Middeleeuws verleden ligt bloot: “Misschien vinden we wel het Lam Gods van Ieper”
Naarmate de werken aan de Leet in Ieper vorderen, geeft de bodem steeds meer van haar lang verborgen geheimen prijs. En die vertellen veel over de geschiedenis van de stad. Zo doet een opgegraven kaaimuur ter hoogte van de Elverdingestraat vermoeden dat er op de Leet ooit havenactiviteit plaatsvond. Archeologen hopen dat er de komende weken nog meer naar boven komt. “Onder het Sint-Maartensplein vinden we misschien het Lam Gods van Ieper”, zegt archeoloog Jan Decorte.
De archeologen doen de ene ontdekking na de andere bij de Leet. Na de vondst van het bisschoppelijk paleis bij de Janseniusstraat en skeletten uit een voormalig kerkhof aan het Sint-Maartensplein stootten de archeologen op een kaaimuur van de Ieperlee onder het Vandenpeereboomplein. “Voorlopig worden de verwachtingen zeker ingelost”, zegt archeoloog Jan Decorte van CO7. “Op sommige plaatsten vinden we zelfs zaken terug die we niet verwacht hadden. We zitten ook wel in het oude centrum van de stad, dus overal waar je graaft kom je in de Middeleeuwen terecht.”
“Misschien vinden we nog wel sporen van de tiende of zelfs de negende eeuw terug”
Een van die onverwachte vondsten is dus de kaaimuur ter hoogte van de Elverdingestraat. “Die muur is heel stevig, ongeveer een meter breed en heeft ook een natuurstenen parement (muurbekleding, red.) . Dat zien we ook aan de Leie in Kortrijk of aan de Schelde in Gent. Juist aan het waterpeil zie je daar ook een overgang van een bakstenen muur naar een natuurstenen parement. We denken dat we daarmee ook het niveau kunnen zien dat in de middeleeuwen werd aangehouden om bootverkeer toe te laten”, legt Jan Decorte uit. “Dat betekent dat de Ieperlee op die plaats een heel stuk breder werd gemaakt, vermoedelijk omdat daar de boten moesten aanmeren om te lossen en anderzijds omdat ze daar ook moesten kunnen draaien. Die verbreding vinden we ook op oude kaarten terug. Daarop zien we op die locatie ook een loskraam staan, dus zeer waarschijnlijk hebben we daar een loskade gevonden.”
Puzzelstukjes
“In de 17de eeuw werd de Ieperlee gekanaliseerd en de tussenliggende grond werd volgegooid met stadsafval”, zegt Olivier Van Remoorter, archeoloog van BAAC Vlaanderen. “Het gaat om scherven, dierlijk bot, metalen objecten zoals munten, kelkjes, messen, lepels… Ook heel interessant allemaal, want ook die objecten kunnen ons veel vertellen over de geschiedenis van Ieper. Zo hebben we al een aantal plekken gevonden die hun eigen stukje geschiedenis blootleggen: in de Boterstraat zitten we deels met een brugstructuur over de Ieperlee en rond de kathedraal vonden we die begraafplaats en het bisschoppelijk paleis. Het zal interessant worden om alle puzzelstukjes samen te leggen.”
De vondsten bevestigen grotendeels wat er al geweten was over de geschiedenis van Ieper. “Maar ik denk dat we hier en daar wel een hoofdstukje kunnen bij schrijven”, vult Jan Decorte aan. “De oudste vondst voorlopig is de structuur van een gebouw onder het bisschoppelijk paleis dat gebouwd werd in zandsteen. We denken dat het dateert uit de vroege 13de eeuw. We hopen een antwoord te vinden op de vraag waarom Ieper is ontstaan aan de Ieperlee. Vorige week hebben we gezien dat de oorspronkelijk bodem rond de kathedraal iets hoger lag dan de omgeving. Dat is alvast een goede indicatie dat het een goede plaats was om te wonen.”
Derde grootste stad
Het belang van de vondsten is dan ook niet te onderschatten. “Ieper was de derde grootste stad van het Graafschap Vlaanderen”, vervolgt Jan Decorte. “We zitten in de oudste kern van die stad. Op zich is het bijzonder belangrijk om dat allemaal eens in kaart te brengen. Hoe hebben de Ieperlingen met de omgeving rekening gehouden om hun stad te laten groeien? Kunnen we die plotse enorme groei terugvinden in de archeologische areaal? Kunnen we zien dat Ieper een beetje ontploft is in die twaalfde en dertiende eeuw? Vinden we sporen van de oudste fase van Ieper? Tot op vandaag zijn er nog niet veel sporen van voor de elfde eeuw opgegraven, behalve bij het gerechtsgebouw. Hier zitten we nog meer in de kern, je zou kunnen verwachten dat er hier sporen terug te vinden zijn uit de tiende of zelfs negende eeuw. Voorlopig is dat nog niet gebeurd, maar er we hebben nog heel wat interessante locaties voor de boeg.”
Verdwenen schilderijen
Voor Jan en zijn collega-archeologen is het een droom om sporen van de ontstaansgeschiedenis te vinden, maar er is nog een potentiële vondst die tot de verbeelding spreek. “Er is een verhaal dat tijdens de Eerste Wereldoorlog enkele schilderijen uit de kathedraal zijn gered geweest door een soldaat en dat die verborgen werden in een grote put tussen de kathedraal en de Lakenhalle”, vertelt Jan Decorte. “In een brief uit de jaren twintig is dat bekend geraakt, maar die schilderijen werden nooit teruggevonden. Het zou natuurlijk fantastisch zijn mochten we ze tijdens de werken kunnen terugvinden. In welke staat ze zouden zijn, weten we uiteraard niet. Maar al vinden we maar een fragment ervan, ik zou het persoonlijk geweldig vinden. Het is dan toch een beetje alsof je het Lam Gods van Ieper vindt.” (TOGH/TP)
Stadsbestuur hoopt op financiële steun van Vlaamse overheid
Terwijl op de Leet de kademuur bloot kwam te liggen, waren de archeologen aan het werk op een andere locatie. Op het Sint-Maartensplein vonden ze ondertussen al een 18-tal skeletten, maar dat lijkt slechts het topje van de ijsberg te zijn. “De huidige Sint-Maartenskathedraal was de vroegere burchtkapel en daarrond was er een begraafplaats”, zegt Olivier Van Remoortel van BAAC Vlaanderen. “Wellicht werd alle alle beschikbare ruimte gebruikt, wat doet vermoeden dat er misschien tienduizenden lichamen rond de kathedraal liggen.”
Dat kan het stadsbestuur in problemen brengen. “De grote vraag is of het inderdaad om zoveel duizenden skeletten gaat”, zegt schepen van Erfgoed Philip Bolle (Vooruit). “Wellicht gaan er veel meer gevonden worden op geringe diepte dan oorspronkelijk in de archeologienota van 2018 was ingeschat. Alles hangt af van wanneer de werken effectief van start gaan en men begint te graven op de diepte die nodig is om het plein her aan te leggen. Als je daar op skeletten stoot, ben je verplicht om dat respectvol uit te graven. Dan lopen de kosten snel op, net als de vertraging van de werken.”
“Oorspronkelijk werd in de archeologienota voorzien dat er 25 dagen gewerkt zou worden met vier archeologen”, vervolgt de schepen. “Als ik hoor wat er gevonden kan worden, dan spreken we al vlug van meer dan 100 dagen voor archeologen en daarbovenop nog eens 130 dagen voor antropologen. De verwachting is dat zeker in de sleuf die gegraven moet worden – drie meter diep en twee meter breed – zeker meerdere lagen te vinden zullen zijn. In ieder geval is nu al duidelijk dat we met het bedrag van 74.500 euro dat in de archeologienota voorzien is niet zullen toekomen.”
Vorige week raakte al bekend dat de factuur zelfs zou kunnen oplopen tot 3 miljoen euro, een financiële aderlating voor de stad Ieper. “We zullen proberen een overleg te organiseren met het kabinet van minister Diependaele om te bespreken of Vlaanderen iets voor ons kan betekenen. Dat is in verleden al gebeurd voor de opgravingen op de site van De Meerssen”, vervolgt Bolle. “Daar werden ook tegen alle verwachtingen in 1.400 skeletten opgegraven. Dat zou ook een gepeperde rekening geweest zijn, maar toen is Vlaanderen heel gul bijgesprongen. Ondertussen zegt men dat die mogelijkheden uitgeput zijn, maar we gaan het gesprek aan. We zouden heel dankbaar zijn mochten via de Vlaamse overheid een tegemoetkoming kunnen krijgen. Zo niet, dan zal de stad die onvoorziene kost moeten dragen.” (TOGH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier