Nieuwe reeks ‘unieke nationaliteiten in Roeselare’(deel 1) Cesar Amauri uit Honduras: “Heel de wereld gezien, maar op deze stad werden we verliefd”
Roeselare telt sinds 1 januari 65.381 inwoners. Goed voor 116 verschillende nationaliteiten. Enkele van hen zijn uniek in de Rodenbachstad. In deze nieuwe reeks ‘Zo is er maar één’ maken we een portret van deze Roeselarenaars.
Cesar Amauri is de enige Hondurees in Roeselare. Hij werd verliefd op de stad toen hij voor het eerst het Sterrebos zag en kocht ondertussen een woning met zijn Roemeense echtgenote in Beveren. “We gaan hier nooit meer weg, de mensen zijn hier ook zo vriendelijk.”
Wie is Cesar?
Cesar Amauri (35) uit Honduras is de echtgenoot van de Roemeense Ruxandra Orbesteaunu (39). Ze hebben een zoontje Sebastian (4) en wonen in de Jonkersstraat in Beveren-Roeselare.
Cesar en Ruxandra leerden elkaar kennen op de cruiseschepen waar ze beiden werkten. Aanvankelijk verbleef Cesar met een toeristenvisum in België, maar in het kader van de gezinshereniging kon hij zich hier definitief vestigen. Cesar werkt in varkensvleesgroothandel Delavi in Tielt, Ruxandra bij Soliver in Rumbeke. Sebastian loopt school in Go! Basisschool Ring in de Westlaan.
Cesar Amauri werkte negen jaar lang op cruiseschepen. Hij leerde er zijn Roemeense vrouw Ruxandra kennen en kwam op veel prachtige, toeristische plaatsen. “Als een cruiseschip ergens aanmeert en de toeristen de stad gaan bezoeken, dan heb je als personeel ook de kans om even van boord te gaan en de plek te verkennen. Ik heb dus heel wat van de wereld gezien. Je vertoeft als personeelslid ook negen tot tien maanden per jaar aan boord, een werkdag neemt minstens elf uur in beslag en je hebt er geen vrijaf.”
Roemeense tante
Maar als je hem vraagt wat de mooiste plaats is, antwoordt hij zonder aarzelen Roeselare. “Toen we in Zeebrugge aanmeerden, bezochten we een tante van mijn vrouw in Rumbeke. Ik was op slag verliefd op het Sterrebos. Hier wilden we ons ooit vestigen…”
Maar toen dook corona op en viel ook het cruisetoerisme stil. “We zaten natuurlijk zonder werk, maar ik kon hier ook maar drie maanden blijven met een toeristenvisum. Ik moest daarna terug naar Honduras, een harde tijd. Want ons zoontje was ondertussen geboren. Het duurde wat voor het papierwerk in orde was, maar uiteindelijk kon ik in het kader van de gezinshereniging toch definitief naar Roeselare verhuizen. Eerst woonden we in Rumbeke, nu konden we een huis in Beveren kopen. We voelen ons hier goed, het klikt goed met de buren. Ook in Rumbeke hadden we behulpzame buren.”
“Ik hoop hier mijn rijbewijs te halen, maar makkelijk is het niet. Bij ons kennen ze geen fietsstraten…”
Terwijl Ruxandra vast de weekends en de feestdagen doet bij Soliver is Cesar aan de slag in een varkensvleesbedrijf in Tielt. “Ik werk er nu anderhalf jaar als operator. Het is een familiebedrijf met toffe collega’s.” Cesar wil Nederlands leren, maar bevindt zich tussen de polyglotten. Echtgenote Ruxandra spreekt vlot Spaans en ondertussen ook al wat Nederlands. “Maar het is onze zoon Sebastian die nu al het best de taal hier onder de knie heeft. Hij leert dat uiteraard op school, hij amuseert er zich enorm”, zegt Cesar in de huiskamer die eigenlijk één grote speelkamer is. “Met mij spreekt hij Spaans, met mijn vrouw Roemeens en op school Nederlands. En omdat hij in Boekarest geboren is, draagt hij de Roemeense nationaliteit. We hebben dus een Roemeense én een Hondurese Amauri in ons gezin.”
Spaanse dialecten
Zijn vrije tijd gaat grotendeels naar het gezin. “In het weekend is mijn vrouw aan het werk, dan ga ik met Sebastian op stap naar bijvoorbeeld een speelpleintje. We komen ook graag in de stad en genieten van een etentje. In mijn thuisland hebben ze ook bier, maar hier heb ik al Duvel leren kennen”, lacht hij. “Maar ik hou het bij eentje.”
Cesar is de enige Hondurees in Roeselare, maar beseft dat hij ook in een multiculturele stad is terecht gekomen. “Als we in de winkelstraat lopen, dan zet ik mijn oren open en hoor ik allerlei Spaans. Zoals jullie dialecten herkennen, weet ik aan het soort Spaans de mensen spreken van welk land of regio ze afkomstig zijn.”
Als autoliefhebber vindt hij het jammer dat zijn rijbewijs hier niet geldig is. “Ik rij nu naar mijn werk met een scooter A-klasse, daar heb je geen rijbewijs voor nodig. Ik begin altijd om 5 uur ’s morgens, dan is er nog geen verkeer op de baan. Maar op de terugweg is dat al wat anders natuurlijk. Ik probeer nu wel mijn autorijbewijs te halen, maar ik ben al eens gestruikeld over het theoretisch examen. Het is ook niet makkelijk, in Honduras of Roemenië kennen ze geen fietsstraten. Maar we maken er werk van, net als ik ook mijn Nederlands goed wil leren spreken. Op mijn werk trek ik nu voorlopig mijn plan in het Engels. Delavi is een familiebedrijf met veel aangename collega’s.”
“Prachtig land voor de toerist, maar het is er gevaarlijk leven”
In zijn vaderland Honduras, waar zijn moeder en broers nog wonen, is het ronduit gevaarlijk. “Het is geen probleem om er als toerist te gaan, dan kom je enkel op de veilige plaatsen. Het is overigens een prachtig land, een echt paradijs met prachtige stranden en azuurblauw water. Een aanrader.”
Maar er leven is een ander paar mouwen. “Er is veel criminaliteit. Er zijn de drugskartels, maar er is ook de politieke onstabiliteit. Het is ook een corrupt land en de gezondheidszorg is er een echt drama.”
Een maandloon in Honduras bedraagt 300 euro. “Maar voor vijf euro per dag kun je er ook eten. Naast mijn familie mis ik dat misschien nog het meest. We hebben er een totaal andere eetcultuur. Veel vlees op de barbecue en wij eten daar bij alles banaan. Er zijn daar ook verschillende soorten bananen, die we warm op de barbecue of in de vorm van chips eten. Zoals ze hier aardappelen eten, kun je in Honduras bij alles banaan in al zijn vormen eten.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier