Nic Marreel (55) is eindelijk deken van de Egemse Sint-Elooisgilde: “Mag geen steken laten vallen”
Nic Marreel is de Sint-Elooisdeken van Egem voor dit jaar. Door corona moest hij drie jaar lang uitkijken naar de dag dat hij deken kon worden, dus is hij vanzelfsprekend blij dat het nu eindelijk zover is. Wij spraken met de druk bezette loonwerker, voor wie zijn werk ook zijn hobby is.
Door het uitbreken van de coronapandemie mocht Patrick Popelier noodgedwongen drie jaar Sint-Elooisdeken blijven. Toen begin dit jaar alle coronaperikelen stilaan achter de rug waren, was het eindelijk de beurt aan Nic Marreel om de fakkel over te nemen. Nic (55) is gehuwd met Greet Mingneau (53). Ze hebben een dochter, Annelore (28), en een zoon, Miguel (26). Annelore is gehuwd met Bart Derudder en is de trotse mama van Nic’s eerste kleinkind Juliette (2). Miguel is gehuwd met Rani Galle. Beroepsmatig heeft Nic een gemengd boerenbedrijf met melk- en jongvee en doet hij loonwerk, meer bepaald gewasbescherming voor andere landbouwers.
Gewasbescherming
“Ik moet zeggen dat ik altijd al een buitenmens geweest ben. De landbouw is voor mij dan ook de ideale sector om werkzaam in te zijn”, steekt Nic van wal. “Net zoals veel landbouwers heb ik het bedrijf van mijn ouders verdergezet. Mijn vader had al een landbouwbedrijf met tarwe en maïs en daarbij een stuk loonwerk. Daar hebben mijn vrouw en ik een tijdlang prei en andere groenten bij verbouwd, maar langzaamaan groeide bij mij het idee om toch iets anders te doen. Toevallig was er in Lichtervelde een loonwerker die ermee wilde stoppen. Ik ben toen bij hem een jaar gaan meedraaien en merkte al snel dat het werk mij zeker lag. Vervolgens heb ik de teelt van gewassen en groenten afgebouwd, om te kunnen overschakelen op loonwerk, gecombineerd met melk- en jongvee en nog een deel akkerbouw. Op dit moment hebben we zo’n 70 melkkoeien, die uitsluitend op stal staan, en zo’n 40 stuks jongvee, die wel buiten lopen. Het is voornamelijk Greet die hiermee bezig is. Qua akkerbouw hebben we nog aardappelen, uien, tarwe en maïs. Wat het loonwerk betreft, doe ik de teeltopvolging en gewasbescherming voor andere landbouwers.”
Verantwoordelijkheid
Collega-landbouwers zaaien of planten hun vruchten en verwittigen Nic wanneer dit gebeurd is. “Vanaf dan is het aan mij om de gewassen of groenten te beschermen tegen insecten, ziekten en de verdere groei van zeer nabij op te volgen. Het is mijn taak om de grond in het oog te houden en, in samenspraak met de landbouwer, er bijvoorbeeld kalk op te strooien om de zuurtegraad aan te passen. Inmiddels heb ik twee sproeimachines om de mij toevertrouwde gewassen te verzorgen. Het groeiproces blijft mijn verantwoordelijkheid tot de vruchten volgroeid zijn en klaar om te oogsten. Op dat moment wordt de bal weer in het kamp van de eigenaar gelegd, die zelf de nodige verdere stappen onderneemt.” Nic beseft echter maar al te goed wat voor grote verantwoordelijkheid hij draagt. “Ik kan het me echt niet veroorloven om steken te laten vallen. Ik ben immers niet met mijn eigen portemonnee bezig, maar met die van iemand anders. Dat schrikt mij echter niet af. Ik heb de nodige ervaring en dankzij voortdurende bijscholing blijven mijn zoon, die inmiddels ook al meewerkt in het bedrijf, en ik op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en blijven we ook de nodige vergunningen houden.”
Werk is mijn hobby
Met zijn grote liefde voor het land en voor de machines, durft Nic wel te beweren dat zijn werk ook zijn hobby is. “Wanneer het in de winter wat kalmer is, kan ik uren bezig zijn met het onderhoud van mijn machines. Als we er dan eens de riem afleggen, is dat om met het gezin lekker te gaan eten. Op reis gaan is er tot nu nog niet van gekomen, maar ik zeg zeker geen neen. Ik zou geen hele dag op een strand kunnen liggen, maar ik zou wel nog een stukje van de wereld willen zien. Een mooie cruise doen of een bezoek aan de Grand Canyon zou ik nog wel zien zitten.”
“De vereniging leeft echt in Egem, en met de jonge leden is de toekomst verzekerd”
Tot die tijd kan Nic zich voldoende bezighouden met zijn werk en, sinds kort, zijn taak als deken. “Ik ben heel blij dat ik, na drie jaar wachten, Sint-Elooisdeken ben kunnen en mogen worden. Ik kijk nu al uit naar de dag van de viering in november. De vereniging leeft echt wel in Egem en er komen de laatste jaren heel wat jonge mensen bij, zodat we gelukkig op onze twee oren mogen slapen dat de toekomst verzekerd is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier