Matti was 20 in 2000: “Die goede vriendin is nu mijn vrouw”

Wouter Vander Stricht

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waar meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. Twintig jaar later confronteren we ze met hun uitspraken van toen. Deze week is de beurt aan Matti Vanlucchene.

“Waar ik absoluut niet tegen kan? Tegen mensen die ten allen prijze willen opvallen”

“Dat is nog niet veranderd. Mensen die enkel en alleen zichzelf in de kijker gaan zetten, die negeer ik gewoon. Ik schenk er geen aandacht aan. Sommigen weten gewoon ook alles beter dan een ander. 20 jaar geleden was er nog geen sociale media en daar zie je toch ook vaak dat mensen hun eigen kunnen graag in de verf zetten. Zelf zit ik ook op Facebook. Niet dat ik daar zelf veel posts plaats. Ik kijk er graag eens op en het is ook aan handig instrument om eens te zien hoe het gaat met iemand die je lange tijd niet gezien hebt. Maar mijn visie ga ik niet delen op sociale media. Ik voel ook de nood niet om telkens mijn mening over vanalles en nog wat met de wereld te delen. Soms zie ik op sociale media wel eens iets passeren dat me tegen de borst stoot. Maar dan kan ik me gelukkig wel nog inhouden om daarop te reageren. Want wat voor zin het heeft het…”

“Ik ga af en toe in mijn eentje fietsen, maar ik zou gerust wat sportiever willen zijn”

“Bij ons thuis versieren heel wat rugnummers ons toilet, maar die zijn van mijn echtgenote en dochter die zich op het lopen hebben gestort. Zelf sporten zit er niet echt in, ik ben al blij als ik eens tot wandelen toe kom. De week zit bij mij dan ook altijd goed gevuld. Mijn echtgenote heeft niet echt vaste werkuren, dus komt er wel wat in mijn richting. Onze dochters en hun hobby’s nemen daar een grote brok van en ik sta ook graag in de keuken. Aan fietsen kom ik ook niet meer toe, maar bij de voorjaarsklassiekers zit ik zeker voor tv. Vroeger ging ik op zondagmiddag steevast voor Winkel Sport supporteren, een soort vast ritueel. Maar toen speelden nog heel wat Winkelnaars in het eerste elftal. Het gebeurde ook vaak dat we na de eerste time niet meer uit de kantine geraakten, omdat we zo lang over die eerste helft konden napraten.” (lacht)

(foto Joke Couvreur)©JOKE COUVREUR
(foto Joke Couvreur)©JOKE COUVREUR

“De dioxinecrisis en zelfs de ‘colacrisis’ hebben totaal geen effect op mij”

“De dioxinecrisis herinner ik me nog uiteraard, maar die colacrisis, dat zegt met totaal niets meer.” Twee weken na het uitbreken van de dioxinecrisis worden in juni 1999 37 schoolkinderen onwel na het drinken van Coca Cola, waarop er miljoenen flesjes uit de handel worden genomen. Hoe bepaalde stoffen in de flessen zijn terechtgekomen, wordt nooit achterhaald. Maar daarop spelen zich wel massahysterische taferelen af, waardoor zelfs vanuit de hoofdzetel in de Verenigde Staten wordt ingegrepen en er een hele campagne moet opgezet worden om het blazoen op te poetsen. “Dat zegt me totaal niets meer. Maar nu hebben we natuurlijk een andere crisis, die wel langer in het geheugen gegrift zal staan. De lockdown is wat tegen onze natuur, maar we moeten er ons aan houden. Ook voor de jonge gasten is het niet simpel. Online les volgen, ze missen hun vriendinnen. Anouk is nu gestart in het middelbaar onderwijs, gelukkig mogen zij wel nog veel naar school.”

