Minister Diependaele laat West-Vlaams erfgoed restaureren
Minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele geeft groen licht aan verschillende restauratieprojecten in West-Vlaanderen. Zo worden de Sint-Martinuskerk in Alveringem, de IJzertoren in Diksmuide, de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Kortrijk en een burgerhuis in Oostende gerestaureerd.
Dankzij middelen uit het relanceplan kunnen de eigenaars van deze monumenten ondersteuning krijgen om de waarde van het erfgoed te bewaren. Regelmatig onderhoud is de beste investering om dure restauraties in de toekomst te vermijden. “Door te investeren in projecten met een sociale en culturele finaliteit zorg ik ervoor dat het economisch en maatschappelijk weefsel kan herstellen na de coronacrisis. De Vlaamse overheid kent voor deze projecten samen een premie van 1.678.973,34 euro toe”, zegt de minister.
Sint-Martinuskerk Leisele in Alveringem
De Sint-Martinuskerk in Leisele, Alveringem wordt gerestaureerd. Zo wordt onder andere het metselwerk gerestaureerd, worden de muurankers ontroest en behandeld en de monelen opnieuw gemetseld. De waardevolle figuratieve glasramen van Gustaphe Ladon in het koor worden museaal opgesteld en het schrijnwerk van de sacristie wordt hersteld en herschilderd. Voor de restauratie van de Sint-Martinuskerk is een premie van 248.284,61 euro toegekend.
De Sint-Martinuskerk is al sinds 1939 beschermd als monument. Het is een laatgotische hallenkerk uit het begin van de 16de eeuw. Rond de kerk is een kerkhof afgezoomd met beuken en hulsthaag. Na de restauratie blijft de kerk in gebruik voor erediensten.
IJzertoren in Diksmuide
Grondige bouwkundige restauratiewerken aan de IJzertoren kunnen starten. Het buitenschrijnwerk en het glas van het monument worden gerestaureerd, net als de dakbedekking, de muurafdekkingen, het gevelmetselwerk en het voegwerk. De gevelvlakken krijgen een waterwerende behandeling. Voor de restauratie van de IJzertoren is een premie van 1.186.767,78 euro toegekend.
De IJzertoren werd in 1992 beschermd als monument. Het algemeen belang van de toren wordt gevormd door de historische en culturele waarde ervan. Het is een gedenkteken van hulde en eerherstel aan de Vlaamse gesneuvelden uit WO I; het is een symbool van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. De toren herdenkt de Eerste Wereldoorlog en heeft een inherente internationale vredesboodschap. Ook historisch is het geheel erg interessant: de ruïne, de Paxpoort en de wederopgebouwde toren zijn nauw met elkaar verweven elementen.
Het complex met bedevaartweide is sinds 1992 beschermd als monument en als dorpsgezicht. De site is het epicentrum van de jaarlijkse IJzerbedevaart.
Onze-Lieve-Vrouwkerk in Kortrijk
De restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Kortrijk werd in 2011 gestart. Met de restauratiepremie die nu wordt toegekend wordt het interieur van de zuidertoren gerestaureerd en het glas-in-lood van de westgevel hersteld. Voor de restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwkerk is een premie van 133.041,28 euro toegekend.
De Kortrijkse kruisbasiliek dateert uit de dertiende eeuw. De kerk is daarmee één van de oudste gebouwen van de stad Kortrijk. De basiliek werd in 1203 op het domein van het grafelijk kasteel opgericht, naar aanleiding van de belofte van de graaf om een kapittelkerk te bouwen. Graaf Lodewijk van Maele liet er in 1370 ook de Gravenkapel bouwen als mausoleum voor zichzelf en ter ere van de Heilige Catharina. In die kapel vind je nu de portretten van de Graven van Vlaanderen. Een van de belangrijkste kunstschatten is het schilderij De Kruisoprichting van Antoon Van Dijck. De kerk is sinds 1937 beschermd als monument.
Burgerhuis in Oostende
De voorgevel van het burgerhuis aan de Kerkstraat 10 wordt gerestaureerd. Het fronton op de voorgevel wordt gereconstrueerd. Ook de andere gevels aan de achterzijde worden opgeknapt, net als het bakstenen paviljoen dat bij het huis hoort. Voor de restauratie van het burgerhuis is een premie van 110.879,67 euro toegekend.
Het monument wordt gebruikt als stedelijke kinderopvang voor baby’s en peuters. Het gebouw werd al in 1946 beschermd als monument. Het is een interessant voorbeeld van een Oostendse gevelrenovatie uit laat negentiende – begin twintigste eeuw met behoud van een achttiende-eeuwse deurpartij in rococostijl die ingepast werd in het nieuwe gevelconcept. De achttiende- en negentiende-eeuwse interieurelementen zijn nog aanwezig in het pand. Het laatnegentiende-eeuws tuinhuisje is een zeldzaamheid in de oude binnenstad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier