Samen met collega’s Rudi Clynckemaillie en Patrick Savaete zwaait bioloog Koen Verschoore (63) af als leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege. “Ik heb er 42 jaar lesgegeven, en graag”, zegt de Pannenaar. “Toen onze parochiepastoor hoorde dat ik er leraar zou worden, zei hij heel ernstig: ‘Pas op, Koen, want daar in Oostende zijn het allemaal geuzen!’”
“Maar ik kwam terecht in een gedreven korps, dat kon rekenen op grote vrijheid vanuit de directie. Ook bij de jonge collega’s ervaar ik die bezieling”, vertelt Koen.
In haar afscheidsspeech voor hem stelde collega Mieke Recour: “Hij was de leraar die je je als leerling een leven lang blijft herinneren.” Verschoore nuanceert de lof: “Maar het doet wel deugd als oud-leerlingen nog jaren later hun appreciatie voor je manier van lesgeven uitdrukken. Ik vind dat een leraar op de eerste plaats vakbekwaam moet zijn, een expert die zijn leerstof zo brengt, dat de leerlingen zin krijgen om er zelf mee aan de slag te gaan.” Veeleisend inzake de kennis van die leerstof was Koen wel: “Mijn examens zijn niet gemakkelijk, maar wel te doen. Ik heb die eens zelf proberen op te lossen en ik haalde nét vijftig procent.”
Een leraar bio doet het met beestjes in zijn les. Toen Koen eens vaststelde dat zijn leerlingen niets afwisten van het bestaan van fruitvliegjes, bestelde hij bij een gespecialiseerd lab een bokaaltje van die beestjes. Na de les gaf hij het gewriemel de vrijheid door het open raam. Toen directeur Sonneville later de rekening van 8.000 frank – nu 200 euro – voor die levering kreeg, mocht Koen het uitleggen: bleek dat de genetische gegevens van ieder afzonderlijk vliegje vooraf gedetermineerd waren door het lab…
Een van de vele didactische uitstappen naar Cap Blanc-Nez, aan de Noord-Franse Kanaalkust, heeft voor Koen een erg hoog thrillergehalte: “Bovenop de 130 meter hoge klippen mochten de leerlingen van mij altijd, liggend op hun buik, even over de rand de diepte peilen. Op dat moment springt Sebastien Dewaele (zanger van Preuteleute en acteur, red.) de diepte in. Iedereen dacht meteen het ergste, maar de komediant – toen al – had als enige een paar meter lager die uitsprong op de steile wand gezien waar hij veilig kon landen. Zowel zijn klasgenoten als ikzelf waren een hartstilstand nabij. Achteraf heeft Sebastien zich uitvoerig geëxcuseerd en later in diverse interviews toegegeven dat het niet zijn best joke ever was.”
Blanke Gambiaan
Koen is de stad en zijn school erg dankbaar dat hij de kans kreeg om op middelbaar onderwijsniveau de band met zusterstad Banjul aan te halen.
“Ik ben er zestien keer geweest met onze leerlingen, in een uitwisselingsproject. Voor hen was dat een ongelooflijke ervaring”, zegt de man, die daar de eretitel blanke Gambiaan meekreeg. Een keer liep het toch haast mis, toen de douane op de luchthaven hem bij de terugvlucht bijna arresteerde omdat ze in de bagage twee vergeten gasflesjes aantrof. Een bevriende beambte kon hem uit de cel houden met de bevrijdende groet: ‘Hé, mister Koen!’ En tot de agenten: ‘No problem, he’s a good man!’
“Wat me zal bijblijven, is de ongelooflijk creatieve manier van werken met de weinige middelen die ze hebben. Net als hun enorme discipline, hun solidariteit, en hun grenzeloze levensvreugde.” Die laatste karaktertrek illustreerde bezoekend directeur Paul Gomez in het kantoor van directeur Verbeke toen hij bij een toost zijn glas wijn hief en naar loffelijk traditie de helft van de inhoud over het tapijt kieperde ‘for the ancestors!’ – ‘voor de voorouders!’ Zelfs Koen stond toen paf.
Kloon voor de klas
Een laatste anekdote: “Toen ik na een te ingrijpend kappersbezoek voor de klas stond, maakte ik de leerlingen wijs dat ik een kloon was van hun vertrouwde leraar. Waarop het vanop de laatste bank klonk: ‘Oef, want die vorige, dat was nogal een zaag…’”
Straks kan Koen zich voltijds inzetten als voorzitter van Natuurpunt Westkust en als natuurgids. En de lovende woorden bij zijn afscheid pareerde hij gevat: “Zo’n speech hoeft echt niet voor mij, een knuffel is genoeg.”

Rudi Clynckemaillie: “Ik begon zonder handboeken”
Zijn passie voor de zee en het maritieme, voor het verleden en historische bronnen kon de afscheidnemende Rudi Clynckemaillie (62) boeiend kanaliseren in tal van zijn lessen Nederlands en geschiedenis.
Na een varende legerdienst bij de Zeemacht startte Rudi zijn loopbaan in het dag-, volwassen- en deeltijds avondonderwijs in de Visserijschool Paster Pype: “Een harde, maar goeie leerschool. Ik wist me elf jaar lang onvoorwaardelijk gesteund door ervaren collega’s als oud-IJslandvaarder Henri Lapasse en Roger Hennaert.”
Daarna staat hij, vanaf 1995, 28 jaar lang voor het bord in het College. Zijn leerlingen en collega’s noemen Rudi een geëngageerde, harde werker. Zelf is hij altijd op zoek naar didactische vernieuwing. “Ik gebruikte graag fragmenten uit het NOS-jeugdjournaal en Karrewiet, en de digitale mogelijkheden om de wereld binnen de klas te halen zijn, helaas met dank aan de pandemie, een verrijking.” Ook de leescultuur bij de leerlingen aanwakkeren stond boven in zijn agenda. “Weet dan dat ik in de Paster Pypeschool ooit begon zonder handboeken!”
Als vakbondsman-achter-de-schermen draagt Clynckemaillie de verworven rechten hoog in het vaandel. Als hij het nodig vond, voerde hij oppositie tegen de eigen directie en inspireerde hij piketten in de school waar hij zelf ooit leerling was. “Maar het moet gezegd: in de stad had het college ooit de naam conservatief te zijn, maar wie de school van binnen leerde kennen, trof er een onderwijsgemeenschap waar de sporen van mei 68 de kritische maar positieve geest van het korps alleen maar nog meer aanvuurden. Tot in het bisschoppelijk paleis stond ons college bekend als een school van vrijbuiters.”
Schrijven en fietsen
En over zeerovers en kapers kan Rudi, puttend uit zijn immens bronnenmateriaal, uren vertellen. Hij was medeauteur van ‘Gekaapte brieven’ en werkt nu in team aan een boek over het Brugse Visserijprivilege. Nu heeft hij er een zee van tijd voor. Als hij niet aan het fietsen is, op de dijk en tegen de wind natuurlijk.

Patrick Savaete: “Oostendse scholen zijn hipper en gekleurder dan Brugse”
Bruggeling en leraar Lichamelijke Opvoeding Patrick Savaete ging naar school in het Sint-Lodewijkscollege in zijn geboortestad, en begon er ook als leerkracht L. O. les te geven in de middelbare en lagere afdeling. Later kon hij ook aan de slag in het Oostendse Sint-Lutgardisinstituut en na reaffectatie ook in het college.
“Omdat Sint-Lodewijks en het College allebei bisschoppelijke colleges zijn, hing er een zekere traditie en was de aanpak er tamelijk identiek. Alleen zag ik in Oostende de school rapper ‘verkleuren’ en groeide er vlugger een multiculturele atmosfeer. Met haar haven en zee straalt Oostende ook binnen de schoolmuren toch een wat hippere sfeer uit.”
“Over de lichamelijke conditie van onze jeugd klaag ik niet: velen zijn erg sportief en aangesloten bij diverse sportclubs. Anderen blijven gekluisterd aan kleine en grote beeldschermen, en bewegen nog bedroevend weinig. Helaas heeft dat ook wel te maken met het sociale milieu waaruit die jongeren komen. En die polariteit groeit nog. Spijtig.”