“Met Liesbet Vanhie een goede vriendin zou ik wel eens iets willen gaan eten”

“En dat is ondertussen mijn vrouw geworden. Toen waren we nog geen koppel, maar dat is snel daarna gebeurd. We zijn in 2003 getrouwd. Veel mensen uit mijn vriendenkring van toen zijn nu nog altijd goede vrienden. Al wonen ze niet allemaal meer in de buurt. Het is hier in Sint-Eloois-Winkel wel opvallend hoeveel Winkelnaars met elkaar trouwen. En daar zijn we ook een goed voorbeeld van. We hebben het ook al vaak gezegd. Zelfs al winnen we Euromillions, we blijven hier wonen. Het is hier ook goed, meer moet dat niet zijn. Zo kan ik op zondagvoormiddag genieten van een pintje bij Margrietjes . Ik ben daar een van de jongste gasten, maar de sfeer is er ongedwongen. En ik kan evengoed een praatje slaan met een tachtiger als met iemand van mijn eigen leeftijd. Door mijn werk in het woon-zorgcentrum voel ik goed aan dat mensen vaak nood hebben aan een babbel. Hoe kort die ook is, de mensen vinden dat leuk. Ons wzc telt 180 bedden en daar is altijd wel iets te doen. Van een verstopte wc aan de praat krijgen tot een muur schilderen. En als de mensen het ons vragen, doen we ook voor hen een herstelling. Pakweg het repareren van een horlogebandje. Dat zijn kleinigheden, maar die mensen zijn daar ongelofelijk mee gediend.

“Mijn ouders zijn goed mee met hun tijd en weten wat er bij de jonge gasten leeft”

“Dat was ook zo, maar in 20 jaar tijd is er veel veranderd. Als je ziet welke technologische middelen er nu ter beschikking zijn en hoe goed de jongste gasten daar weg mee zijn, is het niet eenvoudig om bij te blijven. Maar we doen zelf ons best. En wat we zelf niet weten of kunnen op dat vlak, leren we wel van onze kinderen.”

“Ik hou van het lichtere rockgenre: van Metallica tot The Offspring”

“Oei, dat is wel veranderd. Ik heb het nu meer voor het Nederlandstalige lied. Gorki hoor ik wel graag, maar ook de bewerkingen van nummers door LikeMe kan ik best pruimen. Met de kinderen trokken we ook wel eens naar het Gala van de Gouden K’s. En ook de papa’s amuseren zich daar dan.”

Matti Vanlucchene (40) is getrouwd met Liesbet Vanhie. Ze wonen met hun dochters Anouk (13) en Zoë (12) in Sint-Eloois-Winkel, het dorp waar ze zelf ook opgroeiden. Matti was lange tijd actief in de bouwsector, maar werkt nu op de technische dienst van wzc Heilige Familie in Kuurne. In zijn vrije tijd kookt hij graag en experimenteert hij in de keuken. In het weekend gaat hij graag wat sociaal contact zoeken in het dorpscafé en hij is uiteraard ook supporter van zijn dochters die allebei bij de plaatselijke volleybalclub KA.VO spelen. Ook hond Vico maakt deel uit van het gezin. De speelse Labrador vraagt en krijgt de nodige aandacht.

Het artikel van 20 jaar geleden

Matti Vanlucchene (19 op 28 oktober) heeft zopas de schoolbanken van het Roeselaarse VTI verlaten. Hij volgde er zes jaar bouw en is nu ook in de sector actief. Bij Mobi Clean uit de Izegemsestraat helpt hij instaan voor de restauratie en renovatie van gevels. Omdat hij pas aan de slag was, moest hij het dit jaar doen zonder vakantie.

Matti is de zoon van Freddy Vanlucchene en Annie Laflere. Met Jan, Eline en Martine heeft hij nog een broer en twee zussen. Hij houdt van uitgaan en van een tochtje met de fiets.

Hoe ziet je doordeweekse weekend eruit ?

Matti: “Op vrijdagavond na het werk trek ik eerst meestal richting Rollegem-Kapelle. Er staat dan een bezoek aan Sint-Jan geprogrammeerd. Meestal rij ik dan ook door naar Ledegem om een glas te gaan drinken in Pépé’s, het café dat vroeger in Sint-Eloois-Winkel gevestigd was. Op zaterdagvoormiddag moet ik soms gaan werken. ‘s Avonds ga ik met vrienden naar een fuif. De zondagvoormiddag slaap ik uit. En dat kan dan wel eens tegen de middag draaien vooraleer ik uit mijn nest geraak. De namiddag staat dan meestal in het teken van het voetbal, want dan ga ik kijken naar het eerste elftal van Winkel Sport.”

Wat zijn je favoriete vakantieoorden ?

Matti: “Ik ben sowieso geen groot reizer. Ik trek er wel graag op uit, maar dat moet daarom niet zo ver zijn. Dit jaar had ik geen vakantie omdat ik pas ben begonnen met werken. Dus meer dan een dagje naar zee zat er voor mij niet in.”

Waar kan je absoluut niet tegen ?

Matti: “Tegen mensen die ten alle prijzen willen opvallen. Dat doen ze dan meestal door te pochen met materiële zaken. Ze scheppen bijvoorbeeld voortdurend op over hun auto. Dat werkt dan echt op mijn zenuwen.”

Wat steekt er zo allemaal in je platenbakje ?

Matti: “Dat varieert, maar meestal komt dat neer op rock, het lichtere hardrockgenre, zoals Metallica en Offspring, om maar enkele voorbeelden te noemen. Ik luister veel naar muziek. Daarom trek ik samen met vrienden ook vaak naar optredens. Vorig jaar verbleven we zo met ons tentje in Torhout, dit jaar was Beach Rock aan de beurt. Werchter leek ons iets te ver. Ook wanneer er in jeugdhuis Chaplin een optreden is, durf ik wel eens oversteken.”

Als je op onze kosten met vier personen zou mogen gaan uiteten, voor wie kies je dan ?

Matti: “Als ik voor mensen kies uit mijn vriendenkring dan mogen Michael Deveughele, Stijn Vander Stricht en Dieter Wybo gratis mee aan tafel schuiven. Wanneer ik voor vrouwelijk gezelschap zou opteren dan zouden Elke D’Hondt (voor de looks ), Liesbeth Vanhie (een goede vriendin), mijn schoonzus Nathalie Destadsbader en Annelien Pattyn (een toffe meid) de gelukkigen zijn.”

Je hebt nog geen vriendin. Maar wat zoek je in een meisje ?

Matti : “Er moet een beetje humor insteken. Ik moet eens goed kunnen lachen. Ze moet ook graag uitgaan. Ik hou ook van losse types die zelf ook niet verlegen zitten om een uitdaging aan te gaan. Wanneer ze dan nog een leuk snoetje heeft, dan zou ik niet lang twijfelen om toe te happen.”

Het huis brandt af en je mag nog één iets redden. Wat zou dat zijn ?

Matti : “Mijn ouders zeker,” lacht hij. “Maar als die zichzelf in veiligheid zouden kunnen brengen en ik moest kiezen voor iets materieels dan zou het ongetwijfeld mijn cd’s en mijn stereo-installatie zijn.”

Heeft de dioxinecrisis enige invloed gehad op je eetgedrag ?

Matti: “Hoegenaamd niet. Ik geloof natuurlijk wel dat er wel degelijk iets schorde met ons vlees, maar toen wij ervan wisten, was het onheil al lang aangericht. Daarom ben ik ook altijd verder vlees blijven eten. Het heeft me trouwens even goed gesmaakt als anders. De cola-crisis die een beetje later kwam, had zelfs nog minder effect op mij, want ik drink nauwelijks cola.”

Wat is de grootste kritiek die je ooit te verwerken kreeg ?

Matti: “De kritiek die ik soms wel krijg is dat ik alles wat op mijn lever ligt, ook aan de buitenwereld kenbaar maak. Sommige mensen kunnen nu eenmaal eens op de zenuwen werken en ik zeg hen dat dan ook vaak. Daar komen misschien wel eens woorden van, maar nooit iets ergs hoor.”

Welk talent, dat je niet hebt, zou er nog graag bijwillen ?

Matti : “Ik zou gerust een beetje sportiever willen zijn. Vroeger ging ik nog eens mee met mijn vader die bij de Kantienevrienden, een wielertoeristenclub uit Rumbeke, rijdt. Maar toen ik begon uit te gaan, heb ik die goede gewoonte achter me gelaten. Nu rijd ik soms op mijn eentje nog wat met de fiets.”

Krijg je genoeg zakgeld ?

Matti : “Daar kan ik zeker niet over klagen. Nu ik zelf ga werken is dat zeker geen probleem meer, want nu verdien ik zelf een aardige cent.”

Vind je je ouders ouderwets ?

Matti: “Zeker niet. Ze zijn goed mee met hun tijd en weten wat er bij de jonge gasten leeft.”

(WVS)