Na Europese titel volgt nu maandenlange revalidatie voor judokampioene Rachel Rammant
Op 19 augustus pakte Rachel Rammant (17) de mooiste titel uit haar judocarrière. In de Letse hoofdstad Riga kroonde ze zich tot Europees kampioene bij de U18 in de gewichtsklasse +70 kilogram. Het geluk bleef echter niet duren, want amper een maand later liep de Hoogleedse een zware blessure op. Pas in augustus 2022 verwacht ze weer op de tatami te staan.
Wat een ongelooflijke pech, Rachel. Net nu je helemaal gelanceerd was, krijg je met zo’n blessure af te rekenen.
Rachel Rammant: “Dat klopt. Tijdens de finale van een tornooi in Bredene is mijn voorste kruisband gescheurd. Ze hebben een stuk pees van langs de zijkant moeten doortrekken, toch een serieuze ingreep. Het gevolg is dat ik pas binnen een drietal maanden weer mag lopen, nog zes maanden moet wachten om door mijn benen te buigen en zelfs tien maanden om weer aan judo te doen. Normaal doe ik zowat anderhalf uur per dag aan judo, terwijl ik nu met krukken moet lopen.”
En dat allemaal zo kort na je grootste sportieve triomf, want die Europese titel was best wel een verrassing?
“Zelf had ik het alvast helemaal niet zien aankomen, want door de coronamaatregelen had ik amper kunnen trainen. Begin juli won ik echter al verrassend mijn eerste Europacup in Tsjechië en dan in augustus ook nog eens het EK. Het ging plots allemaal heel snel. In België won ik wel al vaker tornooien en in 2019 ook eens het Belgisch kampioenschap, maar het niveau in het buitenland is toch nog wat anders. De vechtstijl van de tegenstanders is soms ook compleet verschillend.”
Doet deze Europese titel jou al wegdromen, zeker in een olympisch jaar?
“Ik besef vooral heel goed dat het internationale topniveau nog veraf is. Eerst wil ik eens zien wat het geeft in een oudere categorie. Pas als het daar ook heel goed loopt, durf ik misschien wel te dromen van meer. Vanaf volgend jaar treed ik namelijk aan bij de beloften en daar ben ik dan weer bij de jongste deelnemers. Ik zal dus meisjes met meer kracht tegenkomen. Anderzijds zijn de gewichtsklassen daar wel duidelijker. Bij de U18 kampen alle meisjes van meer dan 70 kilogram tegen elkaar. Zo had ik al tegenstanders die véél zwaarder zijn dan ik, wat toch niet evident is. Vanaf volgend jaar wil ik uitkomen in de categorie -78 kilogram, al is het niet simpel om met mijn huidige blessure op gewicht te blijven. Normaal train ik heel veel, terwijl ik nu nauwelijks beweging heb.”
Zijn de Belgische judoka’s op de Olympische Spelen dan jouw grote voorbeelden of haal jij je inspiratie elders?
“Uiteraard heb ik veel respect voor hun prestaties, maar eigenlijk kijk ik vooral op naar mijn oudere broer Gaston. Hij is een enorm sterke judoka, die geregeld kampt met de olympische medaillewinnaar Matthias Casse. Van mijn broer kan ik dan ook enorm veel leren. Bovendien is onze gemeenschappelijke hobby ook erg handig, want ik kan vaak meerijden met hem naar trainingen en wedstrijden. Ook mijn andere broer Ward heeft nog aan judo gedaan, maar hij is zijn hart eerder verloren aan de muziek.”
Opvallend is dat je aangesloten bent bij de Waalse club Top Niveau Tournai. Om je Frans te oefenen?
“Neen, niet meteen! Voordien was ik in de eigen streek actief bij JC Hooglede en JC Ardooie en ook dat beviel me altijd enorm goed. Laat het ons erop houden dat er bij de Waalse federatie gewoon meer mogelijk is. Steun voor buitenlandse tornooien bijvoorbeeld. Dat is de voornaamste reden voor mijn overstap.”
Iets helemaal anders nu. In de KW-rubriek ‘Later als ik groot ben’ zei je elf jaar geleden dat het je droom was om ooit kapster te worden…
(lacht uitbundig) “Dat herinner ik mij helemaal niet meer. In dat geval is mijn droom wel een beetje veranderd in de loop der jaren. Momenteel zit ik nog in het zesde middelbaar en volg ik industriële wetenschappen in het VTI in Roeselare. Volgend jaar zou ik graag iets met handel doen in het hoger onderwijs, handelsingenieur of handelswetenschappen dus. School blijft bij mij dan ook zeker op de eerste plaats staan, want het is natuurlijk heel moeilijk om professioneel aan judo te doen.”
Thuis krijg je alvast de kans om al wat relevante ervaring op te doen.
“Klopt. Mijn ouders runnen zuivelboerderij ’t Motehof, waar ik dus ook woon. Zo help ik mijn mama geregeld met de verwerking van de melk en in de winkel. Het afwerken van ijstaarten vind ik bijvoorbeeld heel leuk.”
Is er naast school, judo en de zuivelboerderij dan nog ruimte voor andere hobby’s?
“Heel weinig eigenlijk. Vroeger volgde ik ook nog dictielessen en ging ik naar de Chiro, maar met al die dingen ben ik gestopt om meer te kunnen trainen. Judo is dus echt wel belangrijk voor mij en ik verlang dan ook nu al heel erg naar het einde van die lange revalidatie.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier