Al meer dan duizend mensen ondertekenen de petitie van een medewerker van het Iepers In Flanders Fields Museum tegen de declassering en mogelijke sloop van een beschermde oorlogstoren in Nieuwpoort.
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) legde afgelopen donderdag een krans neer bij het Iepers In Flanders Fields Museum voor de herdenking van Wapenstilstand. Enkele dagen eerder lanceerde Dominiek Dendooven, wetenschappelijk medewerker van dat museum, een petitie tegen de beslissing van de minister om de observatietoren bij Nieuwpoort voorlopig te declasseren als beschermd monument.
Souvenir van de wederopbouw
“Dit initiatief doe ik in eigen naam, want het museum moet neutraal blijven”, aldus Dendooven. “Als bezorgde burger en historicus van de Eerste Wereldoorlog wil ik dit uniek oorlogsrelict niet zien verdwijnen. Het is de enige bewaarde observatiepost die gebouwd is in een fabrieksschoorsteen. Het is een symbool van de geallieerde samenwerking bij Nieuwpoort: de Belgen hebben de toren gebouwd, de Britten verstevigd en de Fransen gebruikt. Het is een souvenir van de wederopbouw: de baksteenfabriek was weer bedrijvig sinds 1926.”
Volgens minister Diependaele werd het merendeel van de bedrijfsgebouwen voor 1940 gesloopt. Enkel de als observatiepost ingerichte schoorsteen bleef bewaard als oorlogsmonument. “Hoewel al in verre staat van verval werd de fabrieksschoorsteen als observatiepost in 1992 beschermd als monument. Twintig jaar later is de toestand van de beschermde fabrieksschoorsteen er verder op achteruitgegaan. Ondanks verschillende pogingen en initiatieven om het monument te herstellen, bleven de hoognodige consolidatiewerken uit. De context is intussen gewijzigd: het draagvlak voor het behoud van de bescherming verdween, waardoor een opheffing van de bescherming zich opdringt”, zo motiveerde de minister zijn beslissing om de bescherming van de toren voorlopig op te heffen.
In privéhanden
“Met mijn petitie wil ik aantonen dat er nog voldoende draagvlak is. De recente herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog tonen het grote belang van onroerend oorlogserfgoed voor toerisme, regionale identiteit en culturele beleving”, reageert Dendooven, die bezwaar indient tijdens het openbaar onderzoek van het stadsbestuur van Nieuwpoort in afwachting van een definitieve beslissing van de minister.
Burgemeester van Nieuwpoort Geert Vanden Broucke (CD&V) benadrukt dat de toren zich in privéhanden bevindt. “Onze stad investeert liever in andere monumenten, want door de erbarmelijke toestand en hoge restauratiekosten is het sop de kolen niet meer waard voor de toren”, vindt Vanden Broucke.
“Blamage”
“In deze centenkwestie is het absurd dat de hogere overheid terechte subsidies investeert in bezoekerscentrum Westfront in Nieuwpoort, maar enkele kilometer verderop een authentiek oorlogsrelict verloren laat gaan. Het zou een blamage zijn voor stad en regering, als dit unieke herkenningspunt na een definitieve declassering uit het polderlandschap verdwijnt”, besluit Dendooven. (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
