in compartimenten opdelen. Het is ideaal voor een babyborrel of een familiefeestje. We laten uiteraard geen fuiven toe. Maar mensen en verenigingen hebben al hun weg naar hier gevonden. Het is ook ideaal omdat kinderen hier veilig kunnen spelen.”
Op 1 januari ga je met pensioen. Staat je opvolger al klaar?
“Jawel, want het is onze zorgcoördinator Sofie Foulon. Dat is in mei al beslist, ze heeft ondertussen alles met mij kunnen volgen, tot de sollicitatiegesprekken toe. Ze zal dus volledig klaar zijn om de fakkel over te nemen. Ze is trouwens al quasi vanaf dag 1 betrokken bij De Kleine Tovenaar, ze kent de werking van binnen en van buiten.”
Er komt veel tijd vrij. Wat wil je doen eens je met pensioen bent?
“Ik ga eerst toch enkele maanden uitkijken hoe alles in zijn plooi valt. Maar ik hoop toch minstens een keer per maand een Belgische stad te kunnen bezoeken, daar de musea te doen, eens rond te wandelen… Verder denk ik aan wat citytrips verderop. Mijn vrouw is al drie jaar met pensioen, ik zal thuis dus ‘de indringer’ zijn in haar leven. We hebben ook al drie kleinkinderen. Tweeling Vic en Felice zijn vijf jaar en gaan naar school in Sint-Eloois-Winkel, straks net met mijn pensioen start ook Jeanne. Ik zal daar wellicht nu en dan eens aan de schoolpoort staan. Maar dit keer aan de andere kant.”
Zijn er ook zaken waar je echt naar uitkijkt?
“Een rustige douche!”
Verklaar je nader!
“Als ik nu onder de douche stond, gebeurde het wel eens dat mijn telefoon ging. En meestal was dat om te melden dat er iemand ziek was. Maar door het lerarentekort is er eigenlijk nooit een oplossing, die moet je altijd intern zoeken. Wij hebben ouders die dan eens inspringen voor enkele dagen. Maar dat is natuurlijk maar tijdelijk. Maar dat duidt toch op een van de grootste problemen van ons onderwijs.”
22 december word je laatste dag. Zien ze je hier nog terug?
“Zeker en vast, maar niet om me te moeien. Maar voor de feestjes mogen ze me altijd uitnodigen.”
Wie is (meester) Jan Devos?
Privé
Jan Devos (61) is getrouwd met Carine Thermote en woont in de Olympialaan in Sint-Eloois-Winkel. Ze zijn de ouders van Rinus (35), Mattijs (33) en Marlies (30). Er zijn ook al drie kleinkinderen.
Opleiding en loopbaan
Lerarenopleiding aan Sint-Thomas in Brussel, een jaar internaatbegeleider op het College in Izegem en gaf daarna les in de Sint-Tilloschool die vervolgens fuseerde met de lagere school van het College. In 2000 koos hij ervoor om les te gaan geven in De Levensboom, hielp De Kleine Tovenaar oprichten, waar hij sinds 1 september aan de slag is als coördinator. Gaat op 1 januari met pensioen.
Vrije tijd
Voetbal kijken, fietsen, vrijwilligerswerk in ’t Ferm in Rollegem-Kapelle en straks ook meer koken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier