“Nee, ik zie mezelf niet oud worden”: Matthieu Bonne wil na nieuw wereldrecord nu ook de Amazone doorkruisen

Bert Vanden Berghe

Ultrasporter Matthieu Bonne heeft nóg maar eens een wereldrecord beet. In Hongarije liep hij 1.046 kilometer in zes dagen, een fenomenale uitputtingsslag. De titel van zijn eerste boek, ‘Wilskracht’, is dan ook niet toevallig gekozen. Hoe meer uitdagingen hij aangaat, hoe groter zijn honger en focus wordt. Er lijken maar geen grenzen aan zijn mentale en fysieke capaciteiten. “Als ik met mijn moeder praat over de volgende uitdaging, krijgt ze écht schrik.”

“Het zal nooit genoeg zijn.” Het is een quote die we lezen in het boek Aleph van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho, te midden van een klein stapeltje boeken, bijna weggestopt achter het televisiescherm. Wie binnenstapt in het appartement van Matthieu ziet echter vooral de indrukwekkende rij loopschoenen in de gang, en de doorzichtige zuurstoftent in zijn slaapkamer. Vanop zijn balkon ziet hij de duinen, in de verte krijsen zeemeeuwen. Hij oogt ontspannen, en tegelijk hangt er rond hem een zweem van ongeduld. Zijn glimlach is breed en hartelijk. We spreken Matthieu op een rustdag, een week voor zijn recordpoging in Hongarije, waarbij hij minstens 1.038 kilometer wil lopen in zes dagen.

We praten nu, omdat het interessanter is in zijn hoofd te kijken als hij voor een bijna bovenmenselijke uitdaging staat. Boeiender dan dat hij teert op een overwinningsroes in elk geval. De vraag is dan ook niet hoe hij zich voorbereidt en evenmin of hij het wel zal halen – we spreken het niet uit, maar weten het allebei – maar wel: is het ooit genoeg? Het antwoord vinden we in het boek, maar vooral in de stiltes die Matthieu soms laat vallen.

Bonne. Redder. Avonturier. Ultrasporter. Ereburger. Recordjager. En vooral: ongrijpbaar. Op alle vlakken.

Aan je voorbereiding valt weinig op te merken. Een maand voor je recordpoging verbrak je zowaar het Belgisch record op de 24 uur. Niet slecht voor iets wat je beschouwt als een training.

(grijnst) “Meestal doe ik een soort simulatie van een recordpoging. De wedstrijd in Dublin paste perfect. Ik mocht voluit gaan van mijn trainer dus…”

Wat het extra straf maakt, is dat je vijf maand eerder een eerste wereldrecordpoging ondernam in Merelbeke, maar na 793 kilometer uitgeput in elkaar zakte.

“Ik was al dagen aan het afzien. Ik had een longontsteking die alsmaar erger werd, en waardoor ik niet genoeg zuurstof kon opnemen. Met nog 30 uur te lopen, zat ik perfect op schema. Maar plots begon ik dubbel te zien en ben ik naast de piste gesukkeld. Toen ze mij naar binnendroegen, was het voor mij duidelijk. Mijn voorbereiding was ook niet optimaal. Zo liep ik tot dan steevast tien kilometer per uur, omdat ik nooit interval deed. Maar in Merelbeke startte ik aan negen, in Hongarije aan twaalf kilometer per uur. Als het tempo dan wat zakt, heb je nog reserve. In Merelbeke had ik dat niet, wat heel frustrerend was, zeker als je weinig slaapt.”

Als opgeven niet in je woordenboek staat, hoe voelde dat? Beschouwde je dat als falen?

“Tuurlijk. Iedereen zegt dat ik het niet zo moet zien, maar ja. Nog altijd trouwens. Ik had mijn doel gesteld, en het niet gehaald. Ik heb die mindset heel snel kunnen omschakelen. Maar ik kom van ver. Ik heb een week in het ziekenhuis gelegen. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik geconfronteerd werd met zoiets. Ik ben altijd levendig en opeens moesten ze mij naar de wc drágen.”

Dacht je op dat moment niet: geen tweede keer meer?

“Nee. De dokters wel.” (lacht) “Ik moest zelfs opnieuw leren wandelen. Dat was wel confronterend. Aan de andere kant was ik superdankbaar voor zo’n les. Want als alles volgens plan loopt, raak je ook niet meer gemotiveerd om dat alles vanzelfsprekend lijkt.”

Fysiek ben je helemaal in orde, mentaal straks ook?

“Nu weet mijn lichaam wat er komt, maar mijn brein ook. Dat gaat al vrij snel denken: shit, we doen dit weer. De vorige keer zijn we in het ziekenhuis terechtgekomen. Dat moet ik mentaal zien om te vormen, maar dat zal vrij snel duidelijk worden. (denkt na) Er is veel veranderd de afgelopen maanden. Nu laat ik me opvolgen door dokters, van een kinesist, osteopaat tot psycholoog. Net omdat ik naar het volgende level wil gaan.”

Je blijft die lat voor jezelf alsmaar hoger leggen. Hoe ga je daarmee om door het altijd maar beter te willen doen?

(stilte) “Dat is natuurlijk de vraag die blijft komen. Ik zou ze graag willen beantwoorden, maar ik denk er gewoon niet te veel over na.”

Het valt me op als ik praat met mensen uit je omgeving, dat niemand jou écht kan doorgronden.

“Ik schrik ook soms van mezelf.”

In welke zin?

“Ik was enorm geschrokken toen ik in het ziekenhuis lag en totaal niet teleurgesteld was. Nul. Ik was er echt chill mee. Ik had ook gevreesd dat ik in een gat zou vallen en dat iedereen de boom in zou kunnen. Maar in mijn onderbewustzijn wist ik dat dat moment nodig had. Ik heb daar enorm veel lessen uit getrokken.”

Maar begrijp je dat het voor de buitenwereld niet zo natuurlijk aanvoelt als in jouw hoofd?

“Als ik een doel stel, zie ik mezelf dat doel altijd halen. Ik weet dat het megazot klinkt, maar als ik de finish haal, is dat niets nieuws voor mij. Omdat ik het in mijn hoofd al zoveel heb meegemaakt, alle mogelijke scenario’s. Die finish passeren, is voor mij geen, euh… verrassing. Ik heb al mijn handen in de lucht gestoken in mijn hoofd. En nee, ik vind het niet vanzelfsprekend.”

Had je dat als kind al?

“Nee. Het is begonnen toen ik zeven jaar geleden de Rinjani (vulkaan in Indonesië, red.) beklom. Dat is de trigger geweest. Ik ben daar heel last minute aan begonnen, zonder plan, zonder iets. Op dat moment was ik ook echt op zoek naar mezelf. Alles was één groot vraagteken.”

Heb je het gevoel dat je vandaag al wat antwoorden hebt gevonden?

“Het leven is een non-stop zoektocht naar jezelf. Elke dag leer ik wel iets bij, elke training, elke challenge. Die zoektocht zal nooit gedaan zijn volgens mij. Als je alle antwoorden hebt, waarom moet je dan nog leven? Het begon met die berg, maar gaandeweg zijn er mensen die hout op dat innerlijk vuur hebben gesmeten, bewust of onbewust. Er zijn situaties waar er olie werd over gekapt. Kamp Waes, bijvoorbeeld. Dat was echt cruciaal. Ik zou dit alles niet doen vandaag als dat niet was gebeurd. Dat was de grootste mislukking in mijn leven (Matthieu moest uit het programma stappen, red.), de eerste keer dat ik met mijn kop tegen de muur liep. Dat gevoel van mislukking brandde zodanig hard, dat ik zei dat ik dat nooit meer wilde meemaken.”

Ben je iemand die rust kan nemen?

“Na mijn recordpoging ben ik wel van plan om even soulsearching te gaan doen. Wat ik doe, is niet zo vanzelfsprekend, twee keer in zes maanden tijd.”

Veel mensen van je leeftijd zitten zaterdagavond op café met vrienden, of thuis bij hun lief in de zetel, terwijl jij opleeft als je na een dag sporten met je tent in een bos kan slapen. Is dat niet eenzaam of confronterend?

“Een sociaal leven is niets voor mij. Ik heb mijn cirkel van vertrouwensmensen rond mij, ik geef keynotes, coaching… Maar voor mij mag het niet te lang duren. Onlangs was ik drie dagen mee met een bedrijf waar we 70 man een berg op hielpen. Het was de max, maar dat vraagt veel van mij. Mijn sociale batterij raakt rap op.”

Geldt het omgekeerde dan ook? Als je een tijdje geen volk ziet, kruipt dat dan niet onder je vel?

(stil) “Ik weet het niet. Ik heb die cirkel rond mij. Soms is het ook gewoon leuk om over straat te lopen, met een zonnebril en pet op, dat mensen niet te veel moeten vragen.”

Mag ik gokken dat je zonder die cirkel hier niet meer zou zijn?

“Dat is het enige wat me in België houdt, inderdaad. Mijn grootouders vooral: mijn opa – 92 jaar – en mijn bonnie – 88 jaar. Er is mijn moeder, en mijn stiefvader die logistiek enorm veel helpt met alles. Mijn vader supportert ook voor mij. Het plan ligt klaar om te verhuizen naar de Canarische Eilanden, en daar een tiny house te bouwen om te gebruiken als uitvalsbasis. Maar het is allemaal nog niet aan de orde en niet zo vanzelfsprekend.”

De wereld verkennen via sportieve uitdagingen vanuit een tiny house op de Canarische… dat lijkt me niet bepaald een klassieke kinderdroom.

“Nee, daarom was mijn jeugd ook heel moeilijk. Ik had niet echt een visie. Ik wou altijd basketter zijn, maar dat viel in het water. Ik heb jaren gezocht naar iets, maar toen die berg kwam, werd alles duidelijk. Er zijn veel mensen die dat probleem hebben, en lang niet weten wat ze willen.”

Sommige mensen in je omgeving hebben het al uitgesproken, dat ze niet weten waar deze zoektocht gaat eindigen. Er is een schrik dat je net te ver zou gaan in die grenzen verleggen. Is die schrik er ook bij jou?

“Tja, schrik. Ik had soms ook gehoopt dat ik een random kerel zou zijn die kan genieten van de kleine dingen. Dat doe ik ook voor alle duidelijkheid, maar ik bedoel iemand die genoegen neemt met iets gaan drinken met vrienden en een gezin. Maar dat gaat niet, dat lukt niet in mijn hoofd. Het zijn net die grote doelen die mij fascineren. Als die er niet zijn, word ik gek. Ik moet dat hebben. Er zitten wel dingen in mijn hoofd, waarbij ik denk: moet dat nu in mijn hoofd opduiken?”

Zoals?

“Ik heb altijd gezegd dat ik het Amazonewoud wou doorkruisen op een of andere manier. Onlangs is dat duidelijk geworden. Ik moest een paar maanden geleden een keynote geven op Nomadsland, een outdoorfestival met verschillende standjes en workshops. Plots was daar een standje met packraften, opblaasbare bootjes die je kan meenemen als rugzak. Toen ik dat uittestte, voelde dat goed. En toen begon het in mijn hoofd te malen…”

Is er dan geen stem in je hoofd die zegt: er is een kans dat je dit niet overleeft?

“Dat is net het fascinerende eraan. Ga ik dat wel kunnen overleven?”

En?

“Misschien ben ik heel naïef op dat vlak, maar ik geloof dat ik ergens beschermd word. In alles wat ik al gedaan heb, was er een moment dat ik dacht: fuck. Maar toch kom ik er altijd weer uit op een goeie manier.” (lange stilte) “Er is een Chinees gezegde dat zegt dat je pas kan overwegen om dood te gaan als je een leven hebt gehad dat de moeite waard was. Ik heb niet het gevoel dat ik daar al zit.”

Het is de hamvraag: zal het ooit genoeg zijn?

“Als ik dat record heb, dan heb ik drie wereldrecords in drie verschillende sporten. Dat is echt…” (grijnst)

En de Amazone, laat dat lang op zich wachten?

“Nee, misschien volgend jaar al. Ik heb het er al over gehad met mijn moeder, maar dan zie ik aan haar gezicht dat ze écht schrik heeft. Anders is het van: ‘Matthieu, toch’. Nu is het eerder iets van: ‘Doe me dat niet aan’.”

Ik wil niet luguber klinken, maar zie je jezelf ooit oud worden?

“Nee, dat zie ik niet. Ik ben daar ook niet mee bezig, met later, pensioensparen of ‘wat als’. Misschien ga ik oud worden, dat kan. Maar ik denk het niet. Het hoeft ook niet. Ik ben nú aan het leven.”

‘Wilskracht’, 208 pagina’s, uitgegeven bij Lannoo